Nooteboom zou Cees niet zijn wanneer niet ook hij zich aan de asperge had bekend.

Zie nu deze eerzame, eetbare phallus,/ Deze eenzame, dierloze/ Eenhoorn, zie/ hoe hij los in haar hand ligt,/ gemaakt voor de vorm van haar mond, zijn/ Kleur die van bruidsjurk bij schemer, zo/ Romig en leliebladzuchtig, geblanket/ Als amandels, gestoken uit het/ zoetste ivoor.

Mooi.

Georges Braque daaren tegen schilderde twee oesters. Edouard Manet één asperge.

Dat was in 1880 en het kwam zo. Aan zijn weldoener en verzamelaar Charles Ephrussi, uitgever van de Gazette des Beaux-Arts, stuurde Manet in dat jaar een schilderij, waarop een volle bos vers gestoken asperges. Als vergoeding vroeg hij achthonderd francs. De zeer tevreden ontvanger van de prachtig afgebeelde groente stuurde een postwissel van duizend francs retour.

Waarna Manet op een doek, niet groter dan 16,5 x 21 centimeter, vervolgens een enkele eenzame asperge liggend op de rand van een tafelblad schildert.

Hij parafeert rechtsboven en op de achterkant bevestigt hij een briefje.

Weliswaar verloren gegaan maar met een strekking als: «Deze asperge ontbrak nog aan uw bos.» Ook wel: «Deze was aan uw bosje ontsnapt.»

Het valt te begrijpen dat de van huis uit niet al te lichtzinnige Fransman zo’n gelegenheid niet aan de neus voorbij laat gaan om daar een goede opmerking aan mee te geven. Neem Georges Bataille. Hij vergelijkt dit laatste werk met een uit de doden opgewekte «nature morte».

Dan nog zijn we er niet. Ephrussi was een goede bekende van Marcel Proust.

Mede inspiratie voor diens romanfiguur Swann. Gesuggereerd wordt dat Proust niet onbekend was met beide schilderijen en de verhelderende anekdote daarachter. Waarom ook wel wordt gezegd dat zijn eigen gloedvolle beschrijving van de asperge mede daardoor leven is gegeven.

Bijna ten slotte was het ook nog Proust die de geurige inhoud van zijn eigen nachtspiegel vergelijkt met die van een flacon parfum. En dan het laatste gerucht, waarin vervat dat Manets schilderij van de op één na complete aspergebos door tijdgenoten werd gezien als een manifest van onbeschaamde «modernité».

Tant de bruit…