Nieuw gekocht overhemd niet ogenblikkelijk van zijn gekke kartonnetjes ontdoen. Geurige schoenen twee weken in de doos laten. Onder in de kast. De broek wel foutloos ophangen maar voorlopig niet over de wreef laten glijden.

Gekregen fles in zijn verhullend jasje laten. Het juiste ogenblik roept zichzelf af. Terug naar nu.

Op tafel staat een fles, gewikkeld in dun wit papier. Die daarom op een toren lijkt. In de vredige stad Vilnius staat een witte toren die op een fles lijkt. Een fles verpakt in dun wit papier.

Een hele sprong. Sommige torens moet je gezien hebben voordat ze werkelijk bestaan. Met andermans ogen zien is het niet. Met andermans tong proeven ook zoiets.

In Vilnius heb ik een halve kilogram zout gekocht. Best Baltisch zout. Voor de zoutverzameling. Schamel warenhuisje aan de Gedimini Prospekt. Hotelkamer in Vilnius. De lampen. Halve plastic bollen met dwaze pegeltjes eraan.

Geïnspireerd op de volbloed kwal. Zoals die drijft in de zoute Baltische zee, 350 kilometer verderop.

’s Avonds naar de opera. Nooit beter uitzicht op het toneel gehad. Voor vijftig cent. Wanneer het hart van Giselle het begeeft is het pauze. Gelukkig maar.

Goed bier of dikke en potent geurende chocoladedrank. De buitenlanders drinken Russische champagne. Een vrouw in stemmig duister uitgaansensemble komt opeens wel erg dichtbij. Haar oude woorden zijn onverstaanbaar. De Litouwse ogen zeggen genoeg. Ze wil een dollar om ook koffie te kunnen drinken. Koffie kost zestien cent. Tuttige Giselle is weldra weer op de been en begint een nieuwe serie goedgesteven bewegingen. Laatste bons van het orkest. De sterren trippelen nog even als kippen voor het doek heen en weer.

Gebouw loopt leeg.

Schuine oversteek naar café Opera is snel gemaakt. Voorafgegaan door een paar kleine knaapjes en miniem bonkend gettoblastertje. Ze komen er niet in, wij wel. De keuken is net dicht, wat de in glanzend omberen blouse en zwarte rok geklede dienster blijmoedig meldt als: «Our chicken is closed!»