Terzake! Wat zie ik? Na wat geschuifel in het halfduister nemen een man en een vrouw (beiden getooid met grote grijze pruiken) plaats voor en achter ons. De dialoog gaat tussen de Griekse supergod Zeus en zijn zuster/vrouw Hera - een mythologisch maar geen gelukkig huwelijk. Hera verwijt Zeus overactief te zijn jegens het zwakke geslacht (‘je slingerde je scepter in haar mossel’), Zeus vat het zwakke geslacht in weinig vleiende bewoordingen samen (‘baggerkutjes’, ‘dorre spleten’). Een ander meisje (Venus) heeft ook zo haar troosteloze avonturen beleefd in het landschap van de ‘Schwanze & Bruste’ - Venus’ voertaal is Duits. Dan is het tijd voor een stukje bewegingstheater. Daarin wordt iets geparodieerd wat ik regelmatig op Eurosport zie: ijsdansen of schoonrijden. Twee bloedmooie typen die, al schaatsend, iets erotisch proberen uit te stralen maar die er van dichtbij uitzien als barbiepopjes.
Er volgen enkele barscenes (verleiding? overspel?), met een hoog Goede Tijden Slechte Tijden-gehalte, alleen trager. De actrice die net Hera speelde doet een slotmonoloog: ‘Ik droom niet meer/ dromen is voor doetjes.’ De hele gebeurtenis eindigt in een zwijmellied.
Wat maak ik mee? Verontrustend weinig. Ik voel me binnengeduwd in een floorshow over erotische trouw & seksuele bandeloosheid - of is het: seksuele trouw & erotische bandeloosheid? Ik heb op die (voor Olympisch wezenlijke) vraag ook nu, een vol etmaal na het ondergaan van de voorstelling, geen antwoord. Alles in jullie voorstelling is inwisselbaar. Overspel en erop los ‘raggen’, of verlangen naar vertrouwen en zuiverheid - het staat naast elkaar of de keuze er niet toe doet. Maar Olympisch wasemt nu juist de pretentie uit om over die keuze iets te melden. Niks van gemerkt! En volgens mij heeft dat alles te maken met de slordige manier waarop jullie met de theatermiddelen omspringen. Neem die ongetwijfeld als aangrijpend bedoelde slotmonoloog, rechtstreeks op het publiek gespeeld (‘zit je lekker te kijken/ met je vaste naast je/ of met een scharrel’). Die is in zijn effect juist niet aangrijpend maar genant. De tekst is mooi, daar ligt het niet aan. Maar de woordjes worden vormeloos de tribune in gekwakt. Ongetwijfeld met veel emotie (maar daar had de schrijver al voor gezorgd). Hier staat een mimespeelster een tekst te verknallen, rode tulpen rood te schilderen. Ik kan er niet naar kijken. En de manier waarop is volgens mij exemplarisch voor Olympisch.
Jullie komen van de Amsterdamse mime-opleiding. Die school heeft een reputatie hoog te houden, waar het gaat om zelfdenkende en zelfmakende, autonome theaterkunstenaars. Dat het daarbij niet meer uitsluitend gaat om het erfgoed van de artistieke ‘vaders’ Decroux, Hakim en Marceau, daar was ik na Suver Nuver en Karina Holla al achter. Maar als jullie (met tekst en beweging) de grote thema’s willen aanraken die jullie klaarblijkelijk zoeken (‘Sterk is de wil van het lichaam dat vrij wil zijn, maar sterker nog is de eenzaamheid van de mens die alleen met dat lichaam leven moet’ - staat in jullie folder), dan zou een beetje meer strengheid en een beetje meer dramaturgie (hoe vertel ik een verhaal, eventueel in flarden?) volgens mij wel helpen.
Misschien ben ik mentaal te oud om jullie, ongetwijfeld als aandoenlijk bedoelde, naiviteit (Van Dale: onschuld, ongekunstelde eenvoud) te begrijpen. Maar ook als jullie van de onschuld theater willen maken, blijven de harde wetten van dat metier gelden. Zet mij dus geen vormeloze bagger voor, trakteer mij niet op nikserigheid en leegheid. Ongekunstelde eenvoud zonder vorm is als een wolf in schaapskleren. Daar komt ellende van. Willen jullie twijfelen - ga je gang. Maar ook de twijfel vereist op een podium heldere vormen. Branderige blikken, jongensachtige lachjes en flauwe parodieen op ijsdansen zijn niet genoeg.
Blijf me wel uitnodigen. Vriendelijke groet!