© Linelle Deunk

Gelooft u in de liefde?
Ja. Ik geloof ook dat liefde zo sterk is dat het niet uitmaakt of je erin gelooft of niet… Mensen die hard roepen dat ze er niet in geloven, vertrouw ik ook niet helemaal. Misschien is het antwoord ja omdat nee zeggen in dit geval zo dom is! Dan zeg je nogal wat! Net zoals wanneer mensen zeggen: ‘Ik hou niet van jazz’! Het is een vrij breed begrip!

Wat was uw eerste literaire liefde?
De liedjes en cabaretsketches die mijn moeder op een forse collectie langspeelplaten had. Anderhalve meter vinyl radiocabaret, uit de jaren zestig en zeventig. Uiteindelijk is veel daarvan gebundeld door Jacques Klöters, die collectie heet Ik zou je het liefste in een doosje willen doen. Al die klassiek geworden Nederlandse liedjes, van Annie M.G. Schmidt tot Willem Wilmink tot ga zo maar door… Dat is liedkunst, dus je kunt zeggen dat het in eerste instantie niet bedoeld is als literatuur, maar die liedjes werden geschreven door de beste tekstdichters van hun tijd, allemaal mensen die ook heel goede gedichten hebben geschreven. Ikzelf ben er nog altijd schatplichtig aan. Alles wat ik probeer in een gedicht heeft met ritme en klank te maken. Ik houd altijd de luisteraar in mijn hoofd.

Wat vindt u zelf uw mooiste liefdesgedicht? Het bekendste is natuurlijk ‘Voor de liefste onbekende’.
Tja, dat gedicht is een soort hit geworden… Ik weet het niet. Die liefdesgedichten hebben toch ook wel iets dagboekachtigs, hoewel ik dat helemaal niet wil. Als ik ze teruglees, weet ik meteen weer: ‘o ja dat was met die en toen was er dat aan de hand’, bijvoorbeeld met Vertel nog eens over de wolven uit Schaduwboekhouding (2005). Ik ben heel blij met hoe het gedicht Schaduwen is geworden, uit de bundel Ademhalen onder de maan (2012). Dat heb ik voor mijn vrouw geschreven.

Schrijft u uw liefdesgedichten voor een bestaand iemand, of voor de lezer?
Een kokette maar goede vraag! Die twee zijn niet deelbaar, het is altijd allebei. Je schrijft altijd iets voor iemand in je hoofd, ik tenminste wel, maar als het gedicht af is, is diegene er toch min of meer uit verdwenen. Anders is er geen plaats voor de lezer. Een gedicht is een soort gemeenplaats, de lezer moet er ook iets mee kunnen.

Heeft u wel eens romantiek op het Boekenbal meegemaakt?
Ik heb mijn vrouw ten huwelijk gevraagd op het Boekenbal. Dat was bij een editie toen ik zelf mocht optreden, toen had ik blijkbaar branie genoeg. Lee Towers trad ook op, dat vond ik een teken, al weet ik niet waarvan. Verder heb ik vooral veel lust gezien op het Boekenbal, ha ha! Maar ook wel liefde, mensen die echt bij elkaar horen en dan samen door die gangen schrijden, dat is mooi.

Heeft u wel eens romantische gevoelens voor een personage gehad?
Ja, maar eigenlijk nooit voor een personage uit een boek. Ik heb dit nooit aan iemand verteld, maar ik ben enigszins verliefd geweest op Alyson Hannigan toen zij Willow speelde in Buffy the Vampire Slayer. Ik weet niet of een boek nou het medium is voor verliefdheid… Ik kan wel heel geïntrigeerd zijn door schrijvers, dan wil ik graag weten hoe die zijn. Zoals Frank Koenegracht, een heel goede dichter, en Joke Van Caesbroeck, die elke woensdag een ‘te kort verhaal’ in De Standaard publiceert. Met een vriend heb ik de veel te kleine fanclub voor Joke Van Caesbroeck opgericht, waar verder niemand anders bij mag, anders is hij niet meer te klein. Maar soms is het ook beter om iemand die je bewondert niet te ontmoeten. Het is jouw schuld dat je iemand bewondert. Iemand is zoals die is, en die bewonder jij dan toevallig, maar diegene kan daar niets aan doen. Diegene is het je niet verschuldigd om dan ook een klik met jou te hebben. Ik word sneller verliefd op een zin of een beeld dan op een personage. Ik kan verliefd worden op bepaalde zinnen van Paul Auster bijvoorbeeld, omdat het er zo mooi staat. Bij zo’n zin denk ik: ah, hier kan ik een leven mee vooruit.

Welke seksscène is u altijd bijgebleven?
Even denken… Hm, het feit dat ik er over na moet denken zegt eigenlijk al genoeg, haha! Eigenlijk geen enkele… Of heel voor de hand liggende, Turks Fruit of zo… Ik denk dat seksscènes het moeilijkst zijn om te schrijven, maar soms is het ook best moeilijk om ze te lezen. Niet omdat ik preuts ben aangelegd, maar… Ik vind het ook meer iets om te doen en minder om over te lezen geloof ik.

Heeft u wel eens geprobeerd iemand te verleiden via een boek of gedicht?
Ja, jawel, de hele tijd, in mijn studententijd. Er is een boekje van Toon Tellegen dat ik heel mooi vond, het heet De ontdekking van de honing. Daar zit een wezen in, Mor, waarvan onduidelijk is wat voor wezen het is, maar de naam Mor zegt al dat het niet iemand is die het heel makkelijk heeft. Ik vind het een van de leukste boeken die ik ken van Toon Tellegen. Ik kocht er destijds een hele stapel van en die gaf ik dan cadeau als ik iemand leuk vond. Ik vond het ook wel belangrijk hoe daarop gereageerd werd, als iemand daar niks aan vond dacht ik: laat maar zitten.

Heeft u iets geleerd over de liefde door een boek?
Ja, heel veel. Vooral van het boek Arthur, de koning van eens en ooit van T.H. White. Een belangrijk onderdeel van het verhaal is de driehoeksverhouding tussen koning Arthur, zijn vrouw Guinevere en de ridder Lancelot, die ook nog eens Arthurs beste vriend is. In dat boek lees je over liefde, ontrouw, overspel, hoe je wel degelijk echt van elkaar kunt houden en dat toch kunt doen. Dat liefde hele tragische kanten kan hebben in dat opzicht. En hoe je dan toch door het leven moet zien te komen. Daar heb ik veel van geleerd. Er zit ook een hele mooie zin in. Koning Arthur verwekt in zijn jonge jaren een buitenechtelijk kind, Mordred, die hem uiteindelijk van de troon zal stoten. White schrijft daarover: ‘Hij wist niet dat dat zo was, en wellicht was het haar schuld, maar het lijkt erop dat in tragedies onschuld niet genoeg is.’ Dat vind ik een hele goede zin. Je doet wat je nou eenmaal doet, en ook als je niet weet dat je je kop in de strop steekt, zal de tragedie zich voltrekken. Dat is in het leven en in de liefde nou eenmaal zo.

Romeo en Julia of Medea?
Doe dan toch maar Romeo en Julia… Of eigenlijk ga ik voor C, is er een C?

Who’s Afraid of Virginia Woolf?
Ja! Al gaan eigenlijk alle drie deze voorbeelden niet over liefde, maar over wraak en gefnuikte verwachtingen. Ik hou van Who’s Afraid of Virginia Woolf omdat dat stuk alleen maar taal is. Elke steek komt door een driedubbelzinnige opmerking. Dat is geweldig, eigenlijk een van de meest liefdevolle dingen die je kunt doen. Ik heb ooit een relatie gehad die heel erg leek op zo’n stuk van Albee, dat was echt krabben en bijten. Maar ik heb nog nooit zoveel plezier gehad en nog nooit zoveel geleerd. Het was wel heel destructief. Maar ik denk er nog steeds blij aan terug.

Notting Hill of Annie Hall?
Annie Hall. Ik roep nog steeds dingen die in die film zitten. Als mijn vrouw de auto parkeert zeg ik: ‘Ik kan wel vanaf hier naar de stoep lopen!’

Nick Cave of Kate Bush?
Lou Reed in dat geval. Sowieso muziek… Als je vraagt: muziek of literatuur, dan wordt het toch muziek, hoor.

Heytze’s laatste bundel is De honderd van Heytze, Uitgeverij Podium, 248 pagina’s