
Gelooft u in de liefde?
‘Ja absoluut. Ik ben genoemd naar Lara Antipova, de minnares van Doctor Zhivago. Door die naam identificeerde ik me als kind al met vrouwen die het ingewikkeld hebben in de liefde. Ik herinner me hoe ik de liefde op vroege leeftijd als iets tragisch en strijdvaardigs zag. Nu geef ik theaterles aan jongeren. De lessen dwalen vaak binnen een half uur af naar verhalen over de liefde. Ik hoop ze daar warm voor te kunnen krijgen omdat ik geloof dat hun leven pas zin heeft wanneer ze de grote vernietigende liefde hebben ondergaan. Haha, het feit dat ik dat belangrijker vind dan dat ze goed kunnen acteren, bewijst dat ik in de liefde geloof. Als je eenmaal de liefde voelt, dan gaat alles vanzelf, ook acteren.’
Hoe was uw eerste liefde?
‘Als door een bliksemslag getroffen, werd ik als vijftienjarige verliefd toen ik hem kruiste op de fiets. Een jongen met zwarte krullen tot over zijn schouders. Hij zat elke ochtend voor school op een pleintje een beetje melancholisch te doen. Ik durfde niet met hem te spreken. Daarop heb ik het briljante plan opgevat om net te doen alsof ik mijn boekentas was vergeten op datzelfde bankje. Ik heb een tas gevuld met mijn mooiste schriften, gedichten en de beste foto’s van mezelf. Omdat ik ook wilde dat hij zou weten hoe slim ik wel niet ben, had ik er nog een grammaticaboek Grieks bijgedaan. De volgende dag vroeg ik of hij misschien mijn boekentas had gevonden. Dat was niet het geval. Hij had die ochtend haast gehad. Mijn mooie schriften waren weg en vooral mijn punten voor Grieks zijn vanaf dat moment stevig bergafwaarts gegaan. Maar die intense kracht van liefde op het eerste gezicht was blijkbaar zo krachtig dat we jaren later alsnog bij elkaar zijn gekomen. We zijn uiteindelijk nog zeven jaar samen geweest.’
Is liefde op het eerste gezicht dan een voorwaarde voor een verliefdheid?
‘Ik vrees het wel. Bij mensen die vertellen dat ze eerst jarenlang vrienden zijn geweest en daarna zijn samengekomen denk ik: huh?! De chemie moet bij de eerste seconde toeslaan. Tijdens de tweede telt het niet meer, want dan is er al over nagedacht.’
Wat was uw eerste literaire liefde?
‘The Passion van Jeanette Winterson. Ik kreeg dat boek van een vrouwelijke regisseur die ik enorm bewonderde. Het maakte erg veel los. Ik heb altijd veel last van liefdesverdriet gehad en vond nooit de treffende woorden en beelden om met dat allesvernietigende gevoel om te gaan. Winterson neemt beeldtaal rondom liefde heel letterlijk. Wanneer de hoofdpersoon haar hart verloren heeft, gaat ze, getrouw aan de beeldspraak, terug naar de fysieke plek waar dat gebeurd is om haar hart terug te stelen zodat ze het weer aan iemand anders kan geven. Deze woordelijke benadering bleek voor mij de enige juiste manier om met liefdesverdriet om te gaan.’
U bent inderdaad afgestudeerd op het onderwerp ‘liefdesverdriet’. Waar kwam dat idee vandaan?
‘Mijn thesis kwam voort uit de grote noodzaak die ik voelde om liefdesverdriet talig te kunnen verwoorden. De uniciteit van verliefd zijn, of het unieke gevoel een geliefde te verliezen, dat is alles overrompelend. Taal staat daarbij vaak maar knullig aan de zijlijn. Ik wilde daarom onderzoeken hoe in verschillende postmoderne werken, bijvoorbeeld van schrijvers zoals Peter Verhelst, gevoelens op zintuiglijke wijze worden opgewekt met een vleselijke tastbaarheid waarbij je bijna vergeet dat je te maken hebt met woorden.’
Heeft u wel eens geprobeerd iemand te verleiden via een boek of gedicht?
‘De liefde is wel de reden dat ik begonnen ben met schijven. Voor mij waren brieven een manier om een bijzonder verhaal tussen twee mensen te bestendigen, door dat unieke verhaal nog narratiever te maken. Blijvend voor de eeuwigheid. Ik heb ziekelijk veel liefdesbrieven geschreven, maar uiteindelijk ben ik er wel ontgoocheld door geraakt. Mijn geliefden hadden er vaak ook een afkeer van. Ze willen zoiets als een liefdesgeschiedenis naderhand gewoon achter zich kunnen laten terwijl ik juist erg hard de drang voelde om alles te consolideren.’
Wat zijn dan de belangrijkste lessen over liefde die u zijn bijgebleven na het thema jarenlang te hebben benaderd als schrijfster?
‘Na de vele brieven ben ik me gaan wagen aan het schrijven van boeken, met de liefde altijd als belangrijkste thema. Ik dacht in die tijd dat het een fase was, dat ik erover uitgeschreven zou raken om vervolgens aan de echte thema’s te kunnen beginnen. Dat is een illusie gebleken. Ik zal nooit op de liefde uitgekeken raken. Het is een soep waarin altijd nieuwe kleuren boven zullen komen wanneer je er in roert.
Jarenlang heb ik gedacht dat liefde alleen maar ging over de ander. Wanneer ik iemand graag zag, overlaadde ik hem met brieven en cadeautjes. Uiteindelijk heb ik wel doorzien dat ik dit deed om mezelf ongedaan te maken. Dan hoefde ik niet langer over mezelf na te denken, wat natuurlijk tot scheve toestanden leidt. Deze dynamiek heb ik verder onderzocht in mijn laatste boek.’
Welke rol heeft u de liefde dan toegedicht in uw laatste boek, Pluto?
‘Hoewel de vurige liefde als motief, in vergelijking met mijn andere boeken, minder expliciet is, is alles wat de hoofdpersoon Antonia doet er uiteindelijk op terug te voeren. Het gaat over haar zoektocht om met iemand samen te vallen en onzichtbaar te worden. Iemand die haar onzichtbaar kan maken en op die manier haar zwaarte ongedaan kan maken.’
Rachels rokje of De kleurenvanger?
‘Rachels rokje. Ik ben dankbaar hoe dit boek laat zien dat onbeantwoorde liefdes niet per se over hoeven te gaan. Vaak worden er in boeken allerlei manieren verzonnen om maar over een liefde heen te komen. Ik wil dat juist niet.’
Freud of Lacan?
‘De zoektocht van het ego naar de helende lichamelijke eenheid is een motief dat vaak terugkomt. Dus dan geef ik bij deze toe aan de leermeester Lacan.’
Shakespeare of Hooft?
‘Shakespeare. Onderweg naar mijn eerste jeugdkamp in Zwitserland heb ik Macbeth gelezen in de trein. De rest van het kamp hoorde ik er niet meer bij.’