Hoe breekt vrede uit? Het staat vreemd op papier – vrede die uitbreekt – maar dat illustreert in een notendop hoe gewend we zijn aan het analyseren van oorlog en hoe ongewoon het analyseren van vrede is. ‘Voor elke duizend pagina’s die zijn gepubliceerd over de oorzaken van oorlog staat minder dan één pagina over de oorzaken van vrede’, begon de Australische historicus Geoffrey Blainey zijn boek Causes of War. Dat is een pijnlijk gebrek in een oorlog zoals die om de hoek in Oekraïne.
Meerdere generaals en militair analisten voorspelden de afgelopen weken dat de oorlog nog jaren kan duren. Ik herinner me dezelfde voorspellingen na een paar maanden oorlog in Syrië – het leek toen onvoorstelbaar. Maar na elf jaar is de Syrische oorlog nog altijd niet voorbij. Het lijkt bij Oekraïne even onvoorstelbaar, en helaas biedt dat even weinig garanties voor de toekomst.
Veel mensen denken dat landen vrede sluiten vanwege een algemene ‘oorlogsmoeheid’, maar dat blijkt een weinig verhelderend cliché. In de praktijk zijn er allerlei redenen waarom landen doorvechten terwijl hun oorlogsdoelen buiten bereik zijn geraakt. Omdat de vrede in verhouding moet staan tot de gemaakte offers, bijvoorbeeld, maar ook simpelweg omdat grootmachten het zich kunnen veroorloven.
Een verraderlijke reden lijkt nu in Oekraïne op te spelen, namelijk dat er kansen liggen op een akkoord, maar de vechtenden denken dat ze een betere onderhandelingspositie krijgen als ze nog even doorvechten. Toen de vredesbesprekingen tussen Rusland en Oekraïne in april stukliepen, klonken geluiden uit Oekraïne die voorspelden dat vanaf juni de krijgskansen zouden keren en Rusland dan wel realistischer aan tafel zou komen. Nu wordt augustus genoemd, en zulke data hebben de neiging door te schuiven. De VS en Noord-Vietnam vochten na hun eerste serieuze vredesbesprekingen nog bijna vijf jaar door, in essentie voor een betere onderhandelingspositie voor de vrede die voor ze lag.
Twee interviews gaven afgelopen week een inkijkje in hoe Rusland vrede voor zich ziet. In het eerste liet de Russische president Poetin op het Economisch Forum van Sint-Petersburg (het ‘Russische Davos’) laconiek vallen dat Rusland er ‘niets op tegen heeft’ als Oekraïne lid wordt van de Europese Unie – een van zijn belangrijkste strategische doelen achteloos dumpend. In de tweede vertelde de Russische minister Lavrov dat Rusland ‘niet zonder smet’ is, maar zich ‘niet schaamt voor wie we zijn’.
Deze uitspraken tonen niet alleen hoe steriel en leeg het Russische geklaag over existentiële bedreigingen altijd was. Ze wijzen ook vooruit naar de toekomst die het Kremlin voor zich ziet: een waarin Rusland en praktisch heel Europa elkaar blijven haten, maar waarin we wel terugkeren naar een soort normaal. Waarin Rusland stukken Oekraïne krijgt, de oorlog ophoudt en de sancties tegen Rusland stoppen, zonder excuses voor wat dan ook.
De oude Henry Kissinger sprak zich op het echte Davos al voor zo’n scenario uit. En in Europa zal het gesprek daar steeds vaker over gaan. Onder de kop Vrede versus gerechtigheid: De komende Europese scheuring over de oorlog in Oekraïne presenteerden analisten Ivan Krastev en Mark Leonard een groot onderzoek bij denktank ECFR. Hun conclusie: een derde van de Europeanen behoort tot een ‘vredeskamp’ dat zo snel mogelijk een einde van de oorlog wil; een kwart behoort tot een ‘gerechtigheidskamp’ dat het belangrijker vindt dat Rusland wordt gestraft. De komende maanden of jaren, voorspellen Krastev en Leonard, gaat die scheuring steeds meer opspelen. Niet alleen in de rest van Europa, maar ook in Oekraïne, en Rusland heeft er zijn eigen variant op.
Visies op de toekomst zullen tegenover elkaar staan. ‘De beslissing van elke natie om te vechten, of om te stoppen met vechten, is gebaseerd op een voorstelling van hoe de oorlog of vrede zal zijn’, schreef historicus Blainey. Vrede is daarin niet automatisch een ideaal: bijvoorbeeld als vrede betekent dat Rusland niet wordt gestraft, dat Oekraïne wordt opgedeeld, of dat Poetin zijn ambities moet inslikken terwijl de EU en de Navo groeien. Vrede versus gerechtigheid belooft over het hele continent een bitter gesprek te zijn.