Annet Gelink Gallery, Theater van de werkelijkheid, Ed van der Elsken, Zuid-Molukkers, circa 1970 © Ed van der Elsken / Nederlands Fotomuseum

Weg is de goedkope romantiek, dacht ik opeens. En weg is de zweem van nationale trots die om hem heen is komen te hangen. Gebleven zijn de reislust, de nieuwsgierigheid en het onmiskenbare oog voor vreemde en dikwijls wrede tegenstellingen. In de galerie van Annet Gelink hangen veertig foto’s van Ed van der Elsken. Veelal originele afdrukken, maar ook een handvol nieuwe edities. Gelukkig zorgvuldiger gemaakt dan de liefdeloze inkjetprints die een paar jaar geleden, kort voor de coronapandemie, in het Nederlands Fotomuseum een beetje pijn deden aan ten minste één paar ogen.

De verzameling lijkt iets als een dwarsdoorsnede van het oeuvre te zijn. Van alles wat, gevangen onder het thema ‘Theater van de werkelijkheid’. Op een handvol foto’s na is het minder bekend werk. Het stelt je in de gelegenheid er weer eens rustig en niet al te bevooroordeeld naar te kijken. Mensen gevangen vlak voor gigantische aanplakbiljetten. Vali Myers onder het op de muur gekalkte woord REVE. De graven van Theo en Vincent van Gogh, broederlijk naast elkaar, met in de verte twee mannen die met paarden het land bewerken. Amsterdam, Taipei, Kathmandu, Kyoto, New York, Seoul.

Een van de foto’s die, zo stel je je gemakkelijk voor, nooit het vermogen te shockeren zal verliezen is dat beeld dat hij in 1968, op reis voor Avenue in Zuid-Afrika, maakte van een groep toeristen. Negen vrouwen en één man in vrolijke vrijetijdskleding en bijna allemaal gewapend met een fototoestel of camcorder. Ze staan lachend tegenover twee kleine zwarte jongetjes. Zo lachen mensen ook naar mijn kinderen, dacht ik eerst, maar toch is dit een hard beeld. De kinderen zijn zo naakt en zij zo proper en gekleed. De kinderen zijn zo klein en zij zo groot en met zo veel. De kinderen zijn zo kwetsbaar en zij zo ongenaakbaar. Dit soort mensen zijn nooit echt ergens op bezoek, denk ik. Wat de foto laat zien is hoe zeker ze weten dat de wereld aan hen toebehoort.

Een begeleidende tekst suggereert dat Van der Elsken zijn kritiek altijd in een glimlachje verpakte. Ik weet niet of hij er op uit was zelf te oordelen, maar ergens liet hij de toeschouwer geen keuze. Iets verderop een andere foto. Tiel, 1970. Links in beeld hangen wat Molukse jongeren op en tegen een auto. Ze ademen zelfvertrouwen. Enorme bossen haar. Spijkerbroeken met wijd uitlopende pijpen. Ze zijn stoer en ze zijn vrolijk. Een Nederlands gezinnetje passeert hen: man in een witte polo met vettig haar, vrouw die een kinderwagen met een blond kind voortduwt. De vrouw neemt de jongens wantrouwend op. Mensen van daar die plotseling hier zijn, en die zich het hier gemakkelijk maken. Het is een beeld dat vooruitloopt op de halve eeuw aan vaderlandse geschiedenis die nog zou volgen.

Ed van der Elsken – Theater van de werkelijkheid, Annet Gelink Gallery, Amsterdam, t/m 22 oktober