
Ik heb vrienden in Rusland en Oekraïne en nooit is de kloof tussen hen zo diep geweest. In beide landen worden velen heen en weer geslingerd tussen shock, walging, woede, angst, schaamte en ongeloof. In Rusland en Oekraïne geloofde niemand in de totale invasie, omdat iedereen ervan uitging dat het militair-technisch onmogelijk zou zijn zo’n groot land te bezetten en voorzag hoe ontwrichtend zo’n oorlog zou zijn.
Alleen Kremlin-keizer en messias Poetin in zijn isolement zag het niet aankomen. Nu de Blitzkrieg is mislukt kiest hij voor terreur, zoals hij eerder deed in Tsjetsjenië en Syrië. Normale mensen kunnen of willen zich zo’n verblinde haat niet voorstellen, maar ook velen in het establishment bleven verbijsterd achter. Niemand grijpt in.
Poetin viel het buurvolk aan waarmee Rusland tot in alle haarvezels en familiebanden is verknoopt. In zijn gekrenkte trots slaat hij het beleg voor de hoofdstad Kiev, voor hem de bakermat van de ‘Russische wereld’. Hij wil zo de Oekraïense cultuur uitwissen, maar hij trekt ook zijn eigen land mee de afgrond in. Mijn vrienden aan beide kanten van het front zijn verpletterd.
‘Er is een gruwelijke tijd aangebroken, Rusland verzinkt in duisternis’, schreef een oude vriend uit Moskou me. Nikita is historicus en heeft zijn hele leven gewijd aan openbaarmaking van de sovjetarchieven om het stalinisme te doorgronden, beschrijven en verwerken. Hij heeft Poetin altijd fel, openlijk en moedig bekritiseerd en zich nooit laten inpalmen door de glamourfaçade van Moskou, die hij beschouwde als brood en spelen voor het volk. Nikita heeft onwankelbare principes en angst heeft hij nooit gekend. Maar zelfs in zijn berichten klinkt nu louter wanhoop door.
Irina uit Sint-Petersburg appte: ‘Ik bel je als ik er de kracht voor heb. Het is een angstaanjagende tijd om in te leven.’ Ik ken haar en haar man nog uit mijn studententijd, toen we samen in de veilige beslotenheid van de keuken wodka dronken en grappen maakten over Brezjnev. Ze haatten en vreesden het communisme, gaven Poetin ooit het voordeel van de twijfel, maar voelen op hun oude dag de angst terugkeren. ‘Dit is erger dan het communisme’, zegt Irina.
Een andere vriend, de zachtaardige filosoof Andrej, weet zich geen raad met zijn schaamte. ‘We zijn allemaal schuldig. We moeten de Oekraïners de rest van ons leven op onze knieën om vergiffenis vragen. Los van wie tot op heden wat gedacht en gedaan heeft…’
Ik zie ons twee jaar geleden, vóór corona, nog zitten in een Georgisch restaurant in Moskou, waar hij in een discussie verzeild raakte met de jonge ober die tijdens het serveren de loftrompet over Poetin stak. Ik herinner me de wanhoop op Andrejs gezicht over de onwetendheid van de jonge generatie. Het effect van de jarenlange propaganda van de staatstelevisie, zei hij toen. Nu zien we hoe effectief het vitriool van de zombojasjtsjyk (zombiedoos, zoals de televisie in Russische newspeak wordt genoemd) is geweest. Het merendeel van de Russen heeft de hate speech over Oekraïne geïnternaliseerd.
Jevgeni, met wie ik al decennia bevriend ben, schreef me: ‘Het is een absolute catastrofe. Ik snap niet hoe we verder moeten leven. Ik heb elke dag contact met vrienden in Kiev, Charkov, Odessa, Lviv. Het is gruwelijk! Ik zou liever bij hen zijn dan hier. Liever een slachtoffer zijn van die krankzinnige maniak dan zijn onvrijwillige collaborateur. We leven in ketenen. Ik haat het en vervloek het.’ Hij blijft voorlopig in Moskou omdat hij zich verantwoordelijk voelt voor de studenten van de school die hij heeft opgericht.
Aan de andere kant van het front, op het Oekraïense slagveld, zijn de reacties van mijn vrienden soms bijna koelbloedig te noemen. Jurist Andryi heeft besloten in Kiev te blijven, Russische omsingeling of niet. Hij maakt zich vooralsnog vooral druk over de evacuatie van zijn vele huisdieren naar Polen, ‘voor hun veiligheid en om zelf de handen vrij te hebben’. Ik heb het hem nog niet durven vragen maar ik denk dat ook Andryi bereid is de wapens op te nemen. Als ik informeer of hij in geldnood is, zegt hij: ‘Stuur liever geld naar het Oekraïense leger, dat heeft het veel harder nodig.’ Hij geeft de link naar de website erbij.
Andere vrienden, een jong stel met driejarig dochtertje Aleksandra, zijn uit Kiev eerst uitgeweken naar Vinnitsa, maar toen het vliegveld werd gebombardeerd trokken ze door naar Ivano-Frankivsk, waar het nog rustig is. Twee dagen later meldde Olga dat ze met haar dochtertje gaat proberen via Tsjechië naar Nederland te komen. Artjom blijft achter, want mannen tussen de 18 en 58 jaar mogen het land niet verlaten.
Toen ik Olga in 2014 in Dnepropetrovsk leerde kennen, zat Artjom in krijgsgevangenschap in de Donbas, nadat zijn vrijwilligersbataljon bij de veldslag om Ilovajsk door Russische tanks was neergemaaid. Daarbij kwamen achthonderd Oekraïners om en het dwong Kiev om een staakt-het-vuren en de akkoorden van Minsk te accepteren. De vanzelfsprekendheid waarmee Artjom, een vriendelijke jurist, zijn baan opzegde, zich twee weken liet trainen en met een kalasjnikov ten strijde trok tegen de Russen maakten destijds enorme indruk op me.
Artjom had niet gedacht dat hij de gevangenschap zou overleven maar hij werd in 2015 bij een krijgsgevangenenuitruil vrijgelaten. Hij vertelde me over de martelingen en vernederingen in een overvolle cel in Donetsk, de hoofdstad van de ‘Volksrepubliek Donetsk’. Het waren lokale voorbodes van het geweld waarmee heel Oekraïne nu wordt geconfronteerd.
Vasyl ontvluchtte Kiev op de eerste dag van de invasie en bracht zijn gezin naar de Roemeense grens. Zelf keerde hij terug. In een telefoongesprek beschreef hij de spanning en het ongeloof die hem de eerste dagen van de oorlog verlamden. Die heeft nu plaatsgemaakt voor woede. Het is allang niet meer alleen woede tegen Poetin en zijn kliek, waarschuwt hij. Het is een breed gedeelde haat geworden tegen de hele Russische bevolking die Poetin blijft steunen in deze broedermoord. ‘Dit zullen wij de Russen nooit vergeven en we zullen niets vergeten’.
Vasyl spreekt mensen die totaal doordraaien door de oorlog. De druk is enorm. Over de uitkomst is hij somber: ‘De Russen hebben een enorme overmacht. We snakken naar iemand die Poetin omlegt.’
Het is die groeiende haat tegen de Russen waar ook Olga over repte. Als Oekraïners met familieleden in Rusland bellen, krijgen ze de meest absurde beschuldigingen over zich heen. Hun verhalen over de bommen en granaten en het Russische geweld worden niet geloofd. Ze worden uitgemaakt voor gebrainwashte Amerikaanse marionetten. Dat Poetin erin is geslaagd zijn bevolking in een parallelle wereld te doen geloven, is misschien nog wel het griezeligste aspect van deze oorlog.
De band tussen Rusland en Oekraïne lijkt voorgoed verbroken. Uit de geschiedenis weten we hoelang zulke wonden open blijven en hoe ontwrichtend haat kan zijn.
Olga, Artjom en Aleksandra zouden in mei bij ons in Amsterdam op bezoek komen, een bezoek dat twee jaar was uitgesteld door corona. Nu komt Olga als vluchteling en blijft Artjom achter. Ze is als de dood dat hij de wapens weer gaat opnemen.
Laura Starink is slavist en journalist en één van de oprichters van discussieplatform raamoprusland.nl, waar dit artikel eerder verscheen.