Amal is een kind van haar tijd. Als veertienjarige verbleef ze vier weken op het Tahrirplein voordat ze er door de politie aan haar haren vanaf werd gesleept, letterlijk. Dat plein, dat was een verschrikking. Amal stond er om de dood van haar eerste geliefde te wreken. Maar dat plein was ook een revolutie, en voor velen die er een tijd doorbrachten het begin van een volwassen leven.
Het coming of age-verhaal van Amal, dat ‘hoop’ betekent, zal het Idfa dit jaar openen. De film bestrijkt een periode van vijf jaar na de revolutie. Het ene jaar zijn er verkiezingen, het volgende zijn de machthebbers al weer verdreven. En elk jaar betekent een jaar erbij voor de opgroeiende Amal, in de film gespiegeld met homevideobeelden uit een onbezorgde jeugd. We zien Amal als baby, op verjaardagen, een meisje in jurken met staartjes met strikken, jaren liefdevol vastgelegd door haar vader. Die deed zijn best voor de juiste belichting in de opnamen van zijn dochter, nu hangt ze op straat, beschenen door koplampen, de capuchon van haar trui over haar haar getrokken. Het lachende gezichtje op het strand werd een boos bleek smoelwerk in het donker. Hondsbrutaal is ze, en onverschrokken. Voor een meisje, maar sowieso. Ze scheldt een agent uit recht in zijn gezicht. Met haar moeder, die rechter is, voert ze een felle discussie over de verkiezingen terwijl ze zelf te jong is om te stemmen. Maar wat weet haar moeder eigenlijk van het land, was zij op het plein? Nee. Nou dan.

Filmmaker Mohamed Siam houdt de horizon hoog en legt de focus van zijn film op straat. Amal wordt daarmee een van de honderden, duizenden Egyptenaren die in beeld komen, die wandelen langs schreeuwende muurschilderingen in de steeds veranderende stad. Zij verandert mee. Haar kapsel gaat van lang naar kort naar lang en weer kort, ze draagt dan weer een hoofddoek, dan weer een hoody. Amal blijft haar politieke overtuiging verkondigen maar moet ondertussen een plek in de wankele maatschappij kiezen. Haar vrienden van het plein, de massa’s mensen die daar eens een regime verdreven, zijn grotendeels uit elkaar gevallen. Ze verdwenen in gevangenissen, in het buitenland, in huwelijken en in de dood.
Opgroeien voor een jonge vrouw in Egypte betekent meegroeien, luisteren en buigen. Als meisje werd Amal soms aangezien voor een jongen, als jonge vrouw wordt ze behandeld als een kind. Ze put kracht uit het plein. Samen met een dominant vriendje (‘draag geen broek’, ‘rook niet’) mijmert Amal, nu even met lange haren, over de gebeurtenissen van toen. Weet je nog dat het regende op het plein? vraagt hij aan haar. Ze weet het nog, wat was ze verkouden, ze lachen er samen om. Het waren de beste dagen uit ons leven, zegt de jongen. En zij antwoordt: toen was je aardiger tegen me.
Amal (Feature-Length Comp. & Shifting Perspectives) is op 15, 17, 20, 23, 24 en 26 november te zien op het Idfa. Voor locaties en tickets zie idfa.nl