‘Mijn vader gaat binnenkort met pensioen. Ik vroeg hem of hij er dan voor zou kiezen terug te gaan. Vroeger zei hij altijd van wel, hij had heimwee naar Marokko, maar nu is hij hier zo gewend dat hij het zich niet meer voor kan stellen terug te keren. Op zijn zestiende kwam hij hierheen als gastarbeider om te werken en mijn moeder is drie jaar later met de kinderen naar Nederland gekomen.

Ik ben een nakomertje, na mijn zes zussen en vier broers. Nu ben ik de enige die nog thuis woont, maar we zien elkaar vaak in het weekend, ook met alle kleinkinderen. Je hoort nu veel over Marokkanen en over moslims, maar die nare dingen komen niet voor in mijn islam. Zo heb ik het niet meegekregen. Mijn islam vertelt me dat ik mensen niet mag kleineren, laat staan vermoorden. Gelukkig heb ik er verder niet echt last van, mensen kijken niet anders naar mij. Misschien helpt het dat ik geen hoofddoek draag. Ik ben best vrij islamitisch opgevoed en mocht zelf kiezen. Ik draag het liever niet, mijn zussen ook niet. Dat accepteren mijn ouders.

Mijn moeder is best wel feministisch. Zij heeft altijd tegen mij en mijn zussen gezegd: maak je niet afhankelijk van een man maar word een onafhankelijke vrouw, haal je diploma zodat je zelf geld kunt verdienen en sterk in je eigen schoenen staat. Dat wilde zij ook heel graag: onafhankelijk zijn. Mijn vader heeft haar daar ook in gesteund.

Op de basisschool zei ik al dat ik psycholoog wilde worden. Dat is niet meer veranderd. Ik heb wel stage gelopen op een kantoortje, maar dat is toch niet echt iets voor mij, de hele dag achter de computer zitten. Volgend jaar wil ik beginnen aan de mbo-opleiding jeugd- en gezinswerk en daarna wil ik dan psychologie studeren aan de Open Universiteit in Amsterdam. Die opleiding is wel pittig, maar mijn zus heeft die ook gedaan. Zij heeft haar diploma gehaald en werkt nu als psycholoog. Hoe zij erover praat, dat lijkt mij zo interessant.

Als zij het kan, kan ik het ook. Dat zegt mijn zus. Volgens mijn vriendinnen kan ik heel goed luisteren. Als ze problemen hebben komen ze altijd als eerste naar mij toe. Ik zou het leuk vinden later met probleemjongeren te werken. Daar hoor je zoveel over in de media; ik zou hen willen helpen. Al wilde ik ook wel blogger worden later, daar ben ik nu ook wel een beetje mee bezig: schrijven over make-up en mode. Maar als echte baan wil ik toch psycholoog worden.

Wel grappig om te zien hoe ik en mijn vriendinnen waren in de eerste klas in vergelijking met nu. Toen dachten we nog helemaal niet aan wat we later wilden worden. We waren alleen maar aan het lachen en klieren. Nu merk je dat we echt volwassen beginnen te worden. Iedereen gaat zijn eigen richting op. Gelukkig wonen zij ook allemaal in de Schilderswijk, dus ik blijf ze nog wel zien.

Ik ben veel met de toekomst bezig, want ik weet gewoon dat als ik nu heel hard werk en studeer, dat ik het dan later goed heb. Ik heb een heel leuke mentor en die zegt altijd tegen mij: “Maknouzi, van jou gaan we nog veel horen later.”’