Sneeuwwitje kruipt angstig weg in het verste hoekje van haar glazen kistje. De jonge Sinatra die haar komt verlossen, ziet er wel uit als een droomprins, maar zij weet dat hij helemaal niet van adel is. Haar echte prins was minder stoer en heeft per ongeluk het voor haar bedoelde vergif opgedronken. Haar list om bij de zeven dwergen weg te komen is niet geslaagd. Er is niemand langs haar zwarte haar omhoog geklommen. Zij zal eeuwig bij de zeven dwergen moeten blijven en om de beurt met ze onder de douche blijven gaan.
Of dat een erge straf voor haar is? In de tragic operetta Snow White van Micha Hamel zijn de zeven dwergen aandoenlijke mannetjes, die samen met Sneeuwwitje een vrolijke commune vormen, die prachtig zingen, soms zo mooi als de Comedian Harmonists, en die stampvoetend dansen als Amerikaanse volksdansers. Ze laten af en toe een Heigh Ho! horen, zoals in de film van Walt Disney, als ze op een rijtje naar hun werk of in hun pyjama naar bed gaan. Maar dat is alleen een knipogend citaat. De jonge Nederlandse componist Micha Hamel (1970) baseert zijn muziek wat thema’s en sfeer betreft op oude Amerikaanse showfilms en musicals, maar nooit te letterlijk. Hij bouwt die muziek uit tot iets dat toch hedendaags, ja, zelfs avant-gardistisch klinkt.
Misschien zoals een avant-garde van weleer, met montage en persiflage-elementen. De stemming blijft opgewekt, ook al vallen er twee doden. Hamel had ook een grimmiger toon kunnen aanslaan. Hij heeft voor zijn opera zelf het – Engelstalige – libretto geschreven, gebaseerd op een roman uit 1967 van de Amerikaan Donald Barthelme (1931-1989). Die gaat zo te zien over de positie van vrouwen, over huwelijksmoraal en over sektes die afvallige leden vermoorden. Dat doen ook deze dwergen, al vinden ze het niet leuk dat ze dat moeten doen: ‘Het spijt ons heel erg. We hebben nooit eerder iemand opgehangen. Maar we moesten wel, toen hij eenmaal veroordeeld was.’ Barthelme laat zien hoe de revolutie haar eigen kinderen vermoordt, maar Micha Hamel doet daar in de muziek niet te moeilijk over, al is het gruwelijk de vroegere opperdwerg, die aan het twijfelen is geslagen, aan zijn voeten opgehangen in de lucht te zien hangen.
Regisseur Marcel Sijm heeft er een aanstekelijke en overzichtelijke chaos van gemaakt. Hij heeft uitstekende zangers tot zijn beschikking, voorop de formidabele sopraan Rebecca von Lipinski als een tegelijk smachtende en geëmancipeerde Sneeuwwitje. Dirigent Ed Spanjaard en het Nieuw Ensemble hebben hoorbaar plezier in de afwisselende en onverwachte geluiden die ze op tientallen instrumenten mogen maken.
Guus Mostart van de Reisopera liet in september al zien dat zeventiende-eeuwse madrigalen als tophits kunnen worden opgevoerd. Hij heeft Micha Hamel niet zomaar de opdracht gegeven een operette te schrijven. Hij wil proberen dat oude, bijna vergeten genre nieuw leven in te blazen. In maart wordt daarover als het goed is een symposium gehouden.
Het resultaat is anders dan verwacht. Snow White is geen operette geworden, want alles wordt gezongen, alleen de president van Amerika (een zeer actueel somberende Bram van der Vlugt) spreekt proza. Het is daarom eerder een tragikomische opera geworden. Maar hoe we het ook mogen noemen, het is een verrassende, aanstekelijke, opwindende voorstelling geworden die naar meer smaakt. Misschien heeft Micha Hamel inderdaad, zoals hij heeft beloofd, een nieuw genre geschapen: muziektheater voor de nieuwe eeuw, dat traditie, herkenbaarheid en aantrekkelijkheid niet schuwt.
Snow White, Nationale Reisopera, tournee t/m 12 februari, onder meer Utrecht (24 januari), Amsterdam (29 januari) en Rotterdam (7 februari).www.reisopera.nl