In de jaren zeventig werkte Ljoedmila Oelitskaja (1943) als biogenetisch onderzoeker. De onderzoeksafdeling waarvan ze deel uitmaakte stond onder verdenking van illegale activiteiten en Oelitskaja’s typemachine werd in beslag genomen. Het ‘handschrift’ van haar typemachine kon zo worden vergeleken met een verdachte tekst – een tekst uit het boek Exodus van Leon Uris, waardoor Oelitskaja ook onmiddellijk te boek kwam te staan als zionist. Het betekende het einde van haar onderzoekscarrière.
Jaren later was het ironisch genoeg de typemachine die haar aan een nieuwe loopbaan hielp. Na een paar jaar bij een theatergezelschap te hebben gewerkt en toneelstukken en scenario’s te hebben geschreven, publiceerde ze in 1989 haar novelle Sonjetsjka. Oelitskaja, een kleine vrouw met kort haar in verschillende schakeringen grijs, komt uit een intellectueel, joods milieu. Beide ouders waren werkzaam in de wetenschap, vertelt ze.
Haar diepe stem verraadt een jarenlange geschiedenis als roker. We zitten in de bibliotheek van een hotel aan de Amsterdamse grachten.
Oelitskaja groeide op in Moskou en al vroeg was duidelijk dat ook zij de wetenschap in zou gaan. Maar het lot beschikte anders.
Inmiddels heeft ze twaalf boeken geschreven en wordt ze in ruim dertig talen vertaald. Met Sonjetska won ze in 1998 de Franse Prix Médicis Etranger, in 2002 won ze de prestigieuze Russische Bookerprijs. Ze is een van de meest gelezen Russische auteurs van het moment: ‘Ik schrijf over universele thema’s: het lot van de individuele mens, liefde, dood. Dat spreekt iedereen aan. En typisch Russisch? Ja wat is dat? Als een boek geslaagd is, dan vinden mensen het opeens typisch Russisch, maar dat zegt mij heel weinig. Het Russische volk is net als alle andere volken, het begrip “Russische ziel” komt bij Dostojevski vandaan en daar ging vervolgens iedereen mee aan de haal. Zo kun je het net zo goed over een Engelse of Duitse ziel hebben. Als er al zoiets is als een Russische ziel, dan hangt die samen met de onvoorspelbaarheid van het dagelijkse leven waarin mensen het op een drinken zetten en elkaar op hun bek slaan. Maar dat heeft niks te maken met de intellectuele betekenis.’
Na enig aandringen vertelt ze waarom het haar werkelijk irriteert: ‘De vraag naar die zogenaamd raadselachtige, Russische ziel impliceert dat die iets moois, sprookjesachtigs zou inhouden. Maar wanneer je kijkt naar de manier waarop mensen in het parlement met elkaar omgaan, dat stelt zo weinig voor en dat zijn mensen van zulk laag allooi: daar is niks moois of raadselachtigs aan. Dat is inhaligheid en pragmatiek. Als er ooit al sprake zou zijn geweest van een bepaalde raadselachtigheid, dan is die nu in ieder geval volledig verdwenen.’
Vrouwenleugens is een opvallend geconstrueerde roman, bestaand uit korte verhalen die uiteindelijk samen één verhaal vormen. Oelitskaja: ‘Dit is mijn favoriete manier van werken. Ik maak een soort lappendeken van verhalen, die samen een geheel vormen, een beetje zoals Scrabble. Soms kies ik ervoor, zoals in Vrouwenleugens, om af te sluiten met een verhaal dat alles verbindt en overstijgt.’ Rode draad in Vrouwenleugens is de hoofdpersoon Zjenja en de leugens die haar door verschillende vrouwen op de mouw worden gespeld. De leugens berusten op waarheid: Oelitskaja plukte ze uit haar eigen leven: ‘Daarmee is dit het meest waarheidsgetrouwe boek dat ik ooit heb geschreven, en het had nog veel langer kunnen worden als ik alle leugens die ik ken had opgeschreven.’
De leugens waar het om gaat zijn niet mis: een vrouw vertelt Zjenja hoe ze verschillende kinderen verloor – niet waar. Haar dertienjarige nichtje vertelt haar dat ze een affaire heeft met een man van veertig uit de familie – niet waar. Wanneer Zjenja een documentairemaker helpt bij de research naar Russische prostituees in Zwitserland vertellen de meisjes haar allemaal eenzelfde geschiedenis – ook niet waar.
‘De leugen is een belangrijk en universeel psychologisch fenomeen. Met dit boek heb ik slechts het topje van de ijsberg laten zien: de vrouwen gebruiken de leugen om hun leven te verfraaien. Leugens kúnnen verschrikkelijke gevolgen hebben, maar deze vrouwen schaden er niemand mee. De mannelijke leugen is architectonisch van aard: een man heeft vaak een duidelijk doel voor ogen wanneer hij liegt. De vrouwenleugen is artistieker en minder doelgericht, het gaat er vooral om het leven mooier te maken. Kijk bijvoorbeeld naar het verhaal van Odysseus en Penelope: voor hem is de leugen een instrument om thuis te komen, de leugen van Penelope – het steeds uithalen van haar handwerk om opnieuw te kunnen beginnen – is een manier om vrijers op afstand te houden. Van haar leugen heeft niemand last.’
Deze vrouwelijke vorm van liegen heeft te maken met autonomie: de keuze te beschikken over je eigen geschiedenis en je eigen leven. Een van de Russische prostituees verwijt Zjenja dat zij zich als scenarioschrijver inbeeldt alles van haar te weten, zich een zogenaamde ingenieur van de menselijke ziel te wanen. Maar wat weet jij er nou echt van? vraagt ze Zjenja. Oelitskaja: ‘Natuurlijk vraag ik me dat ook af als schrijver. En die vraag geldt voor iedereen, de meeste mensen denken goed inzicht te hebben in het leven van anderen, maar wanneer hun eigen leven overhoop ligt – zoals bij Zjenja gebeurt als ze verlamd raakt door een auto-ongeluk – blijken ze het zelf ook allemaal niet zo goed te weten.’
Het ongeluk is Zjenja’s failliet: ze is verlamd en wil dood. Uiteindelijk fungeert het als een loutering omdat het Zjenja opnieuw leert leven. Oelitskaja: ‘Voorheen was ze altijd waarneemster: ze stond boven haar omgeving en kon hooghartig begrip opbrengen voor de leugenachtigheid van de vrouwen om haar heen. Nu kijkt ze anders tegen hen aan, en moet ze deze eenvoudige vrouwen accepteren. Waar het, heel simpel gesteld, op neerkomt is: de slimme leert van de domme.’
Chava, de vriendin die zich in religie verliest, blijkt bijvoorbeeld heel goed in staat om tegenslag te benaderen met religieuze rituelen. Wanneer ze langskomt en na zwijgend Zjenja’s voeten te hebben gewassen een ochtendgebed in het Hebreeuws uitspreekt, lijkt Zjenja de moed te vinden om zich weer bezig te houden met de triviale dingen in het leven: nieuwe broeken voor haar man kopen, lijstjes bijwerken in haar notitieboekje en eindelijk die ene brief beantwoorden.
Ljoedmila Oelitskaja, Vrouwenleugens. Vertaald door Arie van der Ent, De Geus, 159 blz., € 17,90