NEW DELHI – We staan voor een vriendelijk ogend, wit gebouw in het centrum van New Delhi: het Patiala House, de voormalige residentie van een maharadja. Amit Lakhani bekijkt het paleisje met ontzag. ‘Mannen zijn bang voor dit gebouw. We nemen ze hier mee naartoe om ze met hun angst te confronteren en ze er overheen te helpen.’ Zijn stem trilt licht.

We lopen door de groen geverfde metalen poort die toegang geeft tot een weelderige tuin die het gebouw omringt. Angst? Voor dit licht vervallen paleisje, omgeven met keurig aangeharkte bloemperken en plantsoenbankjes? ‘Je begrijpt het niet’, zegt Lakhani. ‘Hier huist de districtsrechtbank. Dit is de plek waar de meeste zaken spelen tegen mannen die worden opgejaagd door hun vrouw.’ Eerder begreep ik Lakhani, een activist van de Save Indian Family Foundation, ook al niet. ‘Het is in India zwaarder om als man te leven dan als vrouw.’

India, dat is toch het land waar het de spuigaten uit loopt met verkrachtingen? In juli maakte India’s grootste Engelstalige krant, The Times of India, een analyse van de cijfers van de afgelopen dertien jaar. Gemiddeld zou in die periode elk half uur een vrouw zijn verkracht: uitgaande van slechts de zaken die bij de politie werden gemeld. Dat is in India maar één op de tien verkrachtingen, volgens vrouwenorganisaties.

Geregeld komen gruwelijke zaken internationaal in het nieuws, vaak gaat het om groepsverkrachtingen. De studente die eind 2012 in Delhi in een rijdende bus door vijf mannen werd verkracht en uiteindelijk stierf; de Zwitserse toeriste die in mei 2013 door zes mannen werd verkracht in deelstaat Madhya Pradesh terwijl haar man gedwongen werd toe te kijken; de twee nichtjes van veertien en vijftien jaar die werden opgehangen aan de takken van een mangoboom nadat ten minste één van hen was verkracht. Wetten zijn aangescherpt, juridische procedures versneld en de waakzaamheid van de politie is toegenomen. Maar toch, volgens India’s National Crime Bureau Records neemt het aantal gerapporteerde verkrachtingen snel toe. Het toerisme is ingestort onder de vloed aan negatieve aandacht voor het betoverende ‘incredible India’ uit de advertenties.

De angst zit er goed in. In Delhi en andere grote steden vertonen vrouwen zich in het donker nauwelijks nog alleen op straat. Op het platteland, waar veel huishoudens geen toilet hebben, gaan vrouwen en meisjes – zelfs verkrachtingen van vijfjarigen worden gerapporteerd – tegenwoordig groepsgewijs het veld in om zich te ontlasten.

Het leven van de Indiase man zwaarder dan dat van de vrouw? India is de moeder aller patriarchale beschavingen. Als ergens de man de vrouw er met harde hand onder houdt, dan is het wel hier. Verkrachting is meer dan lust, het is een wapen. Wil je een gemeenschap raken, verkracht een paar van hun vrouwen. Gelukkig kent India veel activisten, vrouwen en mannen, die vechten voor een betere positie van de vrouw. Maar het gaat langzaam. Zo wordt al achttien jaar getracht een wet door het parlement te krijgen die een derde van het aantal zetels in de Lok Sabha (het Lagerhuis) reserveert voor vrouwen – nu vormen zij elf procent van het aantal parlementariërs. Verschillende keren leidde het inbrengen van de wet tot oproer in het parlement, en zelfs tot fysieke duw- en trekpartijen.

Natuurlijk, er zijn succesverhalen: Kiran Mazumdar-Shaw, de vrouwelijke ceo van India’s succesvolste biotechnologiebedrijf Biocon; Sonia Gandhi, die de Congrespartij leidt en tien jaar lang de machtigste vrouw van India was totdat in mei Narendra Modi met zijn bjp de verkiezingen won.

Maar daal neer uit de elite, laat de miljoenensteden achter je en trek over het platteland: nauwelijks mannen in de velden. Laatst nog tijdens een tocht door Uttar Pradesh, India’s drukst bevolkte deelstaat waar tweehonderd miljoen mensen wonen, meer dan in Brazilië. Terwijl een groepje vrouwen in de brandende zon met gekromde ruggen werkte in een rijstveld zaten de mannen bidi’s te roken onder een afdak van oude rijstzakken die op verweerde houten palen waren gespijkerd. De dikke waterstraal uit een grondwaterput met dieselpomp die naast hen in het rijstveld plonsde, hield hen lekker koel. In de graanvelden van Rajasthan, India’s grootste deelstaat, was het niet anders. Vrouwen met kleurige sari’s en gouden ringen in de neus gingen op hun hurken door de stoffige velden om het graan te bundelen. De boer deelde orders uit vanaf zijn tractor. Ook in de steden zijn het vrouwen die zware klussen uitvoeren. Onder meer bij de vele bouwprojecten. Zij vervoeren de bakstenen, keurig opgestapeld op een plankje op hun hoofd. Vaak wel zes stenen hoog en vier rijen dik.

Op het platteland en bij de bouwvakkers gaat het om vrouwen uit de laagste sociale groepen, waar tradities het diepst wortelen en de armoedegrens nooit ver uit het zicht is. Mannen hebben er evenmin een licht leven. Maar ook aan de bovenkant van de middenklasse en bij vermogende Indiërs, waar het moderne leven al lang zijn intrede heeft gedaan, is de vrouw aanzienlijk minder waard dan de man – ondanks de veel aangehaalde uitzonderingen van enkele machtige vrouwen.

Dat blijkt duidelijk uit de scheef getrokken verhouding tussen pasgeboren jongetjes en meisjes. Normaal gesproken worden er iets meer jongetjes geboren dan meisjes. In India werden in 2011 op elke 1000 jongetjes maar 927 meisjes geboren. De verhouding is sinds de jaren zestig snel scheef gegroeid. Het werd toen mogelijk om met een echo-scan het geslacht van een ongeboren kindje vast te stellen – dat is slechts voorbehouden aan wie genoeg geld heeft. Vaak worden meisjes geaborteerd. Hoewel prenatale geslachtsscans tegenwoordig in India verboden zijn, rukt de disbalans in de geslachtsratio op. Aanvankelijk trof die vooral de noordelijke deelstaten, nu ook het oosten en het zuiden. Zelfs in Bangalore, het Silicon Valley van India, thuisbasis van ’s lands hypermoderne computer-techies, is de verhouding zoek.

‘Ik kende gezinnen waar alleen de jongens volwaardig voedsel kregen. De meisjes moesten het doen met liflafjes’

Nee, het einde van de man dient zich in India voorlopig nog niet aan, weet Raghavendra Verma, een bevriende journalist. Hij groeide op als enige zoon in een gezin uit de hoogste kaste, die van de brahmanen. ‘Het gaat zeker 25 jaar duren voordat er ook maar iets verandert. Ik heb het met eigen ogen gezien’, zegt hij. Zijn zussen werden allemaal uitgehuwelijkt, en werken niet, ondanks hun goede opleiding. ‘Die opleiding verhoogde alleen hun status. Het was blijkbaar niet de bedoeling dat ze in een goede baan gingen concurreren met mannen. Bij ons gebeurde het gelukkig niet, maar ik kende gezinnen waar alleen de jongens volwaardig voedsel kregen. De meisjes moesten het doen met liflafjes. In onze door mannen gedomineerde samenleving wordt calculerend naar meisjes gekeken. Ze worden uitgehuwelijkt, dus als ze al inkomsten zouden genereren, dan komen die uiteindelijk niet ten goede van de eigen familie. Waarom zou je in ze investeren? Zo’n meisje krijgt met de paplepel ingegeven dat ze minder waard is dan een jongetje.’

Verma, een veertiger, is een moderne Indiër uit de hogere middenklasse. Hij beschouwt het hindoeïsme als een serie gebruiken waar hij zo nu en dan uit put; hij stemt niet op de gevestigde partijen maar op een jonge partij die strijdt tegen corruptie en hij weigerde zich te laten uithuwelijken (zoals gebruikelijk is), maar eiste te mogen trouwen met de vrouw op wie hij verliefd was. Hij moest er een harde strijd voor voeren en liep zelfs samen met zijn geliefde van huis weg – een schande in India – maar uiteindelijk gingen zijn ouders overstag en kreeg hij toestemming.

Maar hoe modern hij zichzelf ook vindt, hij kan nog geen eitje bakken en zet zelden een voet in de keuken. ‘Dat hoefde ik niet als jongen. Alles werd voor me gedaan. Mijn moeder en mijn zusters deden het werk.’ Hij hoopt dat zijn dochters van elf en vijftien het patroon kunnen doorbreken. Ze mogen studeren. ‘Ze mogen zelf kiezen welk vak. Misschien zullen ze al tijdens hun studie, ongetrouwd, het huis verlaten als ze buiten Delhi gaan studeren.’ Maar hij zoekt wél een partner voor ze uit. Ze hoeven alleen met hem te trouwen als ze dat willen. Hij zal zoeken naar families waar mannelijke heerschappij geen vanzelfsprekendheid is. Maar: ‘Hoe modern zo’n familie zich ook voordoet, je weet nooit zeker of ze dat uiteindelijk ook echt zijn.’

Hij geeft het voorbeeld van zijn moeder. Hij kan zich herinneren – hij was een jaar of tien – dat zijn ouders op tv de echtgenote van een bekende acteur zagen uitleggen dat een vrouw altijd moet doen wat haar man zegt en zich volledig moet aanpassen aan de nieuwe familie waar ze aan wordt uitgehuwelijkt. ‘Geen denken aan!’ riep zijn moeder. ‘Zo zal het niet gaan met onze kinderen!’ Maar toen zijn zussen eenmaal trouwden, was van die stelligheid niets meer over. Verma’s ouders wilden dat hij met zijn vrouw bij hen in huis kwam wonen, zoals de traditie voorschrijft. ‘Dat hebben we gedaan. Maar mijn moeder eiste volledige aanpassing van mijn vrouw aan onze familie. Ik was daartegen. Het heeft veel strijd opgeleverd, en eigenlijk zijn we er nog steeds niet uit. Kijk, als zelfs de vrouwen kiezen voor een traditie die hen kort houdt, dan gaat het heel lang duren voordat de positie van mannen echt onder druk komt te staan, ook al hebben ze nog zulke goede opleidingen.’

Daar is Amit Lakhani het niet mee eens. We zijn gaan zitten op een bankje in de tuin van het maharadja-paleis dat nu dienst doet als districtsrechtbank. ‘Er zijn wetten aangenomen om vrouwen te beschermen, maar vrouwen gebruiken die wetten tegen ons.’

Lakhani doelt op de anti-bruidsschat-wet, waar vrouwen een beroep op kunnen doen als ze worden bedreigd door hun schoonfamilie. Het betalen en accepteren van een bruidsschat (dowry) is een eeuwenoud gebruik in Zuid-Azië. De ouders van de bruid geven hun dochter geld, juwelen en dure kleding mee. Aanvankelijk bedoeld om de dochter die het ouderlijk huis verlaat eigen middelen van bestaan te geven, verwerd de bruidsschat in de loop van de tijd tot een verplichte gift aan de bruidegom en zijn familie. Sinds 1961 is de praktijk bij wet verboden. Maar traditie laat zich niet makkelijk de kop indrukken. Zeker niet als die verbonden raakt met de gierigheid behorend bij de nieuwe, groeiende rijkdom in de opkomende economieën.

Tegenwoordig eist de bruidegom vaak duur huisraad, een auto en een vermogen aan geld en juwelen. Wordt er niet geleverd, dan wordt de schoondochter vaak bedreigd en soms zelfs vermoord. Jaarlijks vinden zo’n achtduizend dowry murders plaats in India, waarbij vrouwen vaak worden overgoten met kerosine in de keuken en in brand gestoken – in veel Indiase keukens staan gevaarlijke kerosinebranders waarop wordt gekookt: zo lijkt de bruidsschatmoord een ongeluk.

Dus werd in 1983 sectie 498A van de Indiase strafwet van kracht, die tot drie jaar gevangenisstraf oplegt aan echtgenoten en hun familieleden die hun schoondochter uitknijpen. Volgens Lakhani maakt sectie 498A ‘het leven van onschuldige echtgenoten tot een hel’. Als een vrouw naar de politie stapt en zegt dat ze bedreigd wordt wegens haar te karige bruidsschat, dan moet de aangifte meteen worden opgenomen en de beschuldigde gearresteerd – om te voorkomen dat de echtgenoot de politie omkoopt, zo heet het. ‘Meestal wordt de hele schoonfamilie beschuldigd. Van de schoonmoeder tot de grootvader’, zegt Lakhani.

Er staat geen straf op het doen van een valse bruidsschataanklacht, en als iemand eenmaal is gearresteerd is er geen kans op borgtocht. Onschuld kan pas worden vastgesteld door de rechter, en de rechtsgang duurt in India vaak jaren. Jaarlijks worden 120.000 sectie 498A-aangiften gedaan, en 200.000 mensen gearresteerd, van wie 130.000 mannen.

Volgens Save Indian Family is het grootste deel van de 498A-aangiften vals, omdat in 85 procent van de gevallen vrijspraak volgt. De organisatie denkt dat ook negentig procent van de aangiften van verkrachting frauduleus is, en is furieus omdat de wet slechts spreekt van ‘vrouwen’. Een man die wordt verkracht kan geen beroep doen op een wet.

‘Er worden vrouwen verkracht door groepen mannen om ze een lesje te leren. “Dus jij dacht dat je er zo bij kon lopen?”’

Lakhani, verontwaardigd: ‘Er zijn 48 wetten om vrouwen te beschermen, er is er niet één die ons beschermt tegen vrouwen. De wet is tegen ons, de politie, de rechtspraak. Hoezo is dit een patriarchale samenleving? Er is niet eens een ministerie voor Mannenzaken, wel voor Vrouwenzaken. Vrouwen breken de Indiase familie af. Jaarlijks plegen 64.000 getrouwde mannen zelfmoord, omdat ze de druk niet meer aankunnen. Twee keer zo veel als getrouwde vrouwen. Er is hier een gender war gaande.’

Het is waar, zegt Bijalaxmi Nanda, politicoloog en activist voor vrouwenrechten. ‘Er wordt misbruik gemaakt van de bruidsschatwet. Dat komt doordat op echtscheiding nog altijd een taboe rust. Zo hopen vrouwen onder een sociaal stigma uit te komen. Maar de vrouwenwetten komen niet uit de lucht vallen. We hebben er hard voor moeten vechten. Ze zijn echt nodig. Neem verkrachting: elke dag staan er nieuwe gruwelijke zaken in de krant, zaken die onderzocht zijn. Soms gaat het zelfs om kinderen. Save Indian Family kan dat toch niet ontgaan? Er worden in dit land nog altijd vrouwen verkracht door groepen mannen om ze een lesje te leren. “Dus jij dacht dat je er zo bij kon lopen?” Of: “Hoe durf je ’s avonds de straat op te gaan zonder man?” Heeft de buurman je eer aangetast? Verkracht zijn dochter! Zolang mannen zelf die mentaliteit niet bestrijden, klinken hun klachten wat wrang, om het zacht uit te drukken.’

‘Ik zal je de slachtoffers tonen’, zegt Lakhani. Elke zaterdag organiseert Save Indian Familiy een bijeenkomst in het park tegenover het Patiala House waar families die valselijk zijn aangeklaagd volgens sectie 498A juridisch advies kunnen krijgen. Een groepje mannen zit te overleggen in de schaduw van een boom. Er klinkt geroezemoes, er ritselen papieren. Er wordt een naderende rechtszaak besproken. ‘Als je het zo doet heb je geen kans’, zegt een van hen. ‘Je moet duidelijk maken dat zij zélf in staat is om te werken, maar dat weigert te doen.’

Het Indiase Hooggerechtshof, de hoogste rechtsinstantie in het land, besloot in juli in te grijpen. ‘Sectie 498A wordt door ontevreden echtgenotes als wapen gebruikt in plaats van als bescherming’, aldus het college dat werd gevormd door twee (mannelijke) rechters. Het Hooggerechtshof verordonneerde dat er pas gearresteerd mag worden als de politie een controlelijst van negen punten heeft afgewerkt en de arrestaties door een politierechter worden goedgekeurd.

Maar blijkbaar handelt de politie daar nog niet naar. ‘Er was nooit ruzie in ons huis, maar nu is mijn zoon gearresteerd wegens de bruidsschatwet’, zegt een oudere Sikh met een lange grijze baard en een grote tulband op. Hij wil vertellen over wat zijn familie is overkomen, maar zonder vermelding van zijn naam – de schaamte is groot. ‘Onze religie verbiedt het aannemen van een bruidsschat. Bovendien was het een liefdeshuwelijk. Wij hebben betaald voor de trouwerij. Haar ouders hebben haar onterfd. Dus probeert ze ons bezit te verkrijgen via de rechter.’

De oude Sikh heeft zijn twintigjarige dochter meegenomen. Ze maakt zich zorgen om haar broer. Ze kent twee gevallen van zelfmoord in de wijk in West-Delhi waar de familie woont: getrouwde mannen die opgejaagd werden door hun vrouw, zegt ze. ‘Iedereen heeft het erover. Hij schaamt zich zo – ik ben bang dat hij zichzelf iets zal aandoen.’

Ze weet niet of ze nog wil trouwen, zegt ze. Amit Lakhani, de mannen-activist, schudt zijn hoofd. ‘Dat is toch geen oplossing’, zegt hij. ‘Dan krijg je de zwaarste straf die er is: sociale uitsluiting! Je ouders zullen een goede man voor je vinden. Behandel hem zoals het hoort, en je hebt niets te vrezen.’


Het einde van de man

In Nederland, maar ook in de VS en andere Noord-Europese landen, is het inmiddels een lopend debat: de benarde positie van de man. Of het nu gaat om het achterblijven van jongens in het onderwijs, de feminisering van hele van oudsher mannelijke beroepsgroepen, de problemen op de arbeids- en relatiemarkt waar laagopgeleide mannen mee kampen – inmiddels wordt de man niet meer als het vanzelfsprekende sterke geslacht gezien. Der Spiegel verklaarde de man alweer jaren geleden in een groot coververhaal tot de nieuwe tweede sekse, de Amerikaanse auteur Hanna Rosin maakte furore met haar boek The End of Men.

Nu valt er op het wankelen van de machtsbasis van de man in het Westen het nodige af te dingen, maar de inhaalslag van vrouwen is ook een feit. En dat heeft een weerslag op hoe mannelijkheid wordt beleefd: niet meer als vanzelfsprekende, onproblematische identiteit. Maar hoe ligt dat in andere culturen? In onze zomerserie richten we onze blik op de positie van de man in landen als Turkije, China, Afrika, Mexico en Aruba. Schemert ook daar onder het oppervlak van dominantie een crisis van de mannelijkheid? Deze week de Indiër.


Dit is een gastbijdrage. Joeri Boom is correspondent in Zuid-Azië voor NRC/NOS


Beeld: Bangalore - ‘Er is hier een gender war gaande’ (Patrick Zachmann / Magnum / HH).