Paisajes para non colorear – hoe lastig het kan zijn om gehoord te worden op je dertiende, terwijl je ideeën juist zijn © Jorge Sánchez-GAM

Dertien zijn kan hemeltergend frustrerend zijn. Je ziet alles, voelt alles, je leeft ten volste en tegelijk ziet niemand je voor vol aan. Je ervaring wordt voortdurend ingeperkt, gerelativeerd, te dramatisch bevonden en tegengesproken. Terwijl je zeker weet – en je weet veel dingen zeker – dat volwassenen zich met de verkeerde zaken bezighouden. Ze laten zich de hele tijd afleiden van waar het eigenlijk over gaat. Je snapt niet waarom volwassenen onverschillig, teleurgesteld, moe en toch zo gefixeerd kunnen zijn op hun regels, die nooit meer ter discussie komen. Dertien zijn is wachten tot je achttien bent en je hun regels kunt verpletteren met je eigen ideeën. Maar wat als achttien worden geen verschil maakt? Wat als je een vrouw bent en de rol die de cultuur daarvoor heeft klaarliggen nogal overeenkomt met die van een monddood, geseksualiseerd kind?

Dat de Chileense voorstelling Paisajes para non colorear (‘Kleurplaten om niet in te kleuren’) een protestvoorstelling is, is duidelijk vanaf de eerste woorden die in de vorm van een disclaimer over de achterwand rollen. Hier zijn makers van Teatro La Re-Sentida (De Ontstemden, of ook goed te vertalen met De Wrokkigen) die het woord tot ons richten over de hoofden van een gevestigde orde, hier een overheidsinstantie die de theatermakers afraadde met meisjes van dertien een voorstelling te maken. ‘Weet u wel dat ze hysterisch, overdramatisch en ontoerekeningsvatbaar zijn?’ Dat hebben we dus toch gedaan, zegt het scherm triomfantelijk. Vanaf hier is het wij tegen de rest. Ze beginnen bij dit kleine, misschien onschuldige voorbeeld van alledaags paternalisme en tonen in de voorstelling het waardensysteem dat erachter schuilgaat. En wat eruit voortkomt.

Negen performers in de leeftijden tussen dertien en zestien jaar rijden een roze speelhuisje op. En passant kleden ze een naakte opblaaspop, die eenzaam onder een spotje lag te zieltogen, zorgzaam aan. De gedachte bij een schoolmusical te zijn beland schiet door mijn hoofd. Harde muziek, vrolijk en energiek gehuppel. Dan begint een van hen te spreken. Zij maakt inzichtelijk: hier zijn negen performers, meisjes of als meisje geboren, die op alle mogelijke manieren van elkaar verschillen, maar die het over een ding hartgrondig eens zijn. ‘Er zijn er negen die niet langer onzichtbaar willen zijn.’

In slimme en soms schoolse korte scènes gaan de meisjes het gesprek, dat een gevecht is, aan met de heersende cultuur. Het recht op de eigen ervaring staat in deze montagevoorstelling in iedere scène midden op het voortoneel. ‘Wie zegt dat?’ is de leidende vraag. Het antwoord luidt steeds: ‘Iedereen.’ Waarom je niet sexy mag dansen, waarom verkrachting je eigen schuld is, waarom abortus illegaal is, waarom een vader een moeder in het gezicht mag spugen, zonder gevolgen. Waarom je geslutshamed wordt. Zonder reden. Ja. Dat is nu eenmaal zo. Wie zegt dat? ‘Iedereen.’En dat ‘iedereen’ moet op de schop. En daarvoor moet dat ‘iedereen’ eerst aangewezen worden. ‘To pluralize and to specify’, schreef queer theorist Eve Kosofsky Sedgwick, bij wijze van motto en oproep binnen het emancipatoir denken. Meervoudig en specifiek maken. En dat doen deze performers via dat ‘iedereen’. De inzet is torenhoog, de verhalen zijn persoonlijk. Stukje bij beetje komen we te weten wie hun ‘iedereen’ is.

Ervaringen van honderd andere leeftijdgenoten zijn opgenomen in deze theatervoorstelling, die tot stand kwam via workshops in buurtcentra. Vanuit hun eigen beleving werd met grote groepen jongeren in kaart gebracht wat vrouw- en meisje-zijn betekent in Chili vandaag. Uit die ervaringen destilleerden de makers hun voorstelling. Een woedende rant van een veertienjarige lesbienne laat je alle hoeken van de zaal zien. Het is schril, oergeestig, het is drammerig, het móet, het is een langgerekte schreeuw om rechtvaardigheid. Ook een performer die zich niet als meisje identificeert neemt het woord. Of juister: ze laat zien hoe ze door haar ouders als een suikerzoete pop wordt aangekleed, maar zichzelf niet ervaart via een vaststaand gender. Neutraal, zegt ze, is toch ook een optie? Echo’s van een scène uit een dansvoorstelling van Pina Bausch klinken erin door, te zien in de 3D dansfilm Pina (2011) van Wim Wenders, een eerbetoon aan het hele oeuvre van Bausch, een aanrader. Ook in die scène wordt er – onder de vlag van interesse en zorg – onophoudelijk aan de performer gefriemeld en getrokken. Alles moet aangejurkt en opgedirkt. En vooral aangepast. Wat er is, delft voortdurend het onderspit voor hoe ‘het’ zou moeten zijn. Hoe kinderen hulpeloos overgeleverd zijn aan deze vorm van liefde wordt treffend in beeld gebracht.

Het gevecht dat ze moeten leveren is drie keer zo zwaar, en wat ze bevechten is innig met elkaar verstrengeld. De drie om bovenuit te rijzen: het zelf, het ouderlijk gezag én de heersende (machismo-)cultuur. Deze laatste wordt zichtbaar gemaakt door integraal een frisdrankcommercial te tonen, die recent in Chili werd uitgezonden. ‘Vrouwen huilen overal om’, zegt de reclame en toont een keur aan prozaïsche situaties die vrouwen aan het huilen zouden maken. Schaamteloos gericht op de man, die zich beschermend dient op te stellen, maar liever iets lekkers drinkt bij het huilen van die overgevoelige en onredelijke vrouwen. De infantilisering van vrouwelijke ervaring liegt er niet om.

Ja. Dat is nu eenmaal zo. Wie zegt dat? ‘Iedereen. ’En dat ‘iedereen’ moet op de schop

De commercial sluit af met: ‘Vrouwen, ze huilen inderdaad overal om. Sprite, de verfrissende waarheid.’ Waar ik onwillekeurig om lach, een naar, zuur lachje. Wat volgt zijn nieuwe scènes uit hun gedeelde én persoonlijke verhaal, die wel degelijk om te huilen zijn. Ze maken inzichtelijk hoe de wreedheid van scholieren zich vermengt met een vurige, niet mis te verstane misogynie. Hoe een vader en een muur soms hetzelfde zijn. Hoe hulpverlening je letterlijk kan verpletteren. Ze spelen christelijke politieke machthebbers die uitleggen waarom abortus verwerpelijk is en de ware vervulling van een vrouwenleven het moederschap is. Sjieke dames zijn het, die zich zulke standpunten prima kunnen permitteren met hun kindermeisjes. Het is een doodenge mix van moederverheerlijking en zelfopoffering, waarvan de zalvende toon verbluffend goed wordt getroffen.

Als de negen feesten raakt dat zeer. Iets aan de overgave in het playbacken, het schreeuwend meezingen, het oefenen in dramatiek, de gespeelde wanhoop, die niet gespeeld is, transporteerde mij naadloos naar mijn eigen dertien zijn. De wereld zoals hij is, is te klein, ze barsten eruit. En hou die oerkracht van opgroeien ook maar eens tegen. Het ongepolijste dat te hard en te schril is, dat overdrijft, dat zoekt naar zichzelf en een evenwicht wordt doeltreffend ingezet. Misschien raakt het ook, omdat er iets afgeschud wordt, vrouwzijn wellicht, wat niet kan worden afgeschud.

Paisajes para non colorear © Jorge Sánchez-GAM

Het zuchten van de gevestigde orde, de ergernis die pubers kunnen oproepen, die in de disclaimer benoemd werd, wordt steeds slim ingezet. Het confronteert met hoe lastig het kan zijn om gehoord te worden op je dertiende, terwijl je ideeën juist zijn. Ook de bij uitstek adolescente morele superioriteit, die bij juiste ideeën kan komen kijken, speelt mee in de ergernis. Maar met name ontstaat er een verlangen naar een verhaal waarin onderdrukking geen rol speelt, misogynie niet te vinden is. Ik wil er iets tegenover zien. Ik wil zien hoe je kunt leven zonder je te laten dwarsliggen door heersende normen. Want net als er een genderloze, woeste punkscène lekker op gang komt, roept er weer een moeder. ‘School morgen, de muziek gaat nu uit.’ ‘Ja, mama.’ Want wat moet je? De gespletenheid van autonoom willen zijn en gedwongen worden te conformeren doordrenkt alles wat de performers vertellen en laten zien.

De aangeklede opblaaspop keert terug. Ze heeft ‘vele namen,’ werd gemaakt en verkocht als twaalfjarig meisje, haar wijd opengesperde mond is klein. Hier wordt ze Sophia gedoopt en als gelijkwaardig performer opgenomen in hun midden. De scènes met Sophia leunen tegen het essayistische aan. Tegelijk kennen ze een parallel met het ‘met poppen spelen’ uit de kindertijd, die deze performers nog maar zo kort geleden achter zich hebben gelaten. Het essayistische krijgt naar het einde toe de overhand. De gedachte dat ze in een sociaal construct leven waarin zelfs een pop geen brood ziet, zet de eindscène in, die de afgeladen Schaubühne in Berlijn waar ik de voorstelling zag nogal aan het snotteren maakte. Het is een sterk toekomstvisioen, geladen met woede en overtuiging. Dermate dat je je hart vasthoudt. Je voorvoelt de mitsen en de maren van de volwassen wereld, die zich onherroepelijk zullen aandienen.

Maar dwars door die omzichtigheid heen wint de theatrale moed, de schiere denk- en voelkracht die deze negen, die niet langer onzichtbaar zijn, tentoonspreiden. Ze bevrijdt en verbindt. In de slotscène toveren de makers van Teatro Re-Sentido nieuwe kleurplaten te voorschijn, kleurplaten van taferelen die wel geleefd kunnen worden. Het knalt de zaal in, de kracht van de verhalen van deze nieuwe generatie feministen. Die kracht deed ook denken aan de Vlaamse Anuna de Wever en de Zweedse Greta Thunberg, scholieren die een verschil maken in de klimaatdebatten in Europa met hun helderheid van geest. Ze vertegenwoordigen de nieuwe generatie die met de gevolgen zit van een culturele erfenis van eerdere generaties en die goede suggesties voor verbeteringen aandraagt. In het nagesprek zegt een van de makers: ‘Soms vroegen we ons in het maakproces wel af: is dit niet te veel? Maar dan wisten we: nee de realiteit, díe is te veel.’

Paisajes para non colorear van Marco Layera speelt op 14 en 15 juni in de Grote Zaal van Internationaal Theater Amsterdam; hollandfestival.nl