Klanten wippen schielijk de peeskamers binnen of komen er net vandaan, soms de gulp nog dichtritsend. Voor de bordelen staan zware jongens. Om deze openbare seksindustrie staat Nederland wereldwijd bekend. We waren er lange tijd zelfs trots op: we zijn een liberaal land, we hebben de prostitutie sinds 2000 via een bordeelwet keurig gereguleerd.

Maar het leven van veel meisjes achter de ramen voldoet allerminst aan het romantische plaatje van de mondige hoer die haar eigen boontjes kan doppen, zoals de bejaarde tweeling Martine en Louise Fokkens trots uitdraagt in de documentaire Ouwe hoeren. In 2008 maakte het politierapport Schone schijn over de ‘raamsector’ al een einde aan veel illusies. Behalve op de Wallen en andere red light districts vindt gedwongen prostitutie plaats op plekken die zich aan het oog onttrekken. Op hotelkamers, parkeerplaatsen, campings, in kelders, garages, auto’s of op clandestiene tippelzones. Van de ongeveer dertigduizend prostituees in Nederland zou zo’n zeventig procent werken onder dwang.

Wat dat inhoudt, bleek onlangs uit een strafzaak tegen zes Hongaarse vrouwenhandelaren. Het schokkende verhaal dat hieruit naar voren komt is te lezen in De Groene van deze week (woensdag online, donderdag in de winkel). De slachtoffers zijn onder valse voorwendselen in Hongarije geronseld, en vervoerd naar Amsterdam, waar ze op de Wallen werden ingezet. De daders streken de verdiensten op. Dat zij zijn gepakt betekent in ieder geval gerechtigheid.

De prostitutie is internationaal geworden – het akkoord van Schengen heeft dat mogelijk gemaakt

De bestrijding en bestraffing van mensenhandel staat sinds ongeveer tien jaar bij de overheid hoog op de agenda. Bij de zittende magistratuur is een omslag gekomen. In 2012 werd de maximumstraf voor mensenhandel verhoogd van acht naar twaalf jaar cel. In de vrouwenhandel wordt veel geweld gebruikt, er gaat veel zwart geld in om. De prostitutie is internationaal geworden – het akkoord van Schengen heeft dat mogelijk gemaakt. De ouderwetse madame is verdrongen door misdadigers.

‘Mensenhandel past niet in onze samenleving, zoals slavernij hier anderhalve eeuw geleden is afgeschaft’, aldus de Nationaal Rapporteur Mensenhandel Corinne Dettmeijer. En, stelt zij: ‘Als je als samenleving vindt dat dit echt niet kan, is er dus óók een verantwoordelijkheid voor de klant.’ Er ligt nu een wetsvoorstel van de SP, de PvdA en de ChristenUnie om de afnemer van gedwongen prostitutie te straffen.

Zeker, ook dit middel is geoorloofd om moderne seksslavernij aan te pakken. Al is het alleen maar als signaal: als klant houd je een walgelijke verborgen wereld in stand. Of deze juridische weg werkt, is iets anders. De bordeelwet heeft eerder het tegendeel bereikt: nog meer seks in het illegale circuit. Ondanks alle expertise blijft de strijd tegen vrouwenhandel complex: voor de politie om een zaak te onderzoeken, voor het Openbaar Ministerie om te vervolgen en voor de rechter om te berechten. Meisjes zijn vaak doodsbang om aangifte te doen of trekken verklaringen weer in. In de rechtszaal laat dwang zich moeilijk bewijzen. Als de verdachten op vrije voeten zijn, zijn de slachtoffers vogelvrij.

Handel in vrouwenvlees is natuurlijk niet uit te roeien, omdat de oorzaak dieper ligt: armoede. Alle meisjes in de Hongaarse strafzaak hebben een schrijnende achtergrond. En er zal altijd behoefte zijn aan betaalde seks. Maar als hoerenlopers de ellende achter hun behoefte niet willen zien, moet de rechter dat maar doen.