Gezellig was het al jaren niet meer met Tayyip Erdogan, de gekozen dictator van Turkije. Afgelopen november blafte hij Donald Tusk en Jean-Claude Juncker, de twee hogepriesters van de EU, nog af toen ze over de vluchtelingencrisis kwamen praten in Antalya.

Vooral tegen de Luxemburger Juncker gedroeg Erdogan zich als de lompe bullebak die al eerder opsteeg uit de ‘Erdogan-tapes’, een serie uitgeschreven telefoongesprekken van de Turkse president. Juncker moest zich niet te veel in zijn hoofd halen, als ex-premier van een landje dat ‘net een stadje in Turkije’ was. ‘We werken hard (om Turkije lid van de EU te maken – rvdh), en we hebben je in Brussel als een prins behandeld’, sputterde Juncker beledigd, volgens een transcript dat afgelopen maand uitlekte. ‘Als een prins?’ wierp Erdogan tegen. ‘Natuurlijk. Ik vertegenwoordig toch geen derdewereldland?’

Aan alles merk je echter dat Erdogans grootste vrees is dat Europeanen dat stilletjes wél over Turkije denken. ‘We wachten al 53 jaar (op EU-lidmaatschap – rvdh). Jullie drijven de spot met ons’, zei hij in november. En nu heeft hij kennelijk geconcludeerd dat de botte bijl in Europa het beste werkt. Het is een opmerkelijk moment. Turkije heeft net zijn oorlog tegen de Koerdische bewegingen hervat, is bijna in oorlog met Rusland, wordt beschuldigd van het bewapenen van IS en het afnemen van IS-olie en heeft aan zijn grens de grootste oorlog, vluchtelingencrisis en het grootste extremistenleger van de wereld. Vrijdag knevelde Turkije zijn grootste krant, even later zijn grootste persbureau, en maandag eiste het op hoge toon zes miljard euro, visumvrij reizen voor zijn burgers en lidmaatschap van de EU. En zag het een rijtje Europese leiders opgetogen stroop smeren.

Voor de duidelijkheid: op lidmaatschap van de EU kan Turkije rustig nog eens 53 jaar wachten. Er is geen enkele kans dat de huidige EU-landen unaniem voor een Turks lidmaatschap stemmen. Een handvol regeringsleiders, van de nette Italiaan Renzi tot de Hongaarse politieke hooligan Orbán, trappelde zich deze week al warm om een veto uit te spreken of een referendum af te kondigen over Turks EU-lidmaatschap (wat op hetzelfde neerkomt) en zo de held van de stembus te worden bij de volgende nationale verkiezingen. Zij zullen een telefoontje krijgen van Angela, om te zorgen dat er volgende week toch een akkoord met Turkije wordt getekend.

Die zes miljard euro gaan we Turkije betalen

Want op dit moment draait alles even om vluchtelingen – of beter, om wie ze gaat tegenhouden. Laat niemand zich illusies maken: die zes miljard euro gaan we Turkije betalen om vluchtelingen terug te slepen naar tentenkampen, om hun boten te verjagen, om ze weg te knuppelen bij de grens met Griekenland. Wat er nu gebeurt langs de grens met Macedonië is maar een voorproefje. We gaan Turkije betalen om de Syrische vluchtelingen zo zeer in het nauw te drijven tot ze in een willekeurig land een asielprocedure ingaan die alleen bedoeld is om tijd te rekken tot ze teruggestuurd kunnen worden, of tot ze ervoor kiezen om zelf maar langs de Syrische grens te wachten op betere tijden.

Ik kan me niet herinneren dat nette landen als de onze zo openlijk een deal sluiten over de hoofden van zulke reddeloze mensen. Een reeks EU-leiders presenteerde het aankomende akkoord als een overwinning op mensensmokkel. In werkelijkheid zien we hier het grimmige gezicht van Europa, de ‘zachte supermacht’ die zo is opgehemeld als een humaner, beter soort wereldmacht door commentatoren als Andrew Moravcsik, Jeremy Rifkin en Timothy Garton Ash.

Dat grimmige gezicht bleef in het verleden niet alleen verborgen omdat we geen miljoen-plus vluchtelingen per jaar hadden, maar ook omdat de EU altijd wel iemand had die het vuile werk wilde doen. Zoals de ‘vieze man van Europa’, Silvio Berlusconi, die de Libische dictator Kadhafi zijn tentenkamp liet opslaan in Rome. In sessies waar we liever de details niet van weten kreeg hij van Libië gedaan wat de EU nu met Turkije doet: in ruil voor gunsten berooide vluchtelingen weghouden van onze kusten. De EU-Turkije-top oogt van de buitenkant een stuk minder vies. Of dat van binnenuit ook zo is, vraag ik me af.


H.J.A. Hofland is ziek