Het lijkt haast hoogmoedig om het koor van ontelbaar veel stemmen te willen laten horen, maar Galeano is daar wonderwel in geslaagd. Kroniek van het vuur bestaat uit drie kloeke delen: Het begin, waarin hij oude Indiaanse mythen heeft opgetekend, de ‘ontdekking’ van het continent en de conquistadores; Gezichten en maskers, dat de achttiende en negentiende eeuw behandelt; en De eeuw van de wind, waarin hij gebeurtenissen uit de twintigste eeuw heeft vastgelegd. Bij elkaar is Kroniek van het vuur een mozaïek van korte verhalen, berichten en poëzie. Uit de meest uiteenlopende bronnen heeft Galeano geput: van folklore tot historische kronieken, van volksliedjes tot literatuur.
Zo lees je hoe de eerste vrouw en man droomden dat God hen droomde en hoe zij de liefde ontdekten. Ze keken elkaar aan en het was vreemd wat zij tussen hun benen hadden. ‘Is het afgesneden?’ vroeg de man aan de vrouw en krabde zich op zijn hoofd. Zij mocht van hem geen fruit meer eten en moest op een hangmat uitrusten, opdat haar ‘open wond’ genas. Toen hij goed naar de apen in het bos had gekeken wist hij hoe hij haar moest genezen. En zo lees je hoe Columbus de grond van Guanahaní kust en de namen van Ferdinand en Isabella prevelt; hoe pater Bartolomé de Las Casas wordt gehaat door de Spanjaarden en aanbeden door de Indianen; hoe Coca-Cola en spijkerbroek worden uitgevonden; hoe de conquistadores moorden, de Indianen zich verzetten en de slaven vluchten.
En het rare is dat de verhaaltjes stuk voor stuk zo concreet, authentiek en bescheiden zijn dat je al lezend Galeano’s gigantische ambitie vergeet.
Eduardo Galeano, Kroniek van het vuur: Vijf eeuwen verbeelding van Latijns Amerika. Vertaling Dick Bloemraad, uitgeverij Van Gennep, verkrijgbaar bij De Slegte voor 312,95 per deel.