De leerling had natuurlijk gelijk. Je kunt oeverloos filosoferen over de vraag of een vallende boom geluid maakt als niemand hem hoort, maar een boom die valt, maakt lawaai, ook als dat geluid verwaait in een mensenloos niets. Toch is het uitgangspunt van Kant en andere idealisten belangrijker voor goed begrip van de omgeving dan wij, nuchtere modernen, gewoonlijk aannemen. Kijk naar wat er gebeurt in Oekraïne. Zijn het niet vooral de waanzinnen in het hoofd die het gedrag bepalen? De voorstanders van de Russische kant schelden hun Europese tegenstanders steevast uit voor fascisten omdat zij geleerd hebben dat een groot deel van de (West-)Oekraïners 75 jaar geleden de kant van de nationaal-socialisten koos. Van die wetenschap komen zij niet los. De Europese Oekraïners op hun beurt raken de beelden uit de tijd van Stalin waaronder die van de Holodomor (hongersnood uit 1932-1933 met vele miljoenen doden) en de Koude Oorlog niet kwijt. De Russen en hun vrienden zijn in hun ogen allemaal levensgevaarlijke communisten.

En dan Poetin. Hoewel hij zich voordoet als modern en nuchter draagt hij een volledig schimmenrijk in het hoofd. Daarin dwalen dezelfde spoken als die voorheen door de hoofden van zijn voorgangers, tsaren en sovjetmachthebbers, dwaalden: van een Russisch rijk van Polen tot Japan, een wereldmacht.

Wijzelf zijn overigens niet zo heel veel nuchterder, al denken we van wel. In de afgelopen weken heb ik tientallen keren het begrip Koude Oorlog voorbij zien komen. De gebeurtenissen op de Krim zouden tijden van weleer doen herleven. En ook München, Chamberlains knieval voor Hitler in september 1938, passeerde weer: als we zouden toegeven aan Poetin zijn we als de man met de slappe hoed en zullen we dus oorlog ontketenen.

In naties zijn we opgegroeid, in naties denken we

Ik geloof dat het Kants jongere tijdgenoot Hegel was die beweerde dat de geschiedenis één ding leert: dat zij niets leert. Ik ben het daar volledig mee eens, al is het een wijsheid waar je niet zo veel aan hebt. De geschiedenis is immers verreweg de belangrijkste leverancier van ons denkmateriaal. We analyseren heden en toekomst altijd in haar licht om de simpele reden dat we, naast ‘de zuivere rede’, over geen ander licht beschikken. En dus zijn het steeds weer de beelden van het verleden die onze houding bepalen. Om die reden is het spreekwoord over de intelligentie van de ezel ook zo vermakelijk. Het beest kent geen verleden, het heeft geen beelden en toch of misschien wel juist daarom stoot het zich geen tweemaal aan dezelfde steen.

Je kunt hetzelfde ook anders zeggen: dat wij onvermijdelijk achterstevoren richting toekomst lopen en daarom steeds weer met dezelfde obstakels botsen. Meteen hierop volgt de vraag: hoe kun je je omdraaien? Misschien is van alle antwoorden het cynische nog wel het verstandigste: dat kan niet. Het enige wat je kunt doen is teruggrijpen op een nog verder verleden. Dat kan helpen, zoveel varianten zijn er immers niet. Neem nogmaals het gedoe rond Oekraïne en de Krim. Tot op grote hoogte draait het om een probleem dat overal speelt: nationale staten versus regio’s, culturen of religies. Nationale staten vormen de horizon van het recente verleden. Vandaar dat iedereen vanuit dat frame denkt en reageert.

Maar twee-, driehonderd jaar geleden leefden mensen in een geheel ander frame. Zelfs tot ver in de negentiende eeuw wist het gemiddelde kind op het Franse platteland niet wat Frankrijk was. Het kende Bretagne, de Tarn, Picardië, maar Frankrijk? Dit is in Afrika, grote delen van Rusland, China en elders nog altijd het geval. Mensen horen ‘voor hun gevoel’ bij hun streek, hun geloof, hun cultuur. Waarom zou dat gevoel = beeld = frame geen werkelijkheid kunnen zijn? Om organisatorische redenen, zou je zeggen. Kleinschaligheid staat immers gelijk aan onvermogen. Maar wie zegt dat eigenlijk? En geldt dat niet alleen een wereld van elkaar vijandige staten? Ligt het in onze grote geglobaliseerde wereld niet anders?

We komen niet los van de nationale en nationalistische beelden in ons hoofd. In naties zijn we opgegroeid, in naties denken we. En dus roepen we die naties zowel aan de borreltafel als in de media steeds weer aan. De beelden in het hoofd zijn de werkelijkheden van het hart. Er is een stevige boerenkar nodig om zoveel waanzinnen te verpletteren.