Burgemeester Femke Halsema tijdens het protest op de Dam. Diverse antiracismeorganisaties houden een manifestatie uit protest tegen wat zij noemen politiegeweld tegen zwarten in de VS en de EU. Aanleiding is de dood van George Floyd in de Amerikaanse stad Minneapolis. © ANP / Sem van der Wal

Het is de Maand van de Filosofie, met dit jaar als thema ‘Het uur van de waarheid’. Bedacht voordat het coronavirus uitbrak, maar daardoor niet minder actueel. Ook nu wordt met behulp van nepnieuws of leugenachtig getwitter de democratie bedreigd en worden groepen mensen tegen elkaar opgezet. De Pools-Belgische filosofe Alicja Gescinska schreef het jaarlijkse essay dat bij het thema aansluit, Kinderen van Apate. De ondertitel luidt: Over leugens en waarachtigheid.

Aan dat laatste woord, waarachtigheid, moest ik vaak denken toen ik afgelopen week het debat volgde over de demonstratie tegen racisme op de Dam in Amsterdam. De demonstratie waar te veel mensen op afkwamen, de demonstranten de corona-afstand tot elkaar niet in acht namen en de burgemeester besloot niet in te grijpen, uit angst dat de emoties dan te hoog zouden oplopen en het tot ongeregeldheden zou leiden.

Dat er niet wordt ingegrepen bij demonstraties waarbij men zich niet aan de regels houdt, gebeurt vaker. Afgelopen najaar nog in Den Haag, toen boze boeren op het Malieveld demonstreerden tegen het stikstofbeleid. Ze kwamen met te veel, ramden dranghekken omver, probeerden op plaatsen te komen die voor hen verboden waren en droegen rieken bij zich. Toch greep de burgemeester niet in. Ik heb me daar toen kwaad over gemaakt. Van de boeren ging geweldsdreiging uit. Als dat reden is om niet in te grijpen, dreigt het recht van de sterksten.

Ook bij de demonstratie in Amsterdam is de vraag of niet-ingrijpen de juiste beslissing was. Ik zou niet waarachtig zijn als ik hier met twee maten zou meten: wel kwaad omdat bij de boerendemonstratie niet is ingegrepen, maar dat vergoelijken bij de demonstratie in Amsterdam. Met als hoofdreden voor dit verschil dat ik de boeren inhoudelijk niet steun, maar de demonstranten tegen racisme wel. Een burgemeester mag dat onderscheid zeker niet maken, die wordt geacht boven de partijen te staan. Maar de burgemeester van Amsterdam, Femke Halsema, heeft met haar uitlatingen zelf de verdenking op zich geladen die onpartijdigheid te hebben laten varen. Wat was nou de echte reden om niet in te grijpen?

Geen woord van Wilders toen boeren in Den Haag de regels overtraden

De button die ze droeg gaf haar critici extra munitie. Op die button stond ‘1873’, het jaar dat de slaven pas echt vrij werden nadat tien jaar daarvoor de slavernij in Nederland officieel was afgeschaft. Ik mag hopen dat er ook een rel was ontstaan als interim-burgemeester Johan Remkes van Den Haag zich in het najaar op het Malieveld had laten zien met een button op zijn revers die de boeren een hart onder de riem had gestoken. Ook die button had dan de vraag moeten oproepen of het sympathie voor de demonstranten was die de burgemeester deed besluiten de demonstratie niet af te blazen. En de intentie daarachter dus een andere dan de reden die de burgemeester opgaf.

Tijdens het recente debat in de Tweede Kamer over het coronavirus speelde de demonstratie de hoofdrol. Ook toen waren de intenties te bevragen. Neem pvv-leider Geert Wilders. Die hoorde je niet afgelopen najaar toen de boerendemonstratie op het Malieveld ondanks alle overtreden regels gewoon mocht doorgaan. Geen kwaad woord toen over het optreden van vvd-burgemeester Remkes. Sterker, Wilders juichte de boeren toe. Van GroenLinks-burgemeester Halsema eiste hij echter het onmiddellijke aftreden. Met dat GroenLinks er door hem elke keer expliciet bij gezegd.

Naar Wilders’ intenties hoef je overigens niet te gissen. Wilders was niet op zoek naar de waarheid achter wat er in Amsterdam is gebeurd. Hij gebruikte de demonstratie om GroenLinks, en de pvda, te beschuldigen van het toestaan van massamigratie, het bevoorrechten van migranten en daarmee van het discrimineren van de witte Nederlander. Waarmee hij wederom, zoals al jaren, bevolkingsgroepen tegen elkaar probeert op te zetten. In dat debat ontstond ook argwaan over de intenties achter de appjes die op de dag van de demonstratie op de Dam zijn uitgewisseld tussen Halsema en minister van Justitie en Veiligheid Ferd Grapperhaus. Wilders had om openbaarmaking daarvan gevraagd.

Heeft Halsema zich willen indekken door Grapperhaus op de hoogte te stellen van het niet-ingrijpen? Of deed de minister dat toen hij een lange app stuurde waarin hij ontkende dat er ruggespraak met hem geweest zou zijn en waarin hij tevens opmerkte dat het laten doorgaan van de demonstratie vanwege ‘het belang van het onderwerp’ daarvan niet bij hem was gemeld. Halsema verdacht hem er in ieder geval van, blijkt uit hun app-geschiedenis.

Intenties doen ertoe, vindt filosofe Gescinska. Ook rondom de demonstratie in Amsterdam doen ze ertoe. Wat mij betreft dan ook de intenties waarmee Halsema’s handelen in een krant als De Telegraaf en op de sociale media steevast worden bekritiseerd. Omdat ze een vrouw is? Omdat ze van GroenLinks is? Omdat schelden, beschuldigen en grote woorden meer hits opleveren? Ook degenen die Halsema juist bejubelen, moeten zich overigens afvragen waarom ze dat doen. Wat hun ware intentie daarachter is.

De waarheid is niet alleen de feiten. Fact-checken is niet genoeg, vindt Gescinska. Het gaat om waarachtigheid. Daar kun je slechts toe oproepen. Halsema, Wilders, Grapperhaus, De Telegraaf, u, ik: wij moeten zelf onze intenties bevragen. Proberen tegen onszelf zo eerlijk mogelijk te zijn. Op politici, bestuurders én journalisten rust daarbij een extra verantwoordelijkheid. Staat mijn handelen in dienst van de democratie en de rechtsstaat of heb ik andere motieven?