‘Sommige kandidaten stonden uit puur opportunisme op de lijst en niet om hun kwaliteiten.’ Eerlijk was ze, pvda-lid en scoutingsfunctionaris Coby Admiraal, toen ze twaalf jaar geleden naar aanleiding van de affaire met het Haagse gemeenteraadslid voor GroenLinks, Ahmet Daskapan, door de Volkskrant werd gevraagd hoe haar partij omging met allochtone partijgenoten.
Het opportunisme bestond eruit dat de pvda – en GroenLinks destijds ook met Daskapan – leden met een Turkse of Marokkaanse achtergrond maar wat graag op een kandidatenlijst zette, omdat die veel stemmen trokken. Toen in 1998 de drempel voor het aantal voorkeurstemmen omlaag ging, kwamen deze leden echter eerder in de gemeenteraden terecht dan de bedoeling zou zijn geweest. Althans, volgens Admiraal hadden ze bij de pvda eigenlijk nog vier jaar politiek moeten rijpen.
De twee weken geleden voor zichzelf begonnen Turks-Nederlandse Tweede-Kamerleden Tunahan Kuzu en Selçuk Öztürk hadden die vier jaar rijping al achter de rug toen ze in 2012 voor de pvda naar het Haagse Binnenhof kwamen. Kuzu was de vier jaar daaraan voorafgaand raadslid geweest in Rotterdam en had daar ook in afdelingsbesturen van de partij gezeten. Öztürk had al veertien jaar ervaring als raadslid in Roermond en was in Limburg ook nog Statenlid geweest. Onervaren kon je ze dus niet noemen. Andersom zou je denken dat ze voor de pvda geen onbekenden waren die ‘uit puur opportunisme en niet om hun kwaliteiten op de lijst stonden’, om het nog een keer in de woorden van Admiraal te zeggen.
Toch ging het knetterend fout tussen hen en de pvda-fractie. En toen dook meteen de vraag op of ze niet toch uit opportunisme op de lijst waren gezet. Dat alleen al is veelzeggend: allochtone achtergrond, dus het zal wel vooral om de stemmen zijn gegaan die ze meebrengen. Beschuldigen we de pvda daar ook van als het om het Friese pvda-Kamerlid Lutz Jacobi gaat? Nee, dan heet het dat deze Friezin de Friezen een stem geeft.
Het ironische toeval wilde dat Kuzu en Öztürk na veel gescheld over en weer de pvda-fractie verlieten op de dag dat het rapport verscheen van de partijcommissie Einde aan de Machteloze Politiek. Ook zonder partij te trekken voor een van de twee kampen kan de conclusie zijn dat deze zoveelste interne partijruzie bij de sociaal-democraten, inclusief het openlijke en anonieme moddergooien, tamelijk machteloos overkwam. Dat is wel vaker een symptoom bij een partij die op verlies staat.
Het pvda-rapport hamert erop dat politici weer door waarden gedreven moeten worden. Titel van het rapport is dan ook: Politiek van waarde. Waar de pvda-politici nu door worden gedreven, staat er wijselijk niet in. Je zou dan denken door macht, maar dat lijkt in tegenspraak met de opdracht van het partijrapport om een einde te maken aan de machteloze politiek.
Die ‘nieuwe’ waarden moeten ertoe leiden dat de verweesde burger weer een stem krijgt, bij de woningcorporatie, de zorginstelling, de school of kunstinstelling. Je zou ook kunnen zeggen: de pvda wil terug naar de tijd dat ze in die gremia invloedrijke bestuurders had zitten die zich niet op sleeptouw lieten nemen door de verleidingen van privatisering, schaalvergroting, derivatenhandel, grondposities en eigenbelang.
Laten nou uitgerekend Kuzu en Öztürk, ook zonder daartoe te zijn aangespoord door dit rapport, al een achterban hebben die ze een stem proberen te geven. De in Istanbul geboren Kuzu kwam zelfs op eigen kracht de Kamer in, net zoals de in Heerenveen geboren Jacobi, overigens. Of Kuzu en Öztürk vervolgens de waarden van de pvda uitdroegen die nu worden beoogd dan toch vooral die van hun Turks-Nederlandse kiezers, mogelijk nog gestuurd door de ‘lange arm’ van Turkije, was de volgende vraag die opdook in de nasleep van deze affaire.
Cliëntelisme is vaak de beschuldiging als het fout gaat met politici met een niet-Nederlandse achtergrond. Met enig gevoel voor humor zou je kunnen zeggen dat de in Roermond in de politiek begonnen Öztürk het daar van de voormalige vvd’er Jos van Rey heeft afgekeken. Om daarmee maar aan te geven dat als er sprake zou zijn van cliëntelisme dit niet aan politici met een allochtone achtergrond is voorbehouden.
Wanneer is een stem geven aan je achterban trouwens belangenbehartiging en wanneer gaat dat over in cliëntelisme? Daar zou de pvda in de verplichte cursussen voor kandidaten en in de trainingen voor toekomstige selectiecommissies, die er volgens die partijcommissie die een einde moet maken aan de machteloze politiek moeten zijn, dan toch ook aandacht aan moeten besteden. Liefst met rollenspellen en concrete voorbeelden, om de deelnemers te kunnen confronteren met hun vooroordelen over Turkse en Marokkaanse Nederlanders en hun blindheid voor blanke-mannencliëntelisme.
Op de Haagse wandelgang hoor je nu – nee, noem mijn naam niet – dat Öztürk een slecht en lui Kamerlid was. En dat hij en Kuzu er gewoon op uit waren om met de fractie te breken. Het kan best waar zijn. Maar waarom wist de pvda nadat hij veertien jaar lid was geweest van de Roermondse gemeenteraad dan niet wat voor vlees ze met Öztürk in de kuip had? Het antwoord op de wandelgang was dat ze bij de partij in 2012 gezien de slechte peilingen niet hadden gedacht dat de nummer 39 in de Kamer zou komen. Dan kun je alleen maar concluderen: dan is het ook eigen schuld, dikke bult. Weinig politiek van waarde ook, trouwens.
Waarom wist de PvdA niet wat voor vlees ze met Öztürk in de kuip had?