Want kun je als land gelegen in een kwetsbare delta nog ontsnappen aan scherpe politieke keuzes? Die vraag hing boven het stuk dat platform voor onderzoeksjournalistiek Investico vorige week bracht. Hoe lang kun je nog gemoedelijk oplopen met boeren als rivieren overstromen, extreme droogte toeneemt en ander onheil vaker voorkomt en dreigt voor de nabije toekomst? ‘Je kunt niet blijven polderen tot Sint-Juttemis’, aldus de voorzitter van de Unie van Waterschappen. ‘Door klimaatverandering lopen we tegen grenzen aan. We moeten assertiever worden’.
Moet het water omhoog of omlaag? Mag de muskusrat die gaten knaagt in dijken en oevers bestreden worden of niet? En wie krijgen er straks voorrang in het schaarse groen dat Nederland telt? Dieren, dagjesmensen of boeren?
Het doet er dus toe wie er straks zetelen in al die waterschappen. Al deed dat er altijd al toe, onthulden Kim van Keken en Dieuwertje Kuijpers twee jaar geleden. Zij doken in de 2288 banen van 642 dijkgraven, ambtelijk secretarissen, heemraden en algemeen bestuurders en ontdekten dat de waterschappen een kluwen vormen van overlappende belangen. Elf procent van de nevenfuncties werd niet opgegeven en hoewel teruggeschroefd zijn er nog altijd ‘geborgde zetels’ voor boeren en natuurorganisaties.
Nog niet overtuigd om te gaan stemmen? Herlees dan tot slot het stuk ‘Gif in de grond’, over ons steeds viezere water. Nederland bungelt in de Europese Unie op de allerlaagste plek en dat is niet zonder gevolgen. Voor 2027 moet dat zijn opgelost, anders dreigt een nieuw soort stikstofcrisis en gaat het land opnieuw op slot.
Wie gaat dat water schoonmaken? De waterschappen.