
Minister van Buitenlandse Zaken Wopke Hoekstra roept, ‘geschokt door de vreselijke executies van demonstranten in #Iran’, begin dit jaar de Iraanse ambassadeur op het matje. Iran heeft dan zojuist twee mannen geëxecuteerd, die in een vluchtig strafproces veroordeeld zijn voor de dood van een paramilitair tijdens een demonstratie tegen het regime.
Half september 2022 sterft de 22-jarige Mahsa Amini, nadat ze is opgepakt door de Iraanse zedenpolitie omdat ze haar hijab verkeerd gedragen zou hebben. De demonstraties tegen het regime, die daarop door heel Iran op gang komen, worden hard de kop ingedrukt: duizenden betogers worden opgepakt, honderden vermoord en tientallen ter dood veroordeeld.
Europa, met Nederland voorop, veroordeelt het geweld van de Islamitische Revolutionaire Garde (irg), het militaire elitekorps onder leiding van de geestelijk leider van Iran, scherp. Zo stemt de Tweede Kamer in met een motie om de irg op de EU-lijst met terreurorganisaties te plaatsen. Zo ver komt het vooralsnog niet, wel legt de Europese Unie Iran nieuwe sancties op: verschillende personen en bedrijven gelieerd aan de Revolutionaire Garde worden op de sanctielijst gezet.
In Iran gaat het protest inmiddels op andere wijze door. Om de irg, waarvan het aandeel in de Iraanse economie doorgaans op ten minste dertig procent geschat wordt, ook financieel te raken, komen kopersstakingen op gang. Consumenten gaan bedrijven die banden zouden hebben met het regime uit de weg. Die boycot raakt bijvoorbeeld zuivelbedrijf Mihan, taxiplatform Snapp! en ook Digikala, de Iraanse tegenhanger van Amazon en Bol.com. In november gebruikten tienduizenden Iraniërs #Boycot-Digikala op Twitter. Zij vrezen niet alleen dat Digikala de kas van het regime spekt, maar zijn ook bang dat het bedrijf de persoonsgegevens van klanten deelt met de geheime dienst, hoewel dat niet bewezen is.
Niet alleen demonstranten boycotten Iraanse bedrijven, ook internationale investeerders willen hun handen niet aan Iran branden. Al sinds president Trump zich in 2018 terugtrok uit het atoomakkoord wagen ook Europese bedrijven zich zelden in het land met bijna negentig miljoen inwoners.
Eén investeringsmaatschappij, gevestigd op de Amsterdamse Herengracht, heeft echter nog altijd enkele honderden miljoenen euro’s in de Iraanse techsector zitten, blijkt uit gelekte bedrijfsdocumenten. Het Nederlandse bedrijf iiic biedt Europese ondernemers ongezien en sanctie-omzeilend de kans te investeren in, onder andere, Digikala: de techstart-up die inmiddels uitgegroeid is tot het grootste e-commerce-bedrijf van Iran. Dat blijkt uit onderzoek van Investico, Het Financieele Dagblad en De Groene Amsterdammer, mede voor de Belgische krant De Tijd. De investeerders achter het vehikel zijn er ‘honderd procent zeker’ van dat Digikala losstaat van het regime, terwijl experts het juist heel waarschijnlijk noemen dat Digikala geld of invloed afstaat aan de Revolutionaire Garde.
In het najaar van 2015 stapt een zeventigplusser naar de notaris om een coöperatie op te richten: International Internet Investment Coöp U.A. (iiic). Dat doet hij op verzoek van zijn zoon, Marc van Campen junior, een advocaat gespecialiseerd in het opzetten van private-equity-fondsen in opkomende markten. De gepensioneerde Marcus van Campen treedt op als bestuurder, samen met een klein Amsterdams trustkantoor. iiic opent vervolgens een bankrekening bij de private Zwitserse Hinduja Bank in Zwitserland: een van de zeer weinig Europese banken die zaken met Iran doet.
Eerder in 2015 sluit het Westen een deal over het nucleaire programma van Iran. Die deal luidt een versoepeling in van het sanctieregime dat het westerse bedrijven goeddeels onmogelijk maakte te opereren in het land. Terwijl minister van Buitenlandse Zaken Bert Koenders afreist naar Iran om de banden met Teheran aan te halen, wordt in Nederland al een geheimzinnige coöperatie in de startblokken gezet om honderden miljoenen euro’s in de Iraanse techsector te pompen – uiteraard in de hoop dat geld dubbel en dwars terug te verdienen op de ontluikende markt.
Hoewel de controverse rond Iran afneemt, besluit iiic haar eigenaren en activiteiten te blijven verhullen. Uit statuten en jaarverslagen wordt niet duidelijk welke ‘leden’ of investeerders erachter schuilgaan en de summiere website geeft weinig prijs over de aard en locatie van de investeringen. Slechts één van de vijf leden, het Zweedse en beursgenoteerde Pomegranate, publiceert in zijn jaarverslagen uitgebreid over zijn Iraanse investeringen.
Drie andere Europese coöperatieleden vinden we met behulp van een gelekte dataset van het Luxemburgse bedrijfsregister, samengesteld door Le Monde en het Organised Crime and Corruption Reporting Project (occrp). Een groep Britse investeerders verenigt zich in het Luxemburgse bedrijf Pistachio en ook de Iraans-Britse zakenman Said Rahmani Khezri investeert in iiic via een in Luxemburg gevestigd bedrijf. De Nederlandse internetondernemer Arjan Bakker, die de grootste online marktplaats in Polen oprichtte, zit ook in iiic.
De vijfde investeerder vinden we pas na grondige bestudering van een factuur van het Nederlandse trustkantoor dat optreedt als bestuurder van iiic – onderdeel van gelekte bedrijfsdocumenten in handen van Investico. Het betreft het Belgische Verlinvest, eigendom van een van de rijkste families in België, de adellijke familie De Spoelberch. Die familie is vooral bekend als grootaandeelhouder van de grootste brouwerijketen ter wereld: AB-Inbev, eigenaar van onder meer Leffe, Dommelsch en ook het Amerikaanse Budweiser. Voor maatschappijen als Verlinvest, die ook bedrijvigheid hebben in de VS, liggen de investeringen in Iran extra gevoelig. De investeringen via Europa gaan niet tegen sanctiewetgeving in, maar toch wordt de associatie met Iran zorgvuldig verborgen.
Dat blijkt wel uit het feit dat de Belgische investeerder nergens blijk geeft van de investeringen. In de jaarrekening van Verlinvest is pas vanaf 2020 een deelneming in iiic via een ander vennootschap te vinden, zonder die verder toe te lichten of Iran te noemen. ‘Ik had ze deze constructie niet aangeraden’, zegt sanctierechtadvocaat Yvo Amar. ‘Waarom zou je in zo’n hoog risicoland zo’n bedrag investeren?’
Podcast Investico
In deze aflevering van Speurwerk hoor je hoe Romy, Linda en Yaghoub een spoor vanuit Nederland naar Iran volgen. Ze zien dat een investeringmaatschappij op de Amsterdamse Herengracht honderden miljoenen aan investeringen voor de omstreden Iraanse techsector ophaalt. Een van die bedrijven werd vorig jaar geboycot door de Iraanse bevolking omdat zij vermoeden dat het bedrijf persoonsgegevens deelde met de geheime dienst.
Initiatiefnemer van de westerse investeringen is serial entrepreneur Said Rahmani Khezri, een Iraniër met een Brits paspoort. Al in 2011 zet hij, in Iran, investeringsmaatschappij Sarava op, bedoeld om startups in de techsector te financieren. Als het atoomakkoord enkele jaren later gesloten wordt, gaat Rahmani ook in Europa op zoek naar kapitaal – en vindt dat onder meer bij de Belgische familie De Spoelberch en de Nederlander Arjan Bakker.
In een Perzisch interview uit 2018 vertelt Rahmani dat het bundelen van die investeringen in één corporatie iiic de overdracht van financiële middelen, en het verkrijgen van een buitenlandse investeringslicentie in Iran, vergemakkelijkt. Sarava’s medeoprichter zegt in november 2022 op Twitter in reactie op vragen dat iiic slechts bestaat om bedrijven te beschermen tegen de consequenties van ‘illegale sancties’ van de VS.
Hoe dan ook fungeert iiic als internationale tak van het Iraanse Sarava. Maar die situatie duurt niet lang. In 2018 komt er een kink in de kabel als Donald Trump de Verenigde Staten terugtrekt uit het atoomakkoord. Subiet worden de Amerikaanse sancties weer opgeschroefd. Ook Europese bedrijven, uit angst voor weerslag op hun activiteiten in de VS, verlaten het land goeddeels weer. Ook iiic en Sarava ontvlechten zich formeel. Op die manier kan bijvoorbeeld voorkomen worden dat de tegoeden van iiic bevroren worden als haar Iraanse tak gesanctioneerd wordt, en blijven ook haar leden – van wie sommigen ook in de VS actief zijn – buiten schot. Iraanse aandeelhouders verlaten het Nederlandse bedrijf, techinvesteringen lopen voortaan direct vanaf iiic aan de Herengracht naar webwinkel Digikala.
Uit bankafschriften en interne bedrijfsdocumenten blijkt echter dat beide investeringsmaatschappijen in de praktijk nog steeds sterk verbonden zijn. Zo staat een bestuurslid van Sarava bij iiic op de loonlijst, krijgt een reeks ex-Sarava-medewerkers geldsommen van iiic op de rekening gestort en treedt de huidige ceo van Sarava, Ali Fayyaz Bakhsh, in 2022 nog op als gevolmachtigde van iiic in een bestuursvergadering van een start-up.
Fayyaz Baksh, die in 2020 aantrad als ceo van Sarava, staat dichter bij het regime dan zijn voorgangers. Zo zat hij eerder in het bestuur van een investeringsmaatschappij die gelieerd is aan de hoogste leider van Iran, en was hij ook bestuursvoorzitter bij een door de Revolutionaire Garde gecontroleerd telecombedrijf. Terwijl de twee investeringsbedrijven op papier afstand van elkaar nemen om sanctieschending te voorkomen, heeft het er de schijn van dat het Iraanse regime de bedrijfsstructuur in kruipt.
‘Geachte klant, als u uw gebruikersaccount wil verwijderen, stuur dan uw telefoonnummer en een foto van uw identiteitskaart als reactie op dit bericht’, staat in een e-mail aan Ramin, een dertigjarige man uit Teheran, wanneer hij zijn account bij Digikala wil verwijderen. ‘Een heel rare reactie’, noemt Ramin de mail, ‘waarom wil het bedrijf die informatie van mij?’ zegt hij in een videogesprek. Net als veel andere Iraniërs wil Ramin zijn account opzeggen omdat hij bang is dat zijn gegevens bij de verkeerde partij terechtkomen.
Digikala, opgericht in 2006, verkoopt alles – van boodschappen tot elektronica en entertainment – en bezorgt tot aan de voordeur. Omdat Iran nooit mee heeft willen doen aan het world wide web vervullen eigen platforms de rol van Amazon, Twitter en Google. De oprichters van Digikala, die de techstart-up lieten uitgroeien tot een bedrijf met meer dan veertig miljoen gebruikers en ruim negenduizend werknemers, ogen oprecht en bevlogen. Een blik op de bestuursleden en aandeelhouders doet geen bel rinkelen.
Toch is het bijna onmogelijk voor een bedrijf als Digikala om te bestaan zonder inmenging van het regime, stellen verschillende Iran-experts. ‘Dat gebeurt niet op transparante wijze’, zegt Fariborz Kalantari, een Iraanse onderzoeksjournalist die onlangs zijn thuisland ontvluchtte, waar hij in 2021 werd veroordeeld tot drie jaar gevangenisstraf en 74 zweepslagen voor het schrijven over corruptie. ‘Het is heel moeilijk om op papier aan te tonen dat een bedrijf rechtstreeks verbonden is aan het regime.’ De onafhankelijkheid van grote bedrijven in Iran noemt hij ‘een grote leugen’. ‘In Iran kan geen enkel bedrijf onafhankelijk zijn en tegelijkertijd zo groot worden. Hoe groter het bedrijf, hoe groter de kans dat het geld en invloed moet afstaan aan de Revolutionaire Garde en het regime.’
IIIC koos met name voor Nederland als vestigingsplek vanwege het betrouwbare rechtssysteem. ‘Er waren toen in Iran fantastisch leuke start-ups, allemaal jonge entrepreneurs en start-up-events’, zegt advocaat Marc van Campen, die de structuur van iiic opzette. ‘Fantastische vibe!’ Hij legt uit dat het destijds niet makkelijk was bestuurders voor het bedrijf te vinden. Uiteindelijk vindt hij trustkantoor PraxisIFM en zijn eigen gepensioneerde vader, ‘als ervaren general counsel’, bereid de rol te vervullen. ‘Puur omdat ze mij vertrouwden.’ Andere trustkantoren doen vrijwel geen zaken met Iran.
Rahmani zegt dat hij zich altijd heeft verzet tegen inmenging van het regime, en iiic’s investeringen zijn altijd onafhankelijk gebleven. Dat wil niet zeggen dat Digikala niet onder druk staat van het regime. Rahmani sluit inmenging van bepaalde onderdelen van de Iraanse geheime diensten niet uit: ‘Iedereen die als een bedreiging wordt gezien, mag worden gemonitord, afgetapt en staat onder toezicht, ook Digikala, maar ik vertrouw de oprichters. Zij zetten zich met hart en ziel in voor de bescherming van gebruikersdata op hun platforms. Als er een dergelijke inmenging zou zijn, zou ik ervan hebben geweten en zou ik me er koste wat het kost tegen hebben verzet.’
Rahmani zelf verliet het land in mei 2019 en keerde niet meer terug. In gesprekken met Investico en het FD legt hij uit dat hij door bepaalde onderdelen van de Iraanse veiligheidsdiensten is beschuldigd van westerse spionage, een beschuldiging die hij pertinent ontkent. Maar verder wil hij niet ingaan op zijn vermeende status als banneling.
Erwin van Veen, midden-oosten-expert bij Clingendael, stelt dat grotere ondernemingen in Iran niet kunnen opereren zonder regeling met de irg. Die leiden vaak tot een vorm van wederzijds voordeel: minder last van de overheid in ruil voor banen, contacten, of wellicht een deel van de winst. ‘Dat betekent niet dat Digikala met plezier de irg steunt of direct bijdraagt aan het onderdrukken van protesten. Het kan ook een kwestie van economisch overleven zijn, vanuit het perspectief van de onderneming dan.’
De invloed van de Revolutionaire Garde in de Iraanse economie was traditioneel vooral aanwezig in de energiesector en infrastructuur, zegt Sanam Vakil, midden oosten-expert bij de Londense denktank Chatham House. ‘Maar recenter spant de irg zich ook in om haar aanwezigheid in de techsector op te bouwen. Niemand durft nog iets met Iran te doen uit angst om aangepakt te worden door de Verenigde Staten.’
Sanctie-experts Cedric Ryngaert en Yvo Amar, die de financiële structuur van iiic op verzoek bestudeerden, oordelen dat de constructie toegestaan is binnen het Europese sanctieregime. Ryngaert noemt het ‘apart om zulke risico’s te nemen’. Amar spreekt van een ‘unieke structuur’. ‘Westerse investeerders peinzen er de laatste jaren niet over om in Iran te stappen uit vrees om de Amerikanen tegen de haren in te strijken.’
Amar beschouwt de techsector als zeer interessant voor de Revolutionaire Garde: de sector biedt mogelijkheden voor onder meer surveillance van burgers. ‘Als je gaat investeren, moet je altijd weten met wie je zaken doet. Wie hebben er belang bij? Iran is nogal een risicovolle investering: dan mag er zeker wat aan klantonderzoek van je worden verwacht.’
Het ministerie van Buitenlandse Zaken laat in een schriftelijke reactie weten dat er geen algeheel handelsverbod is met Iran, maar dat het verboden is om direct of indirect zaken te doen met de irg. ‘Nederland implementeert sancties strikt. Het is dan ook belangrijk dat alle bedrijven en personen in Nederland zich aan de sancties houden en er geen verhullende structuren worden gebruikt om sancties te ontwijken.’
Toch is het, terwijl Nederland vooraan in de rij staat om mensenrechtenschendingen te veroordelen, juist ons financiële systeem dat controversiële investeringen blijft faciliteren. Dat schuurt. Hier schurken durfkapitalisten zich ongezien en veilig in een Nederlandse rechtsvorm, om anoniem te kunnen gokken op winst in Iran.
‘Compassie en professionaliteit’
‘Het naleven van sancties en volledig onafhankelijk zijn van de Iraanse autoriteiten zijn topprioriteiten van IIIC’, laat PR-crisismanager Charles Huijskens in een officiële reactie weten namens IIIC, dat in 2015 een ‘exciting opportunity’ zag in Iran en zich inzette om ‘de Iraanse digitale economie te laten groeien en bloeien’.
Na de terugtrekking van de VS uit het atoomakkoord in 2018 werden Sarava en IIIC formeel uit elkaar getrokken ‘vanwege nieuwe praktische, juridische en financiële uitdagingen’. Desondanks blijft IIIC geloven in de toekomst van het land en zijn digitale economie en blijft het bedrijf lokale ondernemers steunen met integriteit, compassie en professionaliteit, stelt Huijskens.
Digikala en Sarava konden, vanwege Iraanse wetgeving, niet ingaan op onze vragen. Trustkantoor PraxisIFM, dat optreedt als bestuurder van IIIC, gaf geen commentaar. Ook de Hinduja Bank reageerde niet.
Wij blijven onderzoek doen naar Iran. Tips? Mail naar vanderpol@platform-investico.nl.