Is de neoconservatieve revolutie een succes? Ach. Tenminste één van de naaste medewerkers van de Amerikaanse president George W. Bush vreest gevangenisstraf wegens liegen tegen justitie. Hij heeft een landgenoot verraden, nota bene vanwege de moeder aller neoconservatieve acties: de inval in Irak. En toen een stad vol zwarte inwoners overstroomde, vergat Bush, conservative with a heart, van pure opwinding om te helpen. Ook in Nederland tobben de conservatieven wat af. Het volk ziet niks in de gepropageerde «harde maar eerlijke» samenleving. Geert Wilders scoort één (1) zetel in de peilingen. De Burke Stichting zit in de penarie. De neoconservatieve revolutie, een groot pleidooi voor het agressief uitdragen van de superieure westerse cultuur, blijkt danig out of touch met de realiteit.

In De terugkeer van de geschiedenis bundelt de spraakmakende bijlage Letter en Geest van het dagblad Trouw nu een reeks artikelen die in Nederland de basis legde voor deze «revolutie». Toen heel Nederland nog edvanthijnde over zielige allochtonen kon je in Letter en Geest al lezen waarom de meeste Marokkanen graag uit gappen gaan. De goeden niet te na gesproken natuurlijk – maar uit onderzoek bleek nu eenmaal keer op keer dat Riffijnse bergvolkeren door aanhoudend zuurstof tekort diefstal als natuurlijk verschijnsel zien. Dat soort artikelen, niet altijd stevig onderbouwd, maar wel goed voor stevige discussie – waar een krant ook voor bedoeld is. Wat levert de optelsom daarvan op?

Jaffe Vink, redacteur van de bundel, gooide in zijn krant alvast een balletje op. Vink is tegen «de status-quo» inzake onderwijs, integratie, immigratie. Het moet anders! Alsof de linkse Jan Marijnissen dat niet ook vindt. Hoewel, misschien is het verschil dat Vink vindt dat bij het bestrijden van «de status-quo» slachtoffers mogen vallen (klinkt als… Jean-Paul Sartre?). Maar hóe wil de neoconservatief de strijd aan, en waar wil hij eindigen? Je komt niet méér te weten dan dat het anders moet dan «links» wil, want «links» heeft het land naar de filistijnen geholpen. En omdat ons land al decennia hoofdzakelijk geregeerd wordt door CDA en VVD vindt Vink vermoedelijk deze partijen ook «links».

Het enige in praktijk gebrachte neoconservatieve ideaal is de oorlog in Irak. Het hele Midden-Oosten moest naar de democratie gebombardeerd. Het was immers stagnatie alom bij die ondemocratische Arabieren. En de geschiedenis leert dat een forse crisis dan wonderen doet (soms). Eerst bombarderen, dan burgeroorlog en dan ziet het leven voor zo’n onderdrukte Irakees er al heel anders uit. Een redenering zonder veel diepgang, maar dat zo een einde aan «de status-quo» komt staat vast. Waarom het Midden-Oosten doelwit is van dit idealisme blijft ongewis. Als democratie de opzet is, zou het dictatoriale China ook een neoconservatieve loutering verdienen. Als sociaal-economische stagnatie de aanleiding is, zou ook Afrika recht hebben op een goed pak slaag. Maar niets daarover.

Kortom, de neoconservatieve revolutie moet je meten in decibellen, niet in daden. Haar herauten stellen met kracht misstanden aan de kaak waar «de status-quo» te lang heerste – over doorgeschoten multiculturalisme, over vastgelopen internationale besluitvorming. Maar de uitkomst van hun interventie boeit ze nul. Net als hun linkse vijanden van ooit zijn de neoconservatieven voor alles intellectuelen, die van achter hun bureautje de wereld bezien. Grote idealen, minachting voor slachtoffers: leuk voor de krant, slecht voor het land.