Deze week is in Amerika de laatste fase van de verkiezingscampagne aangebroken. In deze eindstrijd mag praktisch alles zolang de partijen hun tegenstander lichamelijk onbeschadigd laten. Genadeloze uitbuiting van zwakheden, van lang geleden gemaakte fouten, geruchten over gebruik van drugs, insinuaties, anoniem gelanceerde leugencampagnes, alles is nu mogelijk. In de attack ads op tv wordt het publiek met gedempte stem ingelicht over het bedenkelijke verleden van de politieke tegenstander. Denk aan de Swiftboat Veterans-campagne waarmee vier jaar geleden John F. Kerry, veteraan uit de Vietnamese oorlog, als lafaard werd ontmaskerd. Die campagne bestond uit leugens, maar George W. Bush won de verkiezingen.
In deze campagne zijn de fronten chaotischer dan ooit. Wat moeten we denken van de keuze van Sarah Palin als running mate van John McCain? Begonnen als burgemeester van een stadje zo groot als Den Briel, nu gouverneur van Alaska, moeder van vijf kinderen, één dochter ongetrouwd zwanger, voorstander van particulier wapenbezit, fel tegen abortus onder alle omstandigheden. Christelijk als gemalen poppenstront, alles waarvan de religious right kan dromen. Heeft ze verstand van buitenlandse politiek? Toen Barack Obama kandidaat werd, steeg er aan Republikeinse kant een gehuil op: geen buitenlandse ervaring! Mocht hij als president, hoe dan ook, worden uitgeschakeld, dan zou hij worden vervangen door Joe Biden, expert in buitenlandse politiek. De leeftijd van McCain, 72, is een risicofactor. Het is lang niet uitgesloten dat op zeker ogenblik tussen 2009 en 2013 mevrouw Palin, nu 44, de koers van het vrije Westen zal moeten bepalen: praten met Medvedev en Poetin, de koning van Saoedi-Arabië wel of niet een hand geven, een nieuwe strategie voor Afghanistan ontwerpen, om maar een paar presidentiële opgaven te noemen.
Voor McCain werd het als een meevaller beschouwd dat Bush en Cheney niet in St.Paul, Minnesota, zouden verschijnen omdat ze het te druk hadden met de orkaan Gustav. Zo zou de conventie niet worden belast door een toespraak van degene die nu wel vrij algemeen als de rampzaligste president uit de Amerikaanse geschiedenis wordt beschouwd, in Europa ook al omdat hij met zijn consequente unilateralisme het westelijk bondgenootschap praktisch teniet heeft gedaan. Als president zou McCain aan een zorgvuldige reconstructie moeten beginnen. Dat wordt althans in Europa van hem verwacht. Maar met zijn keuze voor Palin toont hij aan dat wat hem betreft in deze verkiezingen het buitenlands beleid een hoogst ondergeschikte rol speelt en pas later weer aan de orde komt. In Irak moet de ‘overwinning’ worden behaald, hoe we die ook mogen definiëren. Wat hij met Pakistan en Afghanistan van plan is, weten we niet. Wel wil hij de belastingverlagingen van Bush handhaven en hij blijft fanatiek tegen abortus.
Moeten we bij een overwinning van McCain dan nog vier jaar het bewind van een soort Bush verwachten? Ook daarover valt niets te zeggen. McCain heeft de reputatie een ‘maverick’ te zijn, een non-conformist die plotseling onverwachte besluiten neemt. De meesten van ons zijn het erover eens dat de wereld, twintig jaar na het einde van de Koude Oorlog, zeven jaar na de aanval op het WTC, een ongelooflijke chaos is, met twee oorlogen, een sluipende economische crisis en een conflict met Rusland. En dan, na acht jaar van afbraak, verkeert onze grote bondgenoot in de verwarring van een genadeloze verkiezingsstrijd. Misschien komt een van de partijen nog met een ‘October surprise’, wordt op het laatste ogenblik Osama bin Laden, dood of levend, van achter het behang vandaan getoverd.
In deze totale onzekerheid heeft onze minister van Buitenlandse Zaken Maxime Verhagen een rede gehouden. Nederland moet zijn bewapening opvoeren. We moeten investeren in een eigen Europese veiligheid; ook verre oorlogen zoals in Afghanistan vormen een bedreiging van onze veiligheid, en een sterk Nederland betekent vanzelf ook een sterkere Navo. Het klinkt logisch, maar de afgelopen zeven jaren hebben geleerd dat in de grote conflicten de Navo weinig heeft in te brengen en dat Washington de koers bepaalt. In Afghanistan kijken onze bondgenoten belangstellend toe hoe dit afloopt. De secretaris-generaal van de Navo is weliswaar een Nederlander, maar zijn invloed op de Amerikaanse koers is nihil, en een zelfstandige Europese koers bestaat niet.
We hebben ons al eens aan een blind date gewaagd door tot 2010 in Afghanistan bij te tekenen. Ons nu nog eens aan een afspraak te verslingeren, terwijl we niet weten wie de volgende Amerikaanse president zal zijn, is veel te vroeg veel te veel van het goede. Even wachten tot 5 november. Daarna kunnen we nog altijd de JSF kopen.