Veel commotie maakte de brief niet los. Al jaren was de Rote Armee Fraktion, die eind jaren zeventig met haar bloedige terreur de Bondsrepubliek op haar grondvesten deed schudden, zo goed als onzichtbaar. Twee jaar geleden had de Raf reeds openlijk afstand genomen van de gewapende strijd. En eerder al hadden verschillende leden spijt betuigd, sommigen tijdens hun gevangenschap, anderen daarna.
Een van de vroegste spijtoptanten was Christof Wackernagel. In 1984 liet hij vanuit de gevangenis weten dat zijn lidmaatschap van de Raf een fout was. Drie jaar later, hij had toen tweederde van zijn straf erop zitten, kwam hij vervroegd vrij.
Wackernagel werd gearresteerd op het hoogtepunt van de ‘Duitse Herfst’: november 1977. Dat was de maand van de moord op werkgeversvoorzitter Schleyer en van de vliegtuigkaping die in Mogadishu bloedig eindigde. Wackernagel was nog niet zo lang lid van de Raf en had, voorzover bekend, nauwelijks aan terreuracties deelgenomen. Hij hield zich met enkele collega’s schuil in de Amsterdamse wijk Osdorp. Op aanwijzing van de Duitse veiligheidsdienst besloot de Amsterdamse recherche tot een inval. Toen het woonblok omsingeld was, kwam Wackernagel, samen met collega-Raf-lid Gerd Schneider, naar buiten om in de telefooncel te gaan bellen. Er ontstond een vuurgevecht. Drie agenten en de beide terroristen raakten gewond. Voor die schietpartij en voor zijn Raf-lidmaatschap werd Wackernagel in Duitsland tot vijftien jaar veroordeeld.
Na zijn vrijlating pakte Wackernagel, in 1951 geboren als zoon van een schouwburgdirecteur en een actrice, de draad van zijn theaterloopbaan weer op. Zo deed hij onder meer mee aan de geruchtmakende opvoering van Heiner MÅllers Der Auftrag in het Amsterdamse Felix Meritis. Het stuk, dat in Duitsland weinig deining had veroorzaakt, deed hier de emoties hoog oplaaien. Zijn slachtoffers waren immers Amsterdamse agenten, en hoewel Wackernagel met een van hen inmiddels vriendschappelijke betrekkingen onderhield, werd zijn aanwezigheid door velen niet op prijs gesteld. Met een bommelding en felle discussies achteraf werd hem dat duidelijk gemaakt.
Ondanks zijn spijt acht Wackernagel een van de doelstellingen van de Raf nog steeds gerechtvaardigd: schoon schip maken met het nazi-verleden. De oorlogsgeneratie diende verantwoording af te leggen tegenover haar kinderen. Waarom dat is mislukt, legt Wackernagel uit in de verhandeling die op deze pagina’s is afgedrukt. Beide partijen hebben gefaald, en daarmee, meent hij, zijn beide partijen even schuldig aan de veertig doden die de stadsguerrilla van de Raf heeft opgeleverd. EÇn dode neemt daarbij een speciale plaats in: de voormalige SS'er en latere werkgeversvoorzitter Hanns Martin Schleyer. Voor Wackernagel heeft de moord op Schleyer mythische proporties; hij is het tragische symbool van de faliekant mislukte poging de generatiekloof te overbruggen.
Duitse kranten weigerden de tekst van Wackernagel af te drukken. Via Frank van Ree, zijn vertrouwensarts tijdens zijn gevangenschap, kwam het stuk bij De Groene Amsterdammer terecht. Wij drukken het vertoog, dat Wackernagel in februari van dit jaar schreef, hier af als document bij het definitieve verscheiden van Duitslands voormalige staatsvijand nummer ÇÇn: de Rote Armee Fraktion.
Wackernagel en de raf
Maandag 20 april, in Duitsland bekend als de FÅhrergeburtstag, belandde op de deurmat van persbureau Reuters te Keulen een brief van acht kantjes. De belangrijkste mededeling in het epistel: ‘Vandaag be‰indigen we het project. De stadsguerrilla in de vorm van de Raf is nu geschiedenis.’
Uit: De Groene Amsterdammer van
www.groene.nl/1998/19
www.groene.nl/1998/19