In je boek schrijf je dat je geen sociologen, etnologen of antropologen wilde interviewen, en zeker geen beleidsmedewerkers van grote steden of ministeries. We geloven alleen wat we zien en horen, schrijf je. Waarom?
Ahmet Olgun: ‘Ik was alleen maar geinteresseerd in de bron, niet in omgevallen boekenkasten. Met statistieken kan ik weinig doen en de waarheid met hoofdletters interesseert me niet. Persoonlijke verhalen interesseren me veel meer. Ik manipuleer niet, schrijf slechts op wat ik meemaak. Gelul over objectiviteit hoef ik niet te horen. Ik wil alleen weten wat er in hun hoofd omgaat. Ik wilde weten wat er in het getto leefde. Die jongens vormen de onderste laag van de samenleving.’
Waar ligt voor jou de grens? Heb je begrip gekregen voor criminelen?
‘Voor mensen die puur uit materiele overwegingen de misdaad in gaan, heb ik geen enkele waardering. Dat zijn meestal simpele geesten, zeer egoistisch en kortzichtig. Je kan wel met ze lachen, ze halen veel grapjes uit. Als ik de grapjes kon waarderen of begreep, kon ik erom lachen.
In een groep wisselen ze hun ervaringen uit. Hoe toevallige omstanders schrikken van een bankoverval, dat vinden ze prachtig. Dat vinden ze stoer. Of dat ze in de cel door een agent worden geslagen, dat is ook lachen geblazen.’
BETAAL JE VOOR interviews met criminelen?
‘Ze proberen altijd geld van je los te peuteren. Een van de geinterviewden vroeg vijfhonderd gulden voor een foto. Zoveel had hij ook gekregen van een filmploeg van een gerespecteerde actualiteitenrubriek, ik geloof dat het Hier en nu was. Vrijwel alle omroepen betalen voor dergelijke interviews. Ik vind het normaal dat je een prostituee betaalt voor een gesprek, die had in die tijd een klant kunnen afwerken. En onkosten betalen vind ik ook terecht. Het is wel vreemd dat criminelen die gewend zijn met enorme hoeveelheden geld over straat te lopen, plotseling vijfhonderd gulden aan je vragen. Ik heb Panorama eens gebeld om uit te zoeken hoeveel zij betalen. Ik deed me voor als een lid van de Turkse maffia en zei dat ik uit de onderwereld wilde stappen. Of ze geinteresseerd waren in mijn verhaal. Nou, het gaat er hard aan toe bij jullie, he, zei die redacteur. Toen hij interesse bleek te hebben voor mijn verhaal, zei ik dat ik er minstens een paar duizend gulden voor wilde hebben. We komen er wel uit, antwoordde hij. Tienduizend gulden vond hij te veel, maar vijfduizend gulden was bespreekbaar.
Feike Salverda betaalde de mensen die hij interviewde voor zijn RTL-programma Eerst zien! altijd. Hij is aan lager wal geraakt. Vroeger was hij een gerespecteerd journalist bij de VPRO en Vrij Nederland. Een keer ben ik erin gestonken. Toen heb ik meegewerkt aan een item over Lombok in Utrecht, na de voetbalwedstrijd Nederland-Turkije. Aanvankelijk was ik vereerd dat hij mij vroeg om mee te werken. Ik had geen enkel wantrouwen. Toen ik de uitzending zag heb ik mijn contract met Ivo Niehe Productions, de opdrachtgever van Salverda, onmiddellijk verscheurd. Salverda had het item gemanipuleerd door bewust verkeerde montage.
Alleen de kijkcijfers tellen voor Salverda. Daar doet hij alles voor, hij moet scoren. Hij betaalt veel geld aan criminelen, onderhoudt vriendschappelijke banden met ze. Hij stuurt zijn zoon op vakantie met een van de meest gezochte criminelen in Nederland. Hij leent ze geld. Hij bespreekt zaken met ze. Nu ligt hij er helemaal uit in de criminele scene. Ze hebben zelfs geprobeerd hem te vermoorden, zijn gezin moest onderduiken. Ze stonden op het punt om granaten door de brievenbus gooien.
De beruchte cassettes van Valente, die hij boven water kreeg, heeft hij ook op een verdachte manier in zijn bezit gekregen. Een aantal cassettes kreeg hij op zijn verzoek per post, een ander gedeelte heeft hij langs andere weg gekregen. Hij had zelfs een brief op zak van de politie, bestemd voor criminelen, waarin stond dat hij de banden bezat.
Waarom criminelen met journalisten meewerken? Ze zijn ijdel, ze willen aandacht en vinden het bovendien erg spannend. Toch worden ze absoluut niet beter van dergelijke publiciteit, al beseffen ze dat niet. Ik zou als crimineel nooit mijn verhaal kwijt willen aan de pers.’
Hoe zit het eigenlijk met die getto’s in Nederland? Zijn ze er al of komen ze?
‘Het is nog niet zo erg als in de Verenigde Staten, maar er is sprake van een verharding. De overheid is niet meer aanwezig in de getto’s, enkel de regels van de buurt en het recht van de sterkste gelden er nog. De Turkse maffia stond bekend als de meest meedogenloze maffia. Tot de Russen en de Serviers kwamen, die zijn veel harder dan de Turken. Dat zijn gewetenloze huurmoordenaars. Bij Turken gaat het meestal om afrekeningen of bloedwraak. Turken hebben een sterk normen- en waardengevoel. Je komt daarom ook zelden Turkse junken tegen. Turken verkopen zelden dope op straat, dat laten ze aan anderen over.
De meeste personen die ik geinterviewd heb, konden binnen een half uur een wapen versieren. De prijzen varieerden van een paar honderd gulden tot een paar duizend gulden. De prijs daalt aanzienlijk als het wapen eerder gebruikt is. Er lopen steeds meer mensen met wapens rond. Ik zat eens met een Turkse jongen in een theehuis te praten over de onderwereld. Hij wist er opvallend veel van, terwijl hij een gewone groentezaak had. Hoe komt het dat je zoveel weet, vroeg ik hem. Ik heb er zelf ingezeten, zei hij. Ik moest lachen, maar binnen een seconde legde hij een revolver op de tafel. Niet lang daarna werd hij op straat geliquideerd. De groentezaak was slechts een dekmantel. In Turkije hebben veel mensen een wapen thuis. Er is een uitdrukking in Turkije: “Paard, wapen, vrouw.” Dat geeft de prioriteiten aan. Het paard is vervangen door de auto, de rest is hetzelfde gebleven.
Mohammed, de moordenaar van Andre Hartman, de eigenaar van een sigarenmagazijn in Amsterdam-Oost, werkte tot op zekere hoogte mee toen ik hem interviewde, tot hij merkte dat hij belastende zaken vertelde. Die jongen is zo handig, hij heeft de helft van zijn leven in de bak doorgebracht. Tijdens de eerste gesprekken bleef hij op de vlakte, hij verontschuldigde zich voortdurend. Maar toen ik een band met hem kreeg, trok hij zich terug. Hij beschuldigde Hartman ervan pedofiel te zijn. Ik heb geprobeerd dat te weerleggen. Maar het was geen roofmoord, daar is hij voor vrijgesproken. Hij is niet achterlijk. Ik ben blij dat ik hem achter de tralies sprak.’
Werd je niet treurig van al die verhalen?
‘Een jeugdvriend van mij is niet zo lang geleden in zijn auto geliquideerd, op een parkeerplaats waar hij nooit eerder was geweest. Duidelijk een afrekening. Toen ben ik anders gaan kijken naar de misdaad. Toen realiseerde ik mij dat de mensen die ik interviewde, wandelende tijdbommen zijn. Ze zijn onberekenbaar, je weet nooit wat ze gaan doen. Alleen hun eigen belang telt.’
‘SOMMIGE RECENSENTEN verwijten mij dat ik een lui boek heb geschreven. Het is een bundel van tien reportages, die eerder zijn verschenen in Nieuwe Revu. De inleiding is nieuw. Je kan hoogstens kritiek hebben op deze vorm van boeken maken. Maar je moet niet vergeten dat de reportages enorm veel inspanning en tijd hebben gevergd. Met de meeste personen in de reportages ben ik zeker twee weken op stap geweest. De eerste week van zo'n reportage levert niets op, pas na een week begint het verhaal vorm te krijgen, win je het vertrouwen van die mensen. De eerste week kan je weggooien, dan ben je te nadrukkelijk aanwezig.
Ik heb weken door Hoog Catharijne gezworven, op Perron Nul in Rotterdam gezeten, in het metrostation van de Wibautstraat. Ik heb in illegale naaiateliers gewerkt, bollen gepeld en dagen in gevangenissen doorgebracht. Bovendien zijn de meeste personen in mijn reportages niet bepaal prettige personen, soms zat ik liever thuis bij mijn vrouw en kind.’