Begin deze week zijn er al meer dan een miljoen Oekraïense vrouwen, kinderen en oudere mannen naar Polen gevlucht. Hoe soepel die oversteek verloopt, verschilt per grensovergang. In de noordelijke Lubelskie-regio duurt het minder dan een dag, en sommigen hebben geluk: ‘Het kostte ons drie uur om met de auto vanuit Rivne bij de grens te komen en vervolgens twee uur om die met een Poolse bus over te steken’, zegt Anja, een moeder van twee kinderen. ‘De Poolse grenswachten keken nauwelijks naar onze paspoorten. Sommige mensen hadden helemaal geen documenten.’

In het zuiden is de situatie moeizamer, vooral bij de oversteek Medyka-Shehyni. De schattingen van de wachtrij aan de Oekraïense kant variëren van tien tot 35 kilometer, wat een wachttijd van enkele dagen betekent. Bij temperaturen onder nul raken de wachtenden snel door hun brandstof heen. ‘Elke dag gaan vijf of zes van onze vrachtwagens met hulpgoederen daarheen, die rijden enkele kilometers Oekraïne binnen en geven de goederen dan door aan onze Oekraïense collega’s’, vertelt Kamil Raczynski van het Poolse Rode Kruis. Veel van de hulp, geleverd door EU-regeringen en vrijwilligers, gaat ook de rest van Oekraïne in.

Eenmaal in Polen worden de Oekraïners naar Reception Points gebracht, waar ze zich kunnen registreren, te eten krijgen, en – in tegenstelling tot het personeel, dat volledig uit vrijwilligers bestaat (Polen heeft geen uitgebreid asielsysteem) – slapen. De meesten willen echter onmiddellijk hun reis voortzetten, vaak met hulp van vrijwilligers uit heel Europa.

Ik breng een gezin van vier van een Reception Point in Chelm naar een hostel in Krasnik: Natasja (36), haar moeder Lena (52) en haar kinderen Nazar (7) en Lena (6). Zij ontsnapten de dag ervoor uit Novohrad-Volynsky in de Zjytomyr-regio. De rit van 320 kilometer naar de grens duurde tien uur, de tocht door Polen acht uur.

Ook Novohrad-Volynsky werd gebombardeerd, de vrouwen brachten de afgelopen vier nachten door in de kelder van hun flatgebouw. ‘De Russen bleven de hele tijd bommen gooien’, vertellen ze me in het Russisch. ‘Tijdens een van de pauzes belden we onze familie in Rusland en vertelden hun hierover. Ze zeiden dat het Oekraïense leger ons vermoordde. Waanzin.’

Ze vragen of de oorlog lang duurt. Ik antwoord dat ik hoop dat dat niet zo is. Dan vraagt de kleine Lena: ‘Mam, wanneer komt het luchtalarm vanavond?’