Alle door het Westen getroffen sancties, wapenleveranties en diplomatie ten spijt duurt de oorlog in Oekraïne voort. Volgens de Verenigde Naties zijn er al meer dan negenhonderd burgerdoden gevallen en zijn meer dan 3,4 miljoen mensen op de vlucht. Het militair-industrieel complex, de wapenfabrikanten en de machtige mannen op aarde boeken winst, de burgers bloeden. Het enige lichtpunt is de solidariteit met Oekraïense vluchtelingen. Vluchtelingen welkom heten, het kan wel.

Een aantal voorstellen op basis waarvan deze oorlog en mensen op de vlucht mogelijk te voorkomen was geweest – een neutraal Oekraïne met veiligheidsgaranties zonder navo-lidmaatschap, waarover ik eerder heb geschreven – ligt alsnog op tafel. President Zelenski lijkt neutraliteit te aanvaarden, de navo heeft telkens duidelijk gemaakt niet te willen vechten voor Oekraïne en Rusland lijkt niet langer meer in te zetten op regime change. Toch is van een staakt-het-vuren, laat staan van een einde aan de oorlog, nog geen sprake.

De bommen, het geweld en het doden gaan door. Opvallend is dat het Westen – de navo en de VS – tot nu toe niet aan tafel lijken te zitten om te komen tot een politieke oplossing. Wel wordt Oekraïne met wapenleveranties aangemoedigd de strijd te blijven voeren. Het Amerikaanse beleid lijkt hier vooral te zijn om systemisch rivaal Rusland maximaal te verzwakken. Als een kat in het nauw maakt de Russische president Poetin steeds wildere sprongen. Na het dreigen met kernwapens zegt Rusland nu voor het eerst hypersonische raketten ingezet te hebben.

De wereldbevolking draagt de gevolgen: een immens risico op totale vernietiging, een wereldwijde recessie, stijgende prijzen en voedseltekorten. De Oekraïense bevolking is het eerste slachtoffer. Wat opvalt is dat politici het zelfs tijdens een oorlog presteren mensen tegen elkaar op te zetten. De man die als geen ander weet wat het is om niet in vrijheid te kunnen leven opent de aanval op de allerzwaksten. ‘Nederland is vol, er kan niemand meer bij. Maar ons hart bloedt, de Oekraïense vrouwen + kinderen zijn échte vluchtelingen. Dus we moeten tijdelijk en beperkt ruimte maken door asielprofiteurs en nepvluchtelingen zoals veiligelanders en Syriërs ons land uit te gooien!’ Was getweet, Geert Wilders.

Veel tegenspraak van zijn collega’s kwam er niet. Een lichtere versie hiervan werd door de fractievoorzitter van de vvd, Sophie Hermans, vertolkt bij talkshow Op1. Draagvlak moet behouden blijven, en derhalve moeten gelukszoekers geweerd worden en mensen die zijn uitgeprocedeerd worden uitgezet, is haar verhaal. Alsof Nederland geen strenge migratieregels kent, alsof het niet de vvd is die al jaren de post van migratie bekleedt en de hele asielketen heeft uitgekleed, alsof premier Rutte niet eindverantwoordelijke is voor de afgelopen vier kabinetten.

Zelfs tijdens een oorlog presteren politici het mensen tegen elkaar op te zetten

Jarenlang is het publiek door vooral rechtse partijen wijsgemaakt dat vluchtelingen de oorzaak zijn van verslechterde leefomstandigheden van groepen Nederlanders. Dat het statushouders zijn die de woningnood veroorzaken. Dat mensen op de vlucht potentiële terroristen zijn. Dat zoiets als internationale solidariteit niet bestaat. Ondertussen zorgden dezelfde partijen, soms gesteund door linksere partijen, goed voor de allerrijksten. Ondanks deze zondebokpolitiek heten Nederlanders Oekraïense vluchtelingen welkom.

Inmiddels worden zo’n twaalfduizend Oekraïners in Nederland opgevangen. Bij Vluchtelingenwerk hebben zich duizenden vrijwilligers gemeld. Anderen hebben hun huis opengesteld voor Oekraïners of helpen ze bij de reis naar Nederland. De links-liberale staatssecretaris Eric van der Burg (vvd) van Justitie en Veiligheid sluit zich vanaf het begin van deze oorlog aan bij de meerderheid van Nederlanders die vluchtelingen welkom heten. In schril contrast met het beleid van zijn partij de afgelopen jaren.

Als er een politieke wil is, blijkt medemenselijkheid mogelijk. De Europese Commissie trekt een ‘richtlijn tijdelijke bescherming’ uit de kast om Oekraïense vluchtelingen en derdelanders uit Oekraïne overal in Europa op te vangen. Oekraïners zullen niet conform de Dublin-richtlijn worden teruggestuurd naar een andere EUlidstaat als ze daar eerder zijn opgevangen.

Met man en macht werken allerlei organisaties als het Rode Kruis, Vluchtelingenwerk en het Leger des Heils samen met gemeenten, verschillende ministeries en de veiligheidsregio’s om snel vijftigduizend opvangplekken uit de Nederlandse grond te stampen, inclusief zorg, leefgeld en onderwijs. Als ze dat willen, zouden Oekraïners ook mogen werken.

Nederlanders staan op de perrons om Oekraïners welkom te heten en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid vindt dat we ruimhartig moeten zijn met opvang. Dat geeft hoop en biedt verantwoordelijken wellicht perspectief om nu wel goede afspraken te maken voor een humaan opvangbeleid in Europa, ook voor vluchtelingen van verder weg, die er anders uitzien. Afspraken die stroken met de Europese waarden van democratie, mensenrechten en internationaal recht.

Want deze waarden zijn niets waard als ze selectief toegepast worden. Niet vergeten mag worden dat westerse politieke leiders (mede)verantwoordelijk zijn voor (illegale) oorlogsvoering, oorlogsmisdaden en meer dan 37 miljoen mensen op de vlucht als gevolg van de oorlogen in onder andere Afghanistan, Irak, Libië en Syrië. Ook vluchtelingen uit deze landen verdienen een warm welkom en een einde aan de oorlog.