‘Dat verdien je nooit.’
‘Maar stel… zou je dat erg vinden?’
‘Zeker met die boekjes van je, die allemaal in de uitverkoop liggen.’
‘Maar stel…’
Nee, ze zou er geen bezwaar tegen hebben. De moeder en vader van Ronaldo - die destijds tot de kansarmsten van de wereld behoorden - hebben er ook geen bezwaar tegen.
Toch is er iets raars met dat geld. Hoe goed moet je niet voetballen voor zeven miljoen per jaar? Hoe hoogwaardig moet je produkt dan niet zijn?
Connie Palmen heeft een miljoen boeken verkocht en heeft dus meer dan een miljoen verdient. Als ik iemand dat miljoen gun, is dat Connie Palmen - en ik kijk met grote jaloezie naar haar, want ik wil dat miljoen eigenlijk ook. Maar… Hoe goed moet Connie wel niet zijn om dat miljoen waard te zijn? Is zij beter dan Gerard Reve, die waarschijnlijk geen miljoen boeken heeft verkocht? Is zij beter dan Hermans?
Nu haat ik het om in de literatuur te spreken over ‘beter dan’ en ‘de beste’. Toch ontkom je er niet aan: er zijn prijzen voor ‘het best verkochte boek’, ‘het beste literaire boek’, ‘het best verkochte debuut, 'het beste debuut’. Belachelijke maatstaven als het om literatuur gaat - en toch doen we daar allemaal in mee.
Mijn lievelingsschrijvers zijn Reve, Nescio, Elsschot.
Laten we Nescio er uitlichten. Is hij een miljoen waard?
Dat weet ik eigenlijk niet. Misschien wel, maar ik zou dat niet willen. Karel van het Reve klaagde er destijds over dat Elsschot weinig populair was, maar ik vind hem eigenlijk al tè populair. Hij is niet meer bijzonder.
Zoals Reve - die ik miljoenen en miljoenen waard vind en alles maar dan ook alles gun - voor mij ook te populair is geworden. Iedereen vindt hem goed - en dat is hij ook - maar toch is dat jammer. Ik wil hem voor mezelf hebben! Ik wil hem eigenlijk niet delen! Hij moet exclusief zijn.
Zou de Nederlandse cultuur er niet veel meer mee gediend zijn als maar vijfhonderd mensen Reve zouden lezen? En die ‘z’ van ‘lezen’ zou dan soms op een ‘v’ moeten lijken, want lezen en leven zijn voor mij eigenlijk hetzelfde.
Reve zou niet kunnen leven van die vijfhonderd lezers. Maar waarom eigenlijk niet? Als ik zeker zou weten dat er maar vijfhonderd lezers van Reve zouden zijn, zou ik daar ongeveer vijfhonderd gulden per jaar voor over hebben, die ik dan rechtstreeks aan Gerard overmaak.
Gerard verdient dan 2,5 ton. Daarvoor krijg ik (en 499 anderen) dan jaarlijks één boek.
Het kiezen van schrijvers wordt dan iets heel bijzonders. Iets exclusiefs.
Het kan ook minder ingewikkeld. Je zou de boeken duurder kunnen maken - en daar pleit ik dan ook regelmatig voor. Zorg dat de nieuwe Grunberg 200 gulden kost.
De verantwoordelijkheid van de critici wordt dan zwaarder. Hun rol wordt belangrijker. Lezers worden belangrijker en het schrijven stimuleer je daarmee ook.
Schrijvers en kunstenaars behagen tegenwoordig de ‘mid-culture’, die houdt van de combinatie kunst en kitsch. Deze ‘mid-culture’ is fataal voor kunst, of, zo je wilt, de avant-garde.
Ronaldo maakt een prachtige beweging en scoort. Hij is fabelachtig. Toch verliest Barcelona, want hij zit niet lekker in dat team van trainer Robson.
Hij kan niet weg, want hij kost te veel. Als hij zich aanpast, is hij zijn geld niet waard.
Ook hij zal moeten kiezen voor de mid-culture - zijn kunstenaarschap op gezette tijden moeten aanpassen voor het team - dus minder mooie acties, maar wel meer overwinningen; alleen op die manier brengt hij zijn geld op.
Rubriek
Wat ben ik waard?
Ronaldo verdient zeven miljoen per jaar.
Mijn moeder vraagt of ik dat niet belachelijk vind.
‘Zou je het erg vinden als ik zeven miljoen per jaar verdiende?’
Uit: De Groene Amsterdammer van
www.groene.nl/1997/18
www.groene.nl/1997/18