Laten we ons eens voorstellen dat vandaag nog Saddam Hoessein persoonlijk mevrouw Rice en de heren Bush, Cheney, Rumsfeld en Blair uitnodigt om aan het hoofd van het zwaarste inspectieteam aller tijden zijn massavernietigingswapens te komen bezichtigen. Ze hebben een maand de tijd.
Ze vinden een scheikundedoos en een paar roestige scuds. Gaat de oorlog dan door? Mij zou het niet verbazen.
Hoe kan een oorlog ontstaan? Natuurlijk uit de kiem van een conflict. Als het woord «onvermijdelijk» is gevallen, moet er een wonder gebeuren als ze elkaar niet gaan afslachten. Toch zijn er dan nog altijd verschillen tussen de manier waarop de aanstaande vechtenden het gevaarlijkste woord uitspreken.
Nemen we een paar historische voorbeelden. In de laatste weken voor de Eerste Wereldoorlog hadden de partijen zich er al jaren op voorbereid. De legers stonden klaar, maar toen aarzelden de politieke leiders. Te laat. De militaire voorbereidingen hadden hun eigen momentum gekregen. Het «onvermijdelijk» kwam voort uit de generale staven.
De Tweede Wereldoorlog is door Hitler gewild, lang voor hij aan de macht kwam. München, 1938, was de laatste poging van de Geallieerden om op kosten van Tsjechoslowakije de krachtmeting af te kopen. Vergeefs. Bij de nazis waren de politieke en militaire leiding een eenheid. Peace in our time, zei Chamberlain nog. Het is zijn historische vergissing die sindsdien te pas en vooral te onpas is gebruikt. Als in de Koude Oorlog degenen die om de haverklap ergens een «München» ontdekten hun zin hadden gekregen, zouden nu het hele Westen en het vroegere Oostblok radioactief zijn.
De eerste Golfoorlog dat is die tussen Irak en het Westen en niet die tussen Irak en Iran is ontstaan uit een voldongen feit: de invasie van Koeweit door Saddam. Op de achtergrond waren het de oliebelangen, maar die konden toen geen oorlog gebruiken. Militair noch politiek waren de Verenigde Staten en hun bondgenoten erop voorbereid. Het heeft zes maanden geduurd voor operatie Desert Storm kon beginnen.
Dit alles om aan te tonen dat deze Golfoorlog in politiek opzicht een heel andere zal zijn dan de vorige. Eerste verschil. Er is geen druk uit het militaire kamp. Integendeel. De generale staf heeft gewaarschuwd dat het geen leger van 250.000 man op de been kan brengen, zoals minister Rumsfeld een paar maanden geleden wilde. Er bestaat geen verlangen om straatgevechten in Bagdad, Mosoel en Basra aan te gaan. Er is, zoals we uit de talrijke lekken van militaire kant kunnen opmaken, geen overeenstemming over het krijgsplan.
Tweede verschil. Alle bondgenoten van Amerika, die precies een jaar geleden om strijd hun uiterste solidariteit betuigden, staan nu in Washington in de rij om om strijd Bush en de zijnen ervan te overtuigen dat hij met deze vorm van confrontatie op de verkeerde weg is. Hetzelfde doen zijn ongevraagde binnenlandse raadgevers van gezag. Henry Kissinger heeft het binnen een paar weken voor de tweede keer in een doortimmerd betoog laten weten: George W., niet op deze manier! Dit is niet de combinatie van een «Europese lafheid» en een binnenlandse oppositie die, door partijbelang gedreven, haar kans probeert waar te nemen. Het is een tot nu toe vergeefs, steeds wanhopiger klinkend concert om iemand die zichzelf voor de baas van de wereld houdt van een heilloos plan af te brengen. Als ooit de «internationale gemeenschap» zich met zo weinig dissonanten heeft laten horen, en zo vergeefs, dan nu.
Vertel de critici niet dat Saddam een schurk is. Zoals tien jaar geleden gaat het niet om de wenselijkheid dat hij verdwijnt, maar om de manier waarop. Bush en de zijnen weten het: per snelle hightech-oorlog. Vuurwerk boven Bagdad, slimme bommen, collateral damage. Ja, dat ziet er als onvermijdelijk uit. En dan? Saddam sneuvelt, wordt gevangen genomen, blijkt onvindbaar. Is de oorlog dan «gewonnen»? Of het begin van iets veel groters? Het oprollen van alle dictators in het Midden-Oosten? Blijft Amerika alleen achter om die klus te klaren? Blijft de meerderheid van de Amerikanen dat fijn vinden? Wordt Bush de volgende Nixon?
Er zijn twee wereldproblemen. Het eerste is Saddam. Het tweede: wat er in het hoofd van de machtigste man van de wereld omgaat. Dat denk ik. En ik ben in goed gezelschap: van Schröder, Chirac, misschien zelfs van Balken ende en voor het eerst van mijn leven, van Henry Kissinger.