
Ineens stond het rood-witte hek er, zomaar midden op de weg in het buitengebied. Een bord ernaast vermeldde dat het fietspad was afgesloten wegens besmettingsgevaar. Want hier, in het Noord-Brabantse Milheeze is op een nertsenboerderij Covid-19 geconstateerd. Net als bij een pelsdierfokker in het kerkdorp De Mortel even verderop. Fietsen en wandelen in de nertsenbuurten werd daarom streng verboden.
De gemeente Gemert-Bakel (waar Milheeze en De Mortel onder vallen) is hard getroffen door corona. Volgens de laatste cijfers van het RIVM zijn er dertig personen overleden, bijna tachtig mensen moesten worden opgenomen in het ziekenhuis. Om de bestuurders een hart onder de riem te steken beeldbelde koning Willem-Alexander met hen.
‘Dat de koning contact met ons opnam voor een videogesprek geeft wel aan dat we als regio afwijken van andere regio’s’, schreef burgemeester Michiel van Veen vorige week in zijn column in het Gemerts Nieuwsblad. Ze spraken over de problemen in crisistijd, maar ook over oplossingen. ‘Hoe we elkaar helpen en vermaken en hoe we de eenzaamheid proberen te voorkomen.’
Van Veen bracht ook wat goed nieuws. ‘Sinds afgelopen vrijdag hebben we op advies van de minister de wandel- en fietsbeperkingen rond de nertsbedrijven in De Mortel en Milheeze opgeven.’ Er kwam weer meer vrijheid dus.
Maar vijf dagen later, om kwart voor twaalf ’s avonds, stuurde minister Carola Schouten van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit een Kamerbrief met een verontrustende boodschap. Waar eerder een coronabesmetting van nerts op mens onmogelijk werd geacht, is het nu toch aannemelijk. Op dinsdagavond 20 mei schreef ze dat een medewerker van een fokker hoogstwaarschijnlijk is aangestoken door een pelsdiertje. Een ‘wereldprimeur’, want niet eerder besmetten nertsen mensen met corona.
Op maandagochtend 25 mei kwam er weer een brief van de minister en haar collega Hugo de Jonge van Volksgezondheid. Opnieuw heeft een nerts een medewerker van een fokker, dit keer een ander bedrijf, vermoedelijk besmet met corona.
De nerts is een klein roofdiertje dat zeer slecht gedijt in gevangenschap. Toch wordt het in kooitjes gehouden omdat het bont van dit diertje de fokkers in Nederland jaarlijks zo’n honderd tot honderddertig miljoen euro aan omzet oplevert. Maar vanaf 2024 wordt het fokken van nertsen in Nederland verboden omdat het welzijn van het diertje (in welk kooitje dan ook) erg onder gevangenschap lijdt. De houders zitten in een overgangsregeling, maar in de Tweede Kamer gaan stemmen op het verbod eerder in te voeren nu corona in de stallen van de bontdiertjes huishoudt.
Nederland telt volgens de laatste cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) zo’n honderdveertig nertsenfokkers. Zij houden ongeveer 919 duizend moederdieren. De meeste pelsdieren wonen in Gemert-Bakel. Deze nertsenhoofdstad, waar 27.555 mensen wonen, herbergt 221 duizend nertsen. Dat zijn alleen volwassen (moeder) dieren, want de pups (een moeder krijgt er gemiddeld vijf) worden in de statistieken niet meegerekend.
Raadslid Ton Vogels van de Lokale Realisten maakt zich grote zorgen. ‘Als je om kwart voor twaalf ’s avonds zo’n brief van de minister krijgt dan is er wel wat aan de hand.’ Hij stoort zich vooral aan de tegenstrijdige berichten. Eerst konden nertsen geen corona krijgen, toen weer wel. Vervolgens konden ze mensen echt niet besmetten, nu is het een feit dat de nerts een mens kan besmetten. ‘Wat eerder niet kon, blijkt steeds toch te kunnen.’
Want onderzoekers vonden ook antistoffen tegen het virus in het bloed van katten bij een paar nertsenfokkers. ‘Het stikt hier van de katten, er zijn er zo’n twintig per boerderij. Die lopen naar de buren, wat als zo’n kat corona verspreidt bij een veehouder met drieduizend varkens? Ze zeggen dat varkens geen corona kunnen krijgen, maar dat zeiden ze ook over nertsen.’ Hij wijst erop dat nertsen geregeld ontsnappen. ‘Niet een per maand, maar echt wel tientallen per week.’ Dat zijn de ‘feiten’ waarover volgens hem niet wordt gesproken. En zeker niet openlijk.
De nertsen veroorzaken overlast. Vliegen, stank en dus misschien nu ook een gevaar voor de volksgezondheid. Toch spreken de regionale media over niet-verontruste bewoners. ‘De bewoners klagen soms bij mij, maar altijd anoniem’, zegt Vogels. ‘Ze durven vaak niet door te zetten, want veel fokkers sponsoren de lokale voetbalclub of harmonieverenging. Direct omwonenden zijn vaak zelf ook veehouders, je gaat niet je eigen groep aanvallen.’
Hij noemt de overheid ‘laconiek’ en die ‘laconieke houding’ doet hem denken aan de Q-koorts. ‘Toen heeft het bestuur ook lange tijd dingen verzwegen en voortdurend de kant van de geitenhouders gekozen.’ De maatregelen hoeven niet eens vergaand te zijn, zegt hij. ‘Al zet je een bord neer met een waarschuwing ‘’bij dit bedrijf heerst corona’’. Dan kunnen mensen zelf bepalen of ze er langsfietsen of niet. Maar nu heeft de gemeente juist die hekken en borden weggehaald.’
Het is kritiek vanuit de oppositie. Maar ook de nertsenhouders zélf maken zich grote zorgen. Drie dierenartsen (en diervoerderbedrijven) uit Noord-Brabant en Limburg stuurden, via het Brabants Dagblad, een brandbrief. Ze noemen het ministerie van Landbouw te stellig met de conclusie dat de risico’s van de besmette nertsenbedrijven ‘verwaarloosbaar’ zijn voor de volksgezondheid. En ze sluiten zelfs ruiming niet uit.
Bij het bedrijf van Huub Kuijpers in het Limburgse Deurne is tien procent van alle moedernertsen overleden, vertelt hij aan de krant. Waarschijnlijk allemaal door corona. ‘De ziekte verloopt hier niet zo mild als bij de eerste bedrijven, maar daar lees ik niets over in de Kamerbrieven en persberichten van het ministerie. Mijn bedrijf krijgt nauwelijks aandacht. Dat vind ik zeer kwalijk.’ Hij is zelf ook besmet, net als zijn vrouw en dochter.
De Groene kreeg hem niet te pakken maandagochtend. Maar wel zijn collega Martijn van den Boogaard uit het Noord-Brabantse Beek en Donk die ook openlijk zijn zorgen uitte. Hij vierde twee dagen carnaval. ‘Ik denk dat ik daardoor de verspreider ben op mijn bedrijf, maar dat valt helaas niet meer te achterhalen.’ Ziek was hij nooit, wel een dag heel erg moe. ‘Ik dacht aan een griepje.’
Maar Van den Boogaard heeft antistoffen tegen corona in zijn bloed, net als vrijwel al zijn medewerkers en 7.500 nertsen. En dat duidt erop dat Covid-19 heeft toegeslagen.
Het gaat op zich goed met zijn dieren, vertelt hij aan de telefoon. Ze gaan niet meer in groten getale dood en elke week komt de gezondheidsdienst om eventueel dode dieren mee te nemen voor onderzoek.
Alleen maakt hij zich grote zorgen over een mogelijke tweede golf. De overheid heeft, zegt hij, niet goed door hoeveel nertsen er zijn. Eind april zijn de pups erbij gekomen, en dat betekent een vervijfvoudiging van het aantal dieren. Bij hem in de stal, én in heel Nederland.
Nu zijn die pups nog bij de moeder. ‘En krijgen ze antistoffen via de melk’, denkt hij. Maar in juni worden de jonkies apart gezet. ‘Dan zijn ze onbeschermd, wat gebeurt er dan als er dan weer een uitbraak komt? Met zoveel dieren in de stal.’
Zijn doel is door te gaan tot 2024, tot de dag dat fokken van nertsen wordt verboden. Of hij dat gaat halen? ‘Poeh, het zou een ramp betekenen als ik eerder moet stoppen. Maar voor mij is de volksgezondheid het belangrijkst.’