Balkenendes n&w-campagne maakt Europees school, wat de vraag oproept of we ook van andere regeringsleiders na een aanslag «zo gaan we in Europa niet met elkaar om» kunnen verwachten. Inadequater reactie lijkt nauwelijks denkbaar en doet denken aan die keer dat de MP in Vurige tongen beschreef hoe hij zijn dochtertje van de trap had zien vallen. Heldere beschrijving van wat gebeurde zonder een woord over de schrik die een ouder van een vallend kind ervaart. Vreemde vogel.

Dus wordt om leiderschap geroepen. Bolkestein bijvoorbeeld vertrouwde Paul Rosenmöller toe dat hij als premier bakkeleiende ministers met de koppen tegen elkaar geslagen had. Te zien in Rosenmöllers derde reeks als tv-maker, die voortgaat waar de eerste ophield. De tweede, met vaste locatie, een kort interview met een gast en daarna een paneldebat over de thematiek die de gast mee- en inbracht, was beduidend beter dan het model waarin Rosenmöller naar een hoofdpersoon op diens terrein gaat. Bij de overdreven voorzichtigheid waarmee hij bijvoorbeeld Irene en Mabel benaderde, verdween de herinnering aan de bekwame, scherpe debater en gespreksleider die hij kan zijn (en in reeks 2 ook was). Dit keer zei hij in de persoon Bolkestein te willen doordringen, want dat was nog nooit iemand gelukt. Het kwam hem op een schrobbering te staan: niets moest de vertrekkend commissaris weten van dat «typisch Nederlands geleuter», zijn buik vol van het gepsychologiseer en subjectivisme van de vaderlandse pers. «Paul, alsjeblieft», verzuchtte hij, aangevend dat hij dit «wat ging er door je heen»-gehalte niet had verwacht. Een verademing eigenlijk, dat iemand voor Felderhof-gewauwel bedankt.

Natuurlijk brengt Rosenmöller veel meer dan dat. Waardoor Bolkestein zijn ontzetting kon uitspreken over toetreding van het «totaal corrupte» Roemenië in 2007. En zijn zorg over mogelijke toetreding van Turkije. Ook ik vroeg me af wat de rechterlijke uitspraak inzake PKK’s Nuriye Kesbir betekent: niet uitleveren, want de Turkse staat is qua mensenrechten niet te vertrouwen. Het belangrijkste argument lijkt dat pas toelating Turkije naar een rechtsstaat met meer sociale rechten zal leiden. Als dat zo was wist ik het wel. Maar ook bij de geprezen scheiding van staat en moskee kun je vraagtekens zetten: die scheiding is en wordt met ondemocratische middelen overeind gehouden. Toelating lijkt een kwaad, misschien te verdedigen doordat niet toelaten groter kwaad oplevert. Op politiek niveau lijkt men daarvan volledig zeker, met Frits als dorpsgek. Dus ogen dicht en springen maar.