
‘Wat vindt u van Maurice de Hond?’ Kunstenaar Coralie Vogelaar stelde deze vraag de afgelopen maanden maar liefst duizend keer. Met haar mobiele enquêtebureau reisde ze door de twaalf Nederlandse provincies en sprak in dorpen en steden in totaal ruim duizend mensen aan. 283 van hen stemden vervolgens in met een korte enquête over de beroemdste opiniepeiler van Nederland. Een van haar belangrijkste conclusies: ‘Nederlanders zijn veel aardiger dan uit de peilingen blijkt. Hun oordeel is ook veel genuanceerder dan naar voren komt uit de onderzoeken van De Hond, Nipo en al die andere bureaus. Deelnemers kunnen meestal alleen maar kiezen tussen ja/nee/geen mening. Maar hun feitelijke standpunt ligt ergens er tussenin. De opiniepeilingen verscherpen zo de tegenstellingen in de maatschappij.’
Wees welkom bij: De Groene live #2
Vogelaar presenteert op maandag 26 mei met woord en beeld haar onderzoek in Pakhuis De Zwijger in Amsterdam. Wat is de invloed van peilingen? Wordt die steeds groter en wat moet daaraan gebeuren? Met: Maurice de Hond, journalist Pieter van Os (NRC), Kamerlid en campaigner Jacques Monasch (PvdA) en hoogleraar Jean Tillie (UvA). Natasja van den Berg modereert. Toegang gratis, wel even opgeven bij Pakhuis de Zwijger.
Deze week in De Groene: de peiler gepeild
In De Groene Amsterdammer verschijnt deze week een groot verhaal over de invloed van de peilingen. Hoe gemakkelijk zijn Nederlanders te sturen in hun antwoorden? Met het project Peilen doe je zo wil Vogelaar onderzoeken hoe peilingen werken. Hebben Nederlanders wel allemaal een mening over al die zaken waarover gepeild wordt? Of roepen ze vaak zomaar wat? Zeggen ze ook weleens ‘ja’ terwijl ze eigenlijk ‘nee’ bedoelen? En hoe gemakkelijk zijn ze te sturen in hun antwoorden? Tot slot wilde Vogelaar weten wat Nederland eigenlijk dacht van de grootste peiler, Maurice de Hond. Hoe betrouwbaar komt hij over, welk cijfer geven ze hem?
Ze hield eerst een aselecte telefonische steekproef onder 525 Nederlanders met een vaste of mobiele telefoon. Hiervoor moesten wel maar liefst 4000 nummers gebeld worden. 2000 potentiële respondenten waren niet thuis en van de 2000 die wel opnamen, wilde driekwart niet deelnemen. De antwoorden waren volgens Vogelaar ‘redelijk braaf’. Zo kreeg de Hond in dit onderzoek een nette 6 als rapportcijfer. Van deze groep had zes procent al eens aan een onderzoek van De Hond meegedaan.
De tweede peiling was een internetpanel zoals De Hond en de andere onderzoeksbureaus ook hebben. Dit keer werden 226 Nederlanders bevraagd die zichzelf hadden aangemeld via Peilen doe je zo. Door weging achteraf op tal van factoren (leeftijd, geslacht, opleidingsniveau etc.) moest een representatief beeld ontstaan. ‘Maar de uitkomsten verschilden sterk van mijn representatieve telefonische onderzoek. Op internet blijken de respondenten veel radicalere standpunten in te nemen. Ze zijn sterk voor of sterk tegen. De nuance verdwijnt, ook omdat je peilt onder een groep die zichzelf heeft aangemeld’, concludeert Vogelaar. Ook het standpunt over De Hond bleek sterk afhankelijk van de methode van peilen. Hij kreeg van de panelleden slechts een magere 4,8.
Positief gestuurde peiling
Bij de straatinterviews in de twaalf provincies kregen de deelnemers een positief of een negatief gestuurde vragenlijst voorgeschoteld. Bij de negatieve vragenlijst werd gesteld dat Maurice de Hond er bij de afgelopen verkiezingen maar liefst 18 zetels naast zat. De positieve variant bevatte de zinsnede dat De Hond van alle peilingbureaus het dichts bij de uiteindelijke uitslag zat. Beide beweringen zijn waar en beïnvloedden de uitslag in hoge mate. Zo kreeg hij van de deelnemers aan de positieve lijst een 7 als rapportcijfer en van de negatieve een 5. Ook op tal van specifieke standpunten kwamen radicaal verschillende antwoorden uit de bus.
Negatief gestuurde peiling
Lees verder in De Groene Amsterdammer van deze week, met een uitgebreide reactie van Maurice de Hond en hoogleraar electorale politiek Jean Tillie
Beeld: Coralie Vogelaar houdt straatinterviews in Limburg, Susteren (Coralie Vogelaar & Yuri Veerman)