In het boekenweekgeschenk De brug toont Geert Mak zich de schrijver die we kennen van zijn bestsellers In Europa en De eeuw van mijn vader. Ook nu verbindt hij de grote lijn van geschiedenis met de kleine geschiedenis van de gewone man en is het verhaal geschreven in kraakheldere zinnen. Ditmaal heeft hij zich echter moeten onderwerpen aan een maximale lengte. Dat dat hem zwaar moet zijn gevallen is te merken aan de ingehouden drang om uit te willen weiden, iets wat de thematiek – Turkije als scharnier tussen Europa en de islamitische wereld – zeker verdient.
Mak heeft een slimme uitweg gevonden binnen dit keurslijf door een symbool van het symbool als uitgangspunt te nemen: een brug die als een kleine, eigen wereld de levensader vormt tussen twee stadsdelen in Istanbul, de oude oosterse wijken en het nieuwe westen. Zijn ‘reisverslag’ is een tocht over 750 meter stenen waaronder een eeuwenlange geschiedenis schuilgaat. Met als leidraad de levensverhalen van zijn nieuwe kennissenkring rondom die brug – hengelaars, sigarettenjongens, de zolenman, de boekverkoper, de fotograaf, de ouwe sjouwer – brengt hij de met religie en cultuur worstelende seculiere staat van Atatürk tot leven.
De keuze voor dit onderwerp moet gezien worden in het licht van de discussie over de toetreding van Turkije tot de Europese Unie. Het dragen van hoofddoeken in publieke gelegenheden, de Armeense kwestie, eerwraak, de commotie over de Deense cartoons: alle actuele hete hangijzers komen in het verhaal en passant voorbij.
Mak oordeelt niet, dat doet hij nooit in zijn boeken. Maar we kennen hem ook als auteur van het manifest Gedoemd tot kwetsbaarheid, uit 2005, waarin hij stelling neemt tegen de ‘ware angstcultuur’ die in Nederland ontstond na de moord op Theo van Gogh. Heeft hij met dit boek indirect een politiek geluid willen laten horen?
Het is verstopt, maar een statement maakt Mak wel. De wijze waarop hij Turkije neerzet, kweekt inzicht voor de positie van dit land binnen Europa. Zo vergelijkt hij de sociaal-economische situatie aldaar met de wereld van onze grootouders en overgrootouders waarin het bestaan draaide om familiebanden, eer en persoonlijke waardigheid. Ondanks de religieuze verschillen lijkt de samenleving op die van ons van vroeger, wil Mak hiermee maar zeggen. Bekend maakt tenslotte bemind.
Toch vraag je je af wat Mak bedoelt met een citaat over de aftakeling van het Osmaanse Rijk: ‘De Osmaanse machthebbers reageerden echter, zoals dat vaak gaat bij ontbindende imperia, met angstpolitiek. Steeds krampachtiger klampten ze zich vast aan hun uiteenvallende wereld, overal zagen ze vijanden (…)’ Of met zijn verklaring dat de reactie op de aanslagen van 11 september 2001 als een soort eerwraak kan worden gezien: de Amerikanen moesten terugslaan, ‘naar wie en welk land deed er minder toe’. De relatie leggen tussen archaïsche, dorpse eerwraak en een geopolitieke actie van een wereldmacht is wel erg kort door de bocht.
In ieder geval heeft het boekenweekgeschenk zélf een milde, multiculturele functie. Van de recordoplage van 910.000 exemplaren zullen er twintigduizend in het Turks vertaald onder de titel Köprü verschijnen in Turkije. Met die editie wil de cpnb ‘de literaire dialoog bevorderen en Turkse Nederlanders bedienen die voor het lezen van literatuur de voorkeur geven aan hun moedertaal’. Het boek als brug tussen twee culturen. .