DEN HAAG — «Hè, hè, eindelijk is het afgelopen. Het was een bizarre campagne, erg compact en hard. De basis is gelegd en ik ben gerust. Ik ga zo heerlijk slapen. Wat het zal brengen? Ik ben gereformeerd, en dus tegen speculeren en voor predestinatie.» De informateur van het vorige kabinet, Piet Hein Donner, zegt het met een ondeugend lachje. Met andere woorden, zegt hij ter verduidelijking: «Wat we nu zien, heeft zo moeten zijn.»

Maria van der Hoeven, demissionair minister van Onderwijs, spreekt eufemistisch. Over een «stabiele coalitie, want er komen zware jaren aan»: «We beginnen opnieuw, en ik hoop mijn werk op dezelfde plek te kunnen voortzetten.» Net zo vaag wenst Donner te blijven: «Er drukt sinds oktober vorig jaar een zware hypotheek op ons.» Of hij opnieuw informateur wil worden? «Dat is aan de koningin», grijnst hij. «Maar laat ik het zo zeggen: misschien moet je hopen dat het niet gebeurt.»

«De kiezers zijn trouw gebleken. Dat stemt me heel optimistisch», aldus oudgediende Hans van den Broek.

De stemming in de zaal is daarom euforisch. Wanneer Jan Peter Balkenende binnenkomt, omringd door cameramannen, fotografen en zwaarlijvige bodyguards, zet de zaal het op een joelen. JP glimlacht minzaam, verlegen. In zijn tweede finest hour in een jaar tijd lijken zijn emoties inmiddels gerijpt: eenmaal op het podium weet hij op zijn manier toch een ware overwinningsvreugde te tonen.

Toch wroet onder zijn kapsel, bestrooid met confetti, niet louter een goed humeur. Zijn campagne is maar half geslaagd. Hij kon het in de weken voor de verkiezingen niet openlijk zeggen, maar uit alle gebaren van Balkenende sprak een welhaast fysieke weerzin jegens een mogelijke coalitie met de PvdA.

Het sardonische applausje dat J.P. Balkenende bij het tweede lijsttrekkersdebat van 2 Vandaag in de aula van de Erasmus Universiteit voor Wouter Bos in petto had, was een eerste teken aan de wand.

Tijdens het laatste debat dinsdagavond deed Balkenende er nog een schepje bovenop. «Het CDA sluit nooit partijen uit.» Maar toen de lichten waren gedoofd, bleek hij daarmee toch iets anders te hebben bedoeld dan een eventueel regeerakkoord met de PvdA. «Dat moeten we maar niet doen», liet hij zich na afloop ontvallen. De LPF mocht hem dan «pijn» hebben gedaan, de weg naar de PvdA was toch zijn laatste optie.

«Liever de geur van spruitjes dan van Haagse bluf, zou ik zeggen», betoogde Balkenende zes dagen voor de verkiezingen op een congres van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Hij zal zich nu in rap tempo moeten gaan bekwamen in het bluffen, die vorm van politiek die de PvdA nog steeds niet is verleerd.