De verwoestende aanslagen van afgelopen weekend in Istanboel hebben het van andere delen in de wereld bekende zelfmoordterrorisme binnen de Europese grenzen gebracht. Geografisch gezien gold hetzelfde bij de gijzel actie in het Moskouse musicaltheater Nord-Ost, maar Rusland staat vooralsnog niet concreet op de nominatie om lid te worden van de Europese Unie. Turkije wel. Volgend jaar moet een definitief besluit worden genomen of begonnen kan worden met de onderhandelingen over aansluiting. Dit besluit valt in december 2004, precies in de laatste maand van het Nederlandse EU-voorzitterschap.
Sinds oud-VVD-leider Bolkestein zich begin jaren negentig faliekant tegen toetreding uitsprak, is in Nederland echter nauwelijks meer over het lidmaatschap van de Turken gediscussieerd. Dat is elders in de EU wel anders. In Duitsland wil de christen-democratische oppositie zelfs het principebesluit van 1999 om Turkije te erkennen als kandidaat-lidstaat alsnog terugdraaien, terwijl de bondsregering zich voor toetreding heeft uitgesproken. Uit verschillende onderzoeken blijkt dat tussen de zeventig en negentig procent van de Duitsers tégen aansluiting van de Turken is. De deze week in Istanboel geopenbaarde kwetsbaarheid, met beelden die we van «Europa» niet kennen, zal de Turkse zaak bij deze sceptici bepaald geen goed doen.
Waar staat Nederland? De VVD ligt wat de EU betreft op ramkoers. Maar wat wil het CDA van Balkenende? De premier heeft zich wijselijk nog niet inhoudelijk over Turkse toetreding uitgelaten. Of zijn zijn verwoede pogingen om de «joods-christelijke traditie» van Europa in de preambule van de Europese grondwet vermeld te krijgen soms zijn manier om de mogelijke oversteek van de Bosporus te becommentariëren? Je kunt van Turkije veel zeggen, maar niet dat het land als geheel deel uitmaakt van enig joods-christelijke traditie.
De religieuze bezwaren tegen Turkije zijn echter irrelevant. De EU kent immers net als Turkije een scheiding van kerk en staat. En los van discussies over mensenrechten en invloed van de krijgsmacht in de Turkse politiek moet door de huidige lidstaten eerst de vraag beantwoord worden wat zij uiteindelijk met de Unie willen: moet het vooral één grote vrijhandelszone blijven of kan het, naar de letter van de nieuwe grondwet, tot een politieke unie uitgroeien? In dat laatste geval is toetreding van het immense Turkije voor een soepel draaiende EU een onhaalbare zaak en zullen Duitsland en Frankrijk hun dreigementen om tot een Frans-Duitse unie te komen daadwerkelijk gestand doen. Daarmee is de Europese samenwerking terug waar die ooit begonnen is.