
Op een kleine houten tafel ligt een bonte verzameling rijp fruit uitgestald: perziken met een zachte vacht, een ananas waarvan de bladeren al een beetje slap hangen en een opengespleten papaja die de wereld haar oranje vruchtvlees met tientallen zwarte pitten toont. Twee aangesneden watermeloenen trekken de aandacht met hun rode binnenkant en hun schil in de scherpe punten van een zigzag-motief. Onder een avocado ligt een briefje, achteloos als een boodschappenlijstje: ‘Frida Kahlo. pintó 1943’.
De Spaanse titel van dit schilderij schreef Frida Kahlo (1907-1954) in zwierig handschrift in de schaduw van de tafel: De bruid die angstig wordt als zij het leven geopend ziet. De huwelijkse symboliek in dit stilleven is helder, de zoete verleiding van de vruchtbaarheid en het geweld van de geboorte dat erop volgt, maar het is ook fantastisch geschilderd. De vruchten bruisen van kleur en detail en voor een stilleven is er ook bijzonder veel beweging in de compositie gelegd: over een tros overrijpe bakbananen loopt een sprieterige krekel, twee harige kokosnoten grijnzen als kleine aapjes. Er zit een kleine donzige uil op de rand van de tafel en er is een poppetje in een bruidsjurk. Zij houdt zich vast aan de punt van een watermeloen en staart vol ongeloof naar de binnenkant van de vrucht, alsof ze aan de afgrond van de Grand Canyon staat. Dus dit is het huwelijk.
Het schilderij is zeker bij het grote publiek totaal onbekend en een van de parels van de tentoonstelling in het Cobra Museum in Amstelveen. Kahlo liet bij haar overlijden op 47-jarige leeftijd een oeuvre van 240 kunstwerken na, waaronder tachtig zelfportretten die haar leven als icoon beklonken. Als confrontaties van de kunstenaar met haar eigen tragiek spreken ze wereldwijd tot de verbeelding. Als kind kreeg Kahlo polio met aangepaste schoenen en chronische pijn tot gevolg en op haar achttiende was ze betrokken bij een gruwelijk ongeluk tussen een houten bus en een metalen tram. De nasleep was mogelijk nog erger, met naar verluidt 32 operaties, meerdere miskramen en uiteindelijk onvruchtbaarheid. Kahlo was een groot deel van haar volwassen leven aan bed en rolstoel gekluisterd en hoewel dat haar op het pad zette van de schilderkunst, nu ze geen arts meer kon worden, legde die toestand ook meteen restricties op aan een leven als kunstenaar. Op foto’s ligt ze plat op haar rug, gevangen in een korset, met haar kin op haar borst aan een schilderij te werken. Zelden ging schilderen met zo veel inspanning gepaard.
Op haar zelfportretten komen alle aspecten van haar korte leven samen, haar beschadigde lichaam in combinatie met een krachtig uiterlijk, symbolen van pijn en onvruchtbaarheid. En het stormachtige huwelijk met de twintig jaar oudere kunstenaar Diego Rivera, die ze als tienermeisje al bewonderde. Ze zei eens dat ze in haar leven twee ongelukken had gehad: het tramongeluk en het huwelijk met haar man. Dat laatste ongeluk was het ergst.
Dat is niet het uitgangspunt van de tentoonstelling in het Cobra Museum met werk uit de collectie van het verzamelaarsechtpaar Jacques en Natasha Gelman. Frida Kahlo & Diego Rivera: A Love Revolution wil juist getuigen van de grote liefde en wederzijdse bewondering voor elkaars werk. In citaten op de wanden maken ze elkaar over en weer complimenten. Kahlo: ‘Diego is een rebel… een revolutionair… Ik stel me voor dat de wereld waarin hij graag zou willen leven een groot feest zou zijn waaraan ieder en elk wezen deel zou nemen, van mens tot steen, zonnen en schaduwen: allen feestgangers met hun eigen schoonheid en scheppende kracht.’ Rivera: ‘Frida is het enige voorbeeld in de kunstgeschiedenis van iemand die haar hart en borst openscheurt om de biologische waarheid te vertellen over datgene wat zij in beide voelt.’
De tentoonstelling is een uitgelezen kans om hun werk samen te bekijken. Rivera was in zijn eigen tijd al beroemd als muralist van muurschilderingen die de socialistische idealen van de Mexicaanse Revolutie (1910-1917) verkondigden. Zijn studiowerk met schilderijen is minder bekend, maar voor de Europese toeschouwer minstens zo interessant. De magische voorstellingen met kinderen en poppen, folklore en maskers omringd door ontembare natuur doen ergens denken aan Henri Rousseau. Maar ook aan de schilders die eind negentiende eeuw inspiratie putten uit de klederdracht in Hollandse en Bretonse dorpen: de kelken van de witte lelies op het schilderij Calla lelie verkoper (1943) zijn met niet minder flair geschilderd dan de witte kappen die de vrouwen dragen op het werk van Jan Toorop of Paul Gauguin. Interessant is de matte gloed over de schilderijen die niet uitblinken in details. Het lijken haast kleine muurschilderingen waarin de verf vooral een handig gereedschap is om een voorstelling met boodschap voor het voetlicht te brengen.
In het midden van Rivera’s muurschildering, die in de tentoonstelling als foto op ware grootte wordt getoond, staat zijn nieuwe liefde Kahlo. Zij was in haar hart minstens zo revolutionair als de muralisten, maar beperkt in lijf en leden. Haar handicap werkte daarbij als een gek soort schild voor de sociale en artistieke realiteit: ook zonder haar beperkingen was zij als vrouw niet in aanmerking gekomen voor grote opdrachten in de openbare ruimte. In de schilderijen van Rivera en Kahlo liggen hun verhoudingen als kunstenaars besloten: Rivera was de schilder van de grote greep, Kahlo de schilder van de nabijheid die op de eerste plaats schilderde voor zichzelf, degene die ze met een spiegeltje in bed kon bestuderen. Haar schilderijen zijn intiem en raadselachtig, vol symboliek, en het gepriegel aan details verraadt de tijd die erin ging zitten. In Zelfportret met apen uit 1943 beeldt Kahlo zichzelf af met een paradijsvogelplant en liefkozende aapjes, ook wel omschreven als de kinderen die zij niet kreeg. Een aap houdt zijn hand op een symbool op haar blouse: de ronde vorm met vier poten afkomstig uit de Azteekse kalender verwijst naar ‘beweging’ en ligt op haar borst als een kloppend hart. Op haar voorhoofd verdwijnen ragfijne penseelstreken als kleine rimpels in haar zwarte haar.

Het is een unicum om Frida Kahlo te zien in Nederland met 23 werken van haar hand waaronder tien schilderijen, en daar blijft het niet bij. In oktober opent in het Drents Museum in Assen de tentoonstelling Viva la Frida! en komen nog eens 42 werken van Kahlo uit de collectie van Museo Dolores Olmedo naar Nederland, waaronder 28 schilderijen. Daarnaast toont het Drents Museum foto’s en persoonlijke artefacten afkomstig uit het Museo Frida Kahlo. Die collectie was in 2018 te zien in het Victoria & Albert Museum in Londen en toen een enorme hit.
Frida Kahlo: Making Her Self Up zette volledig in op haar jurken, nagellak en lippenstift, zonnebrillen, korsetten en morfinespuiten en alle artificiële hulpstukken die zij nodig had om als gezonde vrouw voor de dag te komen. Na haar overlijden had Rivera de deur met Kahlo’s persoonlijke bezittingen op slot gedaan voor een periode van vijftig jaar. In Londen waren die spullen voor het eerst buiten Mexico te zien en deze herfst komen ze dus naar Assen.
Het Drents Museum is alvast begonnen met kaartverkoop en ook het Cobra Museum zet in op horden bezoekers met een verruimde openingstijd tot 22.00 uur, elke dag van de week. Frida Kahlo is al 67 jaar dood, maar haar zelfportretten, krukken en kunstbenen reizen onvermoeid de wereld rond. Naast geliefd icoon is ze de ultieme melkkoe. Wel of geen goed huwelijk, feminist of zielenpiet, met Kahlo kun je alle kanten op en iedereen wil het horen.
Je kunt het de musea die haar werk en spullen tonen niet kwalijk nemen, zeker niet de Nederlandse die met hun beperkte budgetten en uitgeklede staf niet over het vermogen beschikken om een heel eigen Kahlo-tentoonstelling te organiseren. Maar het gebrek aan een eigen stempel heeft wel degelijk zijn weerslag op de tentoonstelling in Amstelveen, die volledig leunt op een collectie met meer en minder sterke werken. Gastcurator Stefan van Raay, tussen 2018 en 2020 interim-directeur van het Cobra Museum, verdeelt zijn tijd tussen Amstelveen en Mexico-Stad en maakte als interim al de tentoonstelling Intens Mexico met kunst uit de collectie van het Museo de Arte Moderno. En nu dus Kahlo en Rivera, verkregen door zijn connecties met de Gelman-collectie – zeg daar als museum maar eens nee tegen.
Van Raay wilde naar eigen zeggen wegblijven van het kunstbeen en de krukken en Kahlo tonen als kunstenaar. Dat is deels gelukt. Naast Kahlo en Rivera hangt ook werk van een aantal tijdgenoten en dat plaatst hen als Mexicaanse kunstenaars enigszins in context. Maar na Kahlo en Rivera, de maindish, staan daar dan toch de krukken. Niet in het echt maar op foto’s die Patti Smith maakte in La Casa Azul, het huis van Kahlo en Rivera. De tentoonstelling gaat dan in op de kunstenaars die zich door Kahlo lieten inspireren of haar vastlegden op foto. En hoewel Kahlo’s jurken er niet zijn, is er wel een andere collectie Mexicaanse jurken opgesteld. Onder een foto van Kahlo in haar doodskist plaatste het museum een plateau met tientallen nepkaarsjes als ultieme Mexicaanse kitsch.
Als tentoonstelling is Frida Kahlo & Diego Rivera: A Love Revolution een lappen-deken, maar dat doet aan het beste werk niets af. Een ontdekking zijn de schilderijen van María Izquierdo (1902-1955), een bijna exacte tijdgenoot van Kahlo met een al even tragisch leven. Zij kreeg wel een opdracht voor een muurschildering, maar onder anderen Rivera stak daar een stokje voor. Haar Levend stilleven uit 1946 op de tentoonstelling wil je naast het huwelijkse stilleven van Kahlo zien. Ja, de watermeloen is anders aangesneden en de papaja’s hebben een andere kleur, en Izquierdo schilderde daarbij ook een radijs en een schelp tegen de achtergrond van een kaal, onheilspellend landschap. Maar wát een gelijkenis. Over hun relatie als kunstenaars onderling en of ze elkaar kenden, blijft veel onduidelijk. Het is wachten op de tentoonstelling die daar licht op werpt. Dat zou nog eens revolutionair zijn.
Frida Kahlo & Diego Rivera: A Love Revolution, t/m 26 september in het Cobra Museum in Amstelveen, cobra-museum.nl. Viva la Frida!: Life and Art of Frida Kahlo, _8 oktober t/m 27 maart in het Drents Museum in Assen