
De Engelse schilder Richard Wilson (1713-1782) zat in 1752 bij Tivoli om er de grote waterval en de villa van Maecenas vast te leggen. Op het schilderijtje dat hij die dag maakte zie je een andere kunstenaar net als hij bezig, met ezel en penselen, en dat is (aldus Ger Luijten, directeur van Custodia) de vroegste afbeelding van een schilder die zo buiten in de vrije natuur zit te werken. Zeker, er zijn oudere afbeeldingen van kunstenaars die buiten zitten te tekenen, maar schilderen met olieverf in de open lucht, dat deed men niet: olieverf is een lastig goedje, je kon maar weinig penselen en weinig verf meenemen (in blaasjes, want de tube was nog niet uitgevonden), het licht wisselde, het kon gaan regenen, kortom: alles wat bij serieuze schilderkunst gangbaar was, werken in gecontroleerde omstandigheden na grondig innerlijk overleg en volgens de regels, ging hier overboord.
De winst was wat de samenstellers van de tentoonstelling ‘ succinct immediacy’ noemen: bondige directheid. Het hier en nu. De werkelijkheid zoals die zich voordoet, rap en handig vastgelegd op een plankje of een stuk papier zonder – en dat was de crux – formele of academische eisen. Alles ademt een empirische geest, een onbevooroordeelde relatie met de werkelijkheid, en onmiskenbaar enthousiasme.
De tentoonstelling Sur le motif in Fondation Custodia in Parijs toont 115 stuks van dat soort frisse werkjes vervaardigd tussen 1780 en 1880. Er zitten grote namen onder, Constable, Turner, Corot (van wie de schilderkist nota bene uit Den Haag is geleend) maar de meeste makers zijn minder bekend en ze komen van overal: Pierre-Henri de Valenciennes, Achille-Etna Michallon, de geniale Christoffer Eckersberg, Johan Lundbye, Vilhelm Kyhn, Carl Blechen, enzovoort. Er is maar één Nederlander bij, Pitloo. In hun bescheiden formaat en hun niet-geforceerde blik zijn die werken overrompelend, zelfs aangrijpend fraai. Je ziet landschapjes, watervallen, stukken bos, bomen, takken, rotsen, kusten, soms heel alledaagse uitzichten uit een dakraam over de rode daken van de buurt. Het zijn motieven die mogelijk later nog eens in een groter werk gebruikt zouden kunnen worden, maar ze werden gekozen zonder dat ze per se ‘schilderachtig’ waren, dat wil zeggen dat ze als motief geen betekenis hadden: het beeld is nog geheel van zichzelf. De schilder stuit erop, kiest positie, gaat zitten, maakt het niet mooier dan het is.
Het aangrijpende zit ’m erin dat alles overrompelend direct en eenvoudig is, alsof deze schilders de allereersten waren die zonder vooropgesteld idee naar hun omgeving keken. Wij zijn gewend aan fotografie, en dus aan ‘informele’ en terloopse beelden – maar die manier van kijken is ooit geboren. Volgens de geschiedenisboekjes werd rond 1825 officieel de fotografie uitgevonden – maar toen bestond de fotografische blik dus al zeker een halve eeuw. Dit is een wonderschone tentoonstelling, een reis waard, het is vooral zo’n gebeurtenis waardoor je je begrip van hoe het beeld van de wereld de afgelopen eeuwen werd geconstrueerd grondig moet bijstellen.
Sur le motif: Peindre en plein air 1780–1870. Fondation Custodia , Parijs, t/m 3 april; fondationcustodia.fr