Oud-kinderrechter Cees Groot schreef een wetsvoorstel dat gedwongen preventie van voortplanting in extreme gevallen mogelijk moet maken. Hij kwam schrijnende gevallen tegen waarin kinderen krijgen op voorhand onverantwoord leek of was. Een casus uit 1997, waarbij hij betrokken was, kreeg landelijke bekendheid door de Zembla-aflevering Ouderlijke onmacht van Mirjam Bartelsman en Els Landsdorp. Het betrof de familie Stomphorst waarvan vrouw en man zwakbegaafd zijn. Vijf kinderen kregen ze, die alle al snel op voordracht van de Raad voor de Kinderbescherming uit huis werden geplaatst. Dit onder hevig protest van de ouders, van wie vader zei: ‘We gaan net zo lang door tot we er eentje mogen houden.’

Bartelsman is twintig jaar later teruggegaan. De ouders zijn gescheiden, jongste dochter Cynthia (21) woont tijdelijk bij haar moeder. In tegenstelling tot haar broer en drie zussen heeft Cynthia geen intellectuele beperking: ze zit in het laatste jaar van een mbo-opleiding niveau 4. Maar studeren lukt niet meer. Ze gaat slapen als haar moeder in alle vroegte op de brommer naar haar werk vertrekt, staat op als die weer thuiskomt en brengt de nachten muziek luisterend, surfend en gamend door.

Professionals noemen het een depressie. Het huis is een puinzooi, de verhouding moeder-dochter, die na de babytijd nooit hebben samengewoond, is moeizaam. Cynthia heeft op twaalf plekken gewoond: pleeggezinnen, gastgezinnen, weekend- en crisisgezinnen, kindertehuizen (het pijnlijk afscheid van haar ouders als peuter zien we terug in beelden van 1997). Ze heeft als puber ook een begeleid-wonen-project achter de rug, wat misliep, waarna het huis van moeder de noodoplossing werd. In de documentaire zien we haar pogingen opnieuw in een begeleid project te komen. Dat lukt. Een happy end dus, maar zonder garantie voor de toekomst. Want haar blijdschap lijkt niet zozeer op ‘nieuw begin’ te wijzen als op doorgaan op oude schaal ‘zonder dat iemand in huis daar nog over zeurt’.

Hoe blij de verplichte begeleiding daarmee is, valt te bezien. Haar moeder is blij dat de stress verdwijnt maar vindt het nu wel erg stil thuis. We zien ook Cynthia’s drie zussen (haar broer wil niets met familie en film te maken hebben). Een van hen, Esmeralda, is inmiddels getrouwd en moeder van een zoontje. De andere twee willen geen kinderen. Esmeralda’s pleegmoeder is dus ‘pleegoma’. Ze is er gelukkig mee, al had ze vooraf sterke bedenkingen. Over de kinderen Stomphorst zegt ze dat hun lot voor negentig procent bepaald wordt door genen, maar dat je er als pleeggezin in de resterende tien procent iets van kunt helpen maken, door er altijd voor het kind te zijn. Dat vereist gigantische inzet. Met Esmeralda is dat tot nu gelukt, ook in haar beginnend moederschap. Over Cynthia zegt ze: ‘Hoe slimmer je bent, hoe moeilijker je het hebt met de omstandigheden.’ En dat lijkt waar. Dat twee van de vier dochters per se geen kinderen willen vanwege hun eigen moeilijke geschiedenis, en dat Cynthia dat nog niet weet, is een teken. Pijnlijk is natuurlijk dat ze nooit waren geboren als dit wetsontwerp destijds wet was geweest. In een gesprek in Nieuwsuur uit januari (hier te zien) zegt Groot dat hij hún bestaansrecht niet wil ontkennen, maar dat niet ingrijpen in sommige gevallen onverantwoord is tegenover het nog niet verwekte kind.

In datzelfde fragment spreekt een psychiater zich tegen het wetsontwerp uit. Het tast de lichamelijke integriteit van mensen aan. In tachtig procent van de zorgwekkende gevallen lukt het begeleiders betrokkenen te overtuigen af te zien van voorgenomen ouderschap. En er is ook hulpverlening die helpt. Ach, het is complexe materie. Bartelsman spreekt zich niet uit maar toont. Vrolijk makend is dat niet. Trouwens, die pleegoma, Emmy, is mijn schoonzus. Haar wacht een zetel in de hemel.

Mirjam Bartelsman, Moederliefde, NTR 2Doc, maandag 20 maart, NPO 2, 21.00 uur