CATCHKEN heet het apparaat waarmee de politie in Amsterdam, Rotterdam en Oost-Brabant de afgelopen tijd heeft proefgedraaid. Met succes, want de in dienstauto’s geïnstalleerde scanner pikt via de kentekens van medeweggebruikers de gestolen auto’s, bestuurders zonder rijbewijs of met openstaande boetes er zo uit. Ook mensen met een belastingschuld kunnen hiermee tegen de lamp lopen. Een efficiënt systeem; automobilisten die niets op hun kerfstok hebben, worden, aldus een woordvoerder, ook niet met controles lastiggevallen. En hebben dus niks te vrezen, denken veel Nederlandse automobilisten schouderophalend. Want ondanks regelmatige inzet van het systeem kraait er geen haan naar.
Dat gebeurt wel in Duitsland, waar het constitutionele hof in Karlsruhe het adagium ‘wie niets te verbergen heeft…’ twee weken geleden met de grond gelijk maakte. Het hof – het Bundesverfassungsgericht (BVG), de hoogste rechtbank van Duitsland – verklaarde deze dooddoener in strijd met zijn begrip van de Duitse constitutionele rechtsorde: burgers hoeven niet altijd en overal te tonen dat ze niets te verbergen hebben, de staat moet maar bewijzen dat ze informatie nodig heeft. Daarmee kregen de drie automobilisten uit Hessen en Sleeswijk-Holstein gelijk. Zij waren naar het hof gestapt om te protesteren tegen het gebruik van het systeem in hun deelstaten, omdat ze zich aangetast voelden in hun recht op informationele zelfbeschikking. Met zijn uitspraak verklaarde het BVG de automatische kentekenscan in strijd met dit Duitse grondrecht.
De redenering die de rechtbank volgde wordt opvallend helder aan de hand van de wijze waarop het systeem in Nederland wordt gebruikt. ‘We hebben het de afgelopen maanden al tien keer ingezet en gemiddeld is er bij één procent van de gecontroleerde voertuigen wat mis’, zo evalueerde een agent de resultaten van de scanmethode vorige maand in het Algemeen Dagblad. ‘Dat is ook afhankelijk van waar we naar zoeken. Vaak werken we samen met bijvoorbeeld de belastingdienst of de marechaussee die hun eigen data aan het systeem koppelen. We kijken naar verkeersdelicten, maar zoeken ook naar veelplegers, drugstransporten of naar hooligans als er een wedstrijd van PSV op het programma staat.’ De scan kan gekoppeld aan de juiste databank voor elk mogelijk doel worden ingezet.
Het is die schaal en willekeur waar het constitutionele hof in Duitsland ernstige bezwaren tegen maakt. Alleen al in Hessen zijn het afgelopen jaar een miljoen kentekens gescand. Laat één procent daarvan iets op zijn kerfstok hebben; van hen, maar ook van alle overige automobilisten, beschikt de politie over de bewegingsprofielen. De Hessische opsporingsdiensten weten, net als hun collega’s in de zeven andere deelstaten die het systeem hebben ingevoerd, in potentie wie wanneer waar is geweest. ‘Dat geeft burgers het gevoel permanent gecontroleerd en geïntimideerd te worden’, oordeelde het hof. En dat is wat de Grondwet verbiedt.
De Duitse constitutie waarborgt de controle van Duitse burgers over hun persoonlijke informatie. Deze opsporingsmethode negeert dat recht schaamteloos, aldus het hof. Ten eerste wordt automobilisten niet verteld dat persoonlijke informatie aan de politie wordt afgestaan. Ten tweede wordt niet te kennen gegeven waar die informatie voor wordt gebruikt. Ook daarom is de redenering ‘wie niets te verbergen heeft…’ onjuist, want het hangt er maar net van af wat ze zoeken.
De uitspraak van het hof zegt iets over de secure omgang in Duitsland met grondrechten en privacy van burgers. Een maand geleden oordeelde het BVG nog op vergelijkbare wijze, toen het een wet herriep die Online-Durchsuchungen, het door de staat hacken van privé-computers, mogelijk maakte. Vorige week heeft het hof de omzetting in Duitsland van de Europese richtlijn die het opslaan van alle telecommunicatiegegevens verplicht op ijs gezet, totdat duidelijk wordt omschreven waar die gegevens voor gebruikt worden. Ook deze uitspraak, die in Nederland leidde tot schriftelijke vragen aan de minister van Justitie, is bedoeld om door restricties vooraf toekomstig misbruik te voorkomen.
De lijst van privacy beschermende uitspraken is veel langer, met 1983 als sleuteljaar. Toen voegde Karlsruhe het recht op informationele zelfbeschikking toe aan de Grondwet, in een zaak waarin de verplichting tot informatieverstrekking bij nationale volkstellingen werd opgeheven. Dat besluit was de apotheose van een onverwacht hevig publiek debat over wat de staat ‘eigenlijk’ met die informatie van plan was. Door veel mensen werd de volkstelling van 1983 argwanend gezien als de voortzetting van de verzamelwoede van persoonlijke gegevens die de overheid tijdens de jacht op de Rote Armee Fraktion eind jaren zeventig tentoonspreidde.
Op de achtergrond speelden – en spelen ook nu weer – de ervaringen met twee dictatoriale regimes mee. De werkwijze van Gestapo en Stasi herinneren er tenslotte aan waartoe misbruik van dit soort systemen kan leiden. Daarom ziet het BVG erop toe dat het recht op informationele zelfbeschikking alleen wordt ingeperkt door een wet die ondubbelzinnige grenzen aan die inperking stelt. Zo heeft het hof geoordeeld dat de automatische kentekenscan alleen mag worden ingezet na concrete aanwijzingen voor concrete overtredingen. Dan gaat het bijvoorbeeld om aanwijzingen over gestolen auto’s of voortvluchtige criminelen, of om controles in een beperkt gebied als een grensstreek. Het opsporingssysteem – evenals de Online-Durchsuchungen overigens – is dus niet compleet in de ban gedaan. Het hof erkent zijn nut. Maar: zolang aan deze restricties wordt vastgehouden, mag de politie dus nummerborden blijven controleren.
Ook in Nederland zijn de opsporingsdiensten overtuigd van het nut van de catchken. Na de succesvolle proefperiode zal het apparaat landelijk worden ingevoerd.