Rond Utrecht heeft zich in de periode van 1995 tot 2001 het ongelooflijke aantal van 22 aanrandingen en verkrachtingen van vrouwen door vermoedelijk één dader voorgedaan. De ene nog gruwelijker dan de andere. Grote inzet van politie en justitie bleef vergeefs. Tot dertien jaar na het laatste delict uit het niets een dna-match te voorschijn kwam. Een lokfiets van de politie werd gevonden in het berghok van een man die daarop werd gedwongen wangslijm af te staan. Eerder had hij dat geweigerd, toen hij was beland in een politiesleepnet, samen met grote aantallen andere mannen. Zijn dna bleek overeen te komen met dat in sperma, aangetroffen na verkrachting. Kort voor de gedwongen afname had hij op zijn computer gezocht naar informatie over dna-onderzoek en over manieren om er een eind aan te maken. Het leidde tot veroordeling voor vier bewezen zaken: zestien jaar met aftrek voorarrest. Hadden meer zaken kunnen worden bewezen (een politiefunctionaris wilde er meer voorbrengen om recht te doen aan zo veel mogelijk slachtoffers, het OM wilde geen enkel risico lopen inzake bewijskracht), dan had dat tot dezelfde straf geleid.
Het maximum werd ook geëist doordat de dader op advies van zijn advocaat bleef zwijgen. Ik schat in dat de verdediger voorzag dat elk woord van de man de zaak alleen maar erger zou maken. In zijn motivatie voor het vonnis spreekt de rechter van ‘onvoorstelbare bruutheid’ van de daden en van ‘een volstrekt gebrek aan geweten’. Het zwijgen keerde zich evenzeer tegen hem. Naast talloze reportages leverde de reeks misdrijven in 2004 een Telefilm op, Stille nacht van Ineke Houtman en Frank Ketelaar, waarin een groepje studentes op eigen houtje op jacht gaat, met gruwelijke gevolgen. En nu is er een Teledoc, lange documentaire, van de vpro: De jacht op de match. Daarin zien en horen we de triomfantelijke persconferentie waarin het ‘we hebben hem’ wordt bekendgemaakt. We horen een verbaasde journalist: ‘Verplicht dna afgeven voor een fietsdiefstal?’ Antwoord: ‘Voor elk delict dat een maximum van vier jaar oplevert.’ Vraag: ‘Vier jaar voor een fiets?’ En ja, kennelijk is dat de maximale straf die waarschijnlijk zelden of nooit wordt opgelegd. Maar we leren uit de documentaire ook dat als de dader eerder in de fietstruc was getrapt hij ten derden male dna had kunnen weigeren: er stond toen nog acht jaar voor de verplichting.
De stem van die journalist (die niet in de euforie meegaat) is figuurlijk die van regisseur Hans Pool. Die maakt, met politiemensen, officieren van justitie en wetenschappers niet alleen een voortreffelijke reconstructie van daden, onderzoek en rechtszaak, maar doet ook zelfstandig onderzoek naar de zich snel ontwikkelende dna-kennis, de manier waarop die wordt toegepast en de gevolgen daarvan voor ieders privacy. Ik begon met grote weerzin vanwege de materie te kijken, maar werd al snel meegenomen door de relevantie van de thematiek, de deskundigheid en betrokkenheid van vakmensen, de nagespeelde maar authentieke verhoren, de genuanceerde afweging die Pool maakt tussen maatschappelijk belang van steeds geavanceerdere opsporingstechniek (en uiteraard dat van slachtoffers) en de verregaande consequenties daarvan voor ieders persoonlijke levenssfeer. Indrukwekkend.
Hans Pool, De jacht op de match, VPRO Teledoc, maandag 29 mei, NPO 2, 20.25 uur