Extinction Rebellion bij de vorige A12-blokkade op 28 januari © Remco Koers / ANP

Chris (22) wil graag handen zien. ‘Wie van jullie heeft er wel eens meegedaan aan een legale klimaatmars?’ Zo’n dertig potentiële actievoerders hebben zich verzameld in een bijzaaltje van volkskeuken De Sering in de buurt van station Amsterdam Sloterdijk. De actietraining van Extinction Rebellion voor de klimaatblokkade van de A12-snelweg gaat net van start. Nagenoeg alle aanwezigen steken hun hand op. Chris, die de training leidt, vervolgt: ‘Wie heeft ooit een petitie getekend die oproept tot harder klimaatbeleid?’ Opnieuw gaan bijna alle handen omhoog. ‘Oké, laatste vraag: wie van jullie heeft het gevoel alsof de legale klimaatprotesten en de petities hebben gewerkt?’ Een jongen met een ringbaardje moet grinniken. Geen enkele hand gaat de lucht in.

Er staat wat op het spel, benadrukt Chris op deze waterkoude zaterdagmiddag. Als er niks verandert aan het huidige politieke en economische systeem, dan zal de aarde met wel vier graden opwarmen in 2100. De urgentie is groot, maar overheden handelen er niet naar. Om dat te illustreren projecteert Chris een diagram op het witte doek. Het aantal deeltjes CO2 in de atmosfeer wordt afgezet tegen de talloze klimaattoppen van de afgelopen jaren: een scherp stijgende lijn. Chris’ conclusie: ‘We hoeven niet veel van de politiek te verwachten. Eindeloos overleggen en netjes vragen helpt niet, we moeten verandering afdwingen.’

Jongeren dreigen het vertrouwen in het Nederlandse overlegmodel te verliezen. Leidt dit bij de een tot cynisme of apathie, bij de ander juist tot meer strijdvaardigheid. Want of het nu gaat om klimaatbeleid, voldoende huisvesting of inkomen: netjes vragen werkt niet meer, denken sommige jongeren. Met kracht eisen ze verandering, zelfs de wet is niet meer heilig.

Antropoloog en filosoof Femke Kaulingfreks (1981) doet al sinds 2008 onderzoek naar het vertrouwen van jongeren in de politiek. Als lector jeugd en samenleving bij de hogeschool Inholland in Amsterdam deed ze afgelopen anderhalf jaar veldonderzoek naar de beweegreden van jongeren om niet te stemmen. ‘Dit zijn jongeren die de politiek zien als een grote poppenkast’, vertelt Kaulingfreks in een lokaal van de hogeschool. Wat besproken wordt tijdens debatten en in de media staat ver van hun leefwereld af, waardoor ze het idee hebben dat het systeem niet bij kan dragen aan hun levensbehoefte. ‘Het gaat dan met name over jongeren met een lage economische status of een migratieachtergrond. Jongeren die een negatieve ervaring hebben met representanten van de overheid, omdat ze bijvoorbeeld onterecht een boete hebben gekregen.’ Voor veel van hen voelt het dan toch een beetje alsof ze een bon van Mark Rutte krijgen, legt Kaulingfreks uit. ‘De relatie met de politie staat symbool voor hun relatie met de overheid en politiek als geheel.’

Voor een recent onderzoek sprak Kaulingfreks met veel studenten. Ook daar is het vertrouwen tanende. ‘Ze maken zich zorgen over de toekomst: of ze nog wel een woning kunnen vinden, wat ze in godsnaam met hun studieschuld moeten en of de planeet nog wel leefbaar is over tien jaar. Dat zijn grote onzekerheden waarvan zij zeggen: ik heb niet het gevoel dat de politiek er wat aan doet om mijn veiligheid te waarborgen. Wat heeft het systeem hun nog te bieden?’

De coronatijd was voor veel studenten een tekenende periode: een duidelijk voorbeeld van hoe de overheid de problemen in de samenleving maar moeilijk het hoofd weet te bieden. Uit onderzoek van het Nederlands Jeugdinstituut blijkt dat studenten tijdens de uitbraak van de pandemie massaal hun vertrouwen in de politiek opgaven. 77 procent van de respondenten gaf aan een lager of zelfs veel lager vertrouwen te hebben dan voor de uitbraak van het virus. Slechts een kwart van de respondenten geeft aan dat ze zich vertegenwoordigd voelen door de overheid of politiek.

Jongeren verwachten weinig van de overheid, blijkt ook uit cijfers van het CBS. Het idee dat de Nederlandse regering een duidelijke visie heeft voor de toekomst van Nederland daalde flink in de periode 2018 tot 2021, net zoals het geloof dat in Nederland grote problemen steeds beter kunnen worden opgelost. Inmiddels geeft de helft van de jongeren aan dat het de verkeerde kant op gaat in Nederland. In 2018 was dit slechts 28 procent. Samen met 75-plussers zijn jongeren de leeftijdscategorie waar het pessimisme het meest toenam de afgelopen jaren.

Bij een groeiende groep leidt dit tot buitenparlementair verzet. Trok de A12-blokkade van Extinction Rebellion in juli 2022 nog dertig rebellen, zeven maanden later zijn meer dan duizend blokkeerders en demonstranten aanwezig. September 2021 stonden ruim achttienduizend demonstranten in het Westerpark in Amsterdam om te demonstreren tegen de woningcrisis. In Rotterdam trok het Woonprotest ongeveer zevenduizend mensen. In de zomer van 2020 werd in deze steden eveneens en masse gedemonstreerd tegen racisme en politiegeweld. In zowel Amsterdam als Rotterdam gingen zo’n vijfduizend demonstranten de straat op. Ook afgelopen maand liepen ruim duizend protesteerders een ‘mars tegen de leegstand’ over de Kalverstraat in Amsterdam. De protesten werden voornamelijk bezocht door jongeren. Verrassend is dat niet: uit onderzoek van I&O Research blijkt dat een significant deel van de jongeren klimaat en wonen ‘essentiële onderwerpen’ vindt om de straat voor op te gaan.

‘Ik moest net zo stoer en dapper zijn als Pippi Langkous.’ Al sinds het begin van haar studie rechten zet Hannah Prins (25) zich in voor het klimaat. Haar moeder, die haar na de scheiding van haar ouders alleen opvoedde, leerde haar dat het belangrijk is om op te komen voor de zwakkeren in de samenleving. Ze was betrokken bij het begin van de Jonge Klimaatbeweging, een collectief dat de stem van jongeren probeert te vertegenwoordigen in het klimaatdebat. Maar haar strijdvaardigheid leidde vooral tot frustratie. ‘Na een tijdje was ik helemaal klaar met de overlegtafels. We kunnen nog wel honderd handen schudden, nog een foto met een staatssecretaris of een nieuwe versie van de jonge klimaatagenda maken − maar dit werkt gewoon niet.’ Misschien moest ze het eens over een andere boeg gooien, concludeerde ze. Eind 2020 meldde ze zich aan voor een actie van Extinction Rebellion, het collectief aan klimaatactivisten dat demonstreert op Schiphol, snelwegen blokkeert en ministeries bezet.

Samen met zo’n vierhonderd andere activisten bezette ze een kruispunt richting de snelweg bij Amsterdam-Zuid. ‘Drie uur lang kon geen enkele auto meer de Zuidas bereiken. Een voor een werden we opgepakt door de politie, maar ik was niet bang. “You are not alone, you are not alone!” zongen we.’ Voor het eerst begon ze het klimaatprobleem weer wat hoopvoller in te zien. Het gaf haar een gevoel van macht, daar op de Boelelaan. ‘Ik ben dus niet alleen. Ik zit hier samen met vierhonderd andere mensen die ook denken: fuck, we hebben nog maar een aantal jaar en er gebeurt niks. Vooraf voelde het wel gek, een paar maanden terug had ik nog een baantje bij een advocatenbureau op de Zuidas. Een vriend zat zelfs naar me te zwaaien vanuit een kantoor. Maar wat mijn omgeving van me dacht, boeide me even helemaal niets meer.’

De actie was een flinke stap buiten haar comfortzone, erkent Prins. Ze groeide op met het beeld dat de overheid je beschermt. Haar vader werkt bij de Verenigde Naties. Van hem leerde ze: als we beleefd overleggen komt het goed. Veel van haar vrienden en familie bewandelen netjes de institutionele paden. Maar nadat ze zich verder verdiepte in de klimaatcrisis vroeg ze zich steeds vaker af: voor wie zijn die instituties eigenlijk? ‘Ik kom uit een normaal middenklassegezin, niet per se de verliezers van ons huidige politieke en economische systeem. In principe zou ik vertrouwen in de politiek moeten hebben. Maar toen ik meer ging lezen over de klimaatcrisis kwam de realisatie. Het is niet dat ik mijn vertrouwen wíl verliezen. Het liefst zou ik zien dat mannen in pak met een keycord de wereld zouden redden, alles lekker volgens de regeltjes. Maar dat kan gewoon niet. We moeten wel de straat op.’

Het toenemende verzet van jongeren is volgens Femke Kaulingfreks een logisch gevolg van politici en bestuurders die maar geen serieus antwoord weten te formuleren op de zorgen van jongeren. ‘Zodra jongeren denken: het systeem is er niet voor mij, dan gaan ze op zoek naar andere manieren om rechtvaardigheid af te dwingen. Ze missen een gevoel van agency, handelingsperspectief, het besef dat het leven je niet overkomt maar dat je zelf invloed kunt uitoefenen op hoe jouw leven eruitziet. Als de politiek die mogelijkheid niet biedt, dan gaan ze er zelf naar op zoek. Extinction Rebellion of bijvoorbeeld het Woonprotest zijn collectieve vormen van verzet die precies daarop uit zijn.’

Niet alle jongeren maken de stap naar activisme, benadrukt Kaulingfreks. ‘Sommigen worden juist fatalistisch en passief.’ Ook Prins moet regelmatig vechten tegen fatalisme. ‘Ik ben niet depressief aangelegd, maar op sommige momenten begrijp ik heel goed dat jongeren door het klimaat weinig reden zien om uit bed te komen.’ Eind 2021 stond ze op een feestje bij een vriendin toen ze even op haar telefoon keek. Ze was net terug uit Glasgow na een week lang demonstreren bij COP26, de klimaatconferentie van de Verenigde Naties. Er verscheen een pushmelding op het scherm: ‘COP26 gefaald’. Op de valreep was er een regel aangepast aan het slotakkoord van de conferentie. Het plan om het gebruik van kolen definitief te stoppen werd vervangen door een oproep om geleidelijk te minderen. ‘Het lag misschien een beetje aan de wijn, maar ik moest hard huilen. We hadden een week lang zo erg ons best gedaan, met zoveel mensen gepraat, blijkbaar zonder effect.’ Maar ze had niet het gevoel dat ze zelf had gefaald. ‘Ik huilde niet om mezelf, ik huilde om de machthebbers.’

‘Op basis waarvan moet de regering beslissingen nemen in Nederland?’ Katja van Boxel kijkt hoopvol de klas in, maar krijgt geen respons. De les maatschappijleer staat vandaag in het teken van de parlementaire democratie. Het afgelopen half uur hebben de leerlingen uit 4 vwo van het Grotius College in Delft les gekregen over de verschillende politieke partijen in Nederland. ‘Op basis van het algemeen belang.’ Van Boxel spreekt de laatste twee woorden wat langzamer uit. ‘Schrijf dat maar op, want dit komt hoogstwaarschijnlijk terug op het schoolexamen. Omdat niet iedereen hetzelfde wil, leidt dit vaak tot dilemma’s. Daarom is het belangrijk dat de verschillende politieke partijen een compromis sluiten. We hebben daar een speciaal woord voor in Nederland: polderen.’ Een meisje met blond haar en een bril knikt instemmend. Ze heeft wel eens gehoord van het woord ‘polderen’, maar heeft er eerder negatieve dan positieve associaties bij, vertelt ze. ‘Er wordt altijd heel veel gediscussieerd in Nederland, maar er worden nooit echt conclusies getrokken.’ Ze maakt zich zorgen over het klimaat en of ze wel een kamer zal krijgen als ze gaat studeren en verwacht niet dat hier snel oplossingen voor zullen komen. Een jongen met zwart gevlochten haar valt haar bij. ‘Ik heb het gevoel dat er in Nederland altijd twee of meer kampen zijn. Het ene kamp is het ergens wel mee eens, het andere kamp niet en vervolgens besluiten we dan maar om niks te doen.’ Bijna heel de klas schiet in de lach.

De middelbare school was een moeilijke periode voor Sander van der Kraan (22). Hij groeide op in een streng-christelijk milieu in Krimpen aan den IJssel. Met de bijbel in de hand werd hem op het reformatorische Wartburg College duidelijk gemaakt dat je autoriteit niet moet bevragen, maar respecteren. ‘Je mocht geen eigen mening hebben als het over maatschappelijke onderwerpen ging. De docent bepaalde wat je moest vinden.’ Lang durfde Van der Kraan daarom geen vraagtekens te zetten bij de kerk en andere instituties. Maar dat veranderde drastisch toen zijn ouders gingen scheiden. ‘Mijn docent wiskunde en de dominee kwamen bij ons thuis. Die zeiden tegen mijn moeder dat ze terug moest naar mijn vader én ze moest publiekelijk schuld betuigen in de kerk. Dat vond ik zo kwaadaardig.’

Genoeg reden om het geloof de rug toe te keren, concludeerde Van der Kraan. Een paar jaar belandde hij in een dal. ‘Gescheiden ouders, een van de weinigen op school die niet naar de kerk ging en toen bleef ik ook nog zitten. Ik voelde me heel eenzaam en beklemd.’ Het gat dat het geloof achterliet vulde zich met een sterke scepsis tegen alle vormen van autoriteit en instituties, al wist Van der Kraan niet meteen wat hij moest met dat gevoel. ‘Toen kwam ik via YouTube in aanraking met video’s over radicaal-linkse politiek.’ Dat sprak aan. Op sociale media begon hij zich steeds vaker fel uit te spreken tegen de Nederlandse gevestigde politiek. Gaandeweg leerde hij via Twitter meer strijdlustige jongeren kennen. Zo ontstond begin 2021 het idee om een protest te organiseren tegen het falende woonbeleid. ‘Ik zat met een paar vrienden in een café in Rotterdam. We merkten allemaal wat voor impact de woningcrisis op ons leven had. Opeens lag het idee op tafel om de Dam vol te krijgen.’ Twee maanden later ontketende het Amsterdamse Woonprotest een landelijke golf aan demonstraties.

Nu Van der Kraan zich op zo’n onderwerp kon storten, merkte hij opeens weinig van de concentratieproblemen waar hij tijdens zijn studie zo veel last van had. ‘Ik maakte echt uren − dat sloeg nergens op. Al dat werk dat je erin stopt, en vervolgens staan er gewoon achttienduizend man op dat veld. Daar kreeg ik zoveel energie van.’ Een week na het protest lag er een motie in de Kamer om de verhuurdersheffing af te schaffen, een van de speerpunten van het Woonprotest. Op prinsjesdag zegde minister Ollongren miljoenen toe voor het bouwen van woningen. ‘Dat was een direct gevolg van de protesten’, zegt Van der Kraan. ‘Het bewees voor mij: we hebben als jongeren meer macht dan we denken. De gevestigde politiek kan nog zo zijn best doen, maar er verandert pas wat als er buiten de instituties om druk wordt gezet.’

Dat jongeren zich afzetten tegen de gevestigde politiek is geen nieuw fenomeen, constateert historicus en universitair docent Niek Pas. ‘De huidige context is in veel opzichten vergelijkbaar met de jaren zeventig en tachtig. Dit was de tijd van de oliecrisis en het befaamde rapport van de Club van Rome over de grenzen aan de economische groei. Voor het eerst drong tot een grote groep jongeren door dat ons huidig bestel beperkingen kent. Daarnaast maakten veel jongeren zich zorgen over het oplaaiende conflict tussen de Sovjet-Unie en de Verenigde Staten. “Hebben wij nog wel een toekomst?” begon deze generatie zich af te vragen.’

Het wantrouwen en pessimisme bleek ook in die tijd een vruchtbare voedingsbodem voor buitenparlementair verzet. Zo ontstonden er nieuwe milieu- en anti-kernwapenorganisaties die zich verzetten tegen het energie- en wapenbeleid van de regering. Bestaande groeperingen radicaliseerden. ‘Onder diverse jongeren door heel het land [ontstond] het idee dat het niet genoeg was om de politieke besluitvorming via vreedzame demonstraties te beïnvloeden’, schrijft historicus Beatrice de Graaf over deze periode in haar onlangs verschenen essay Crisis!. Niek Pas noemt de krakersrellen van eind jaren zeventig, waar jongeren in Amsterdam, Groningen en Nijmegen veelvuldig in conflict raakten met de politie. Of de huidige protestbewegingen zullen radicaliseren is lastig te voorspellen, zegt Pas. ‘Het zal me niet verbazen. Het klimaatprobleem wordt alleen maar urgenter. De jaren zeventig en tachtig leren dat er vroeg of laat binnen elke sociale beweging radicale tendensen kunnen ontstaan.’

Het lijkt erop dat de acties van Extinction Rebellion vooralsnog effect beginnen te sorteren. Vijf november blokkeerden vijfhonderd demonstranten een deel van luchthaven Schiphol. Een week na de actie sprak de Amsterdamse gemeenteraad zich uit voor het verbieden van privé-jets. Bij Prins deze keer geen tranen van verdriet, maar van euforie. ‘Dezelfde vriendinnen die me op dat feestje eind 2021 stonden te troosten toen ik het even niet meer zag zitten, hadden me verrast en deden ook mee aan de blokkade.’

December vorig jaar kondigde minister Rob Jetten al aan werk te maken van de afbouw van fossiele subsidies. Het Leidse museum Naturalis, waar Extinction Rebellion in november demonstreerde, meldde onlangs dat alle banden met de fossiele industrie en de luchtvaart worden verbroken. De Erasmus Universiteit deed een vergelijkbare oproep en kondigde een paar weken terug, nadat activisten meermaals faculteitsgebouwen bezetten, de klimaatnoodtoestand af. Voorafgaand aan de klimaatblokkade van 28 januari werden zes activisten gearresteerd voor opruiing. Tijdens de actie zelf werden bijna achthonderd demonstranten aangehouden. Maar een afschrikkend effect hebben de arrestaties niet. ‘De resultaten die we boeken motiveren ons om door te gaan’, zegt Hannah Prins. ‘Zonder onze acties waren deze stappen nooit gezet.’ 11 maart staat de volgende blokkade van de A12 op het programma.