Een nieuwe ronde, een nieuwe video, maar vooral ook een nieuwe toon. ‘De grens is onze eer’, en die dient beschermd te worden, aldus Kemal Kılıçdaroğlu. De Turkse oppositieleider en presidentskandidaat sprak van een ‘menselijke overstroming’ die ‘onze aderen binnendringt’. Drie dagen na de eerste ronde van de presidentsverkiezingen hervatte Kılıçdaroğlu zijn verkiezingscampagne met rabiate anti-immigratieretoriek. Hij noemde het uit de lucht gegrepen aantal van tien miljoen irreguliere migranten die president Erdoğan naar Turkije zou hebben gehaald, en riep een angstbeeld van dertig miljoen vluchtelingen op. Hij bezwoer ze allemaal terug te sturen zodra hij aan de macht komt.
De anti-immigratieboodschap was niet nieuw, ook in de weken voor de eerste ronde van de verkiezingen had Kılıçdaroğlu hem verkondigd. Maar waar hij dat toen deed naast thema’s als verbroedering en democratie, vormt de boodschap nu het speerpunt van zijn campagne. De zachtaardige Kılıçdaroğlu heeft plaatsgemaakt voor een man die met luide stem net iets te hard op tafel slaat en zegt te zullen doorvechten.
Het roer ging om nadat Kılıçdaroğlu, anders dan de peilingbureaus voorspeld hadden, in de eerste ronde van de presidentsverkiezingen minder stemmen haalde dan zittend president Recep Tayyip Erdoğan. Kılıçdaroğlu kwam uit op 44,88 procent van de stemmen, ruim 2,5 miljoen minder dan Erdoğan. Erdoğan haalde met 49,52 procent net geen meerderheid en kon een tweede ronde tussen de kandidaten niet voorkomen.
De bijgestelde campagne is bedoeld om de kiezers die in de eerste ronde voor de streng-nationalistische kandidaat Sinan Oğan kozen te overtuigen. Oğan kreeg toen 5,17 procent van de stemmen en voerde ook een anti-immigratiecampagne. Zonder een goed deel van Oğans kiezers voor zich te winnen, waaronder waarschijnlijk veel proteststemmers, kan Kılıçdaroğlu Erdoğan in de tweede ronde op 28 mei onmogelijk verslaan. Oğan zei maandag Erdoğan te steunen in de tweede ronde, maar het is niet gezegd dat zijn kiezers die oproep massaal gaan volgen. Eerder positioneerde Oğan zich als tegenstander van Erdoğans presidentiële systeem.
In de door aardbevingen getroffen zuidelijke regio van het land ontving Erdoğan een vergelijkbaar hoog percentage van de stemmen als bij de vorige presidentsverkiezingen vijf jaar geleden. De regering reageerde in eerste instantie slecht op de ramp die aan ten minste vijftigduizend mensen in Turkije het leven kostte. Ali, een kapper in de Istanbulse wijk Tarlabaşı, verklaart de voortdurende steun met de algemene wens voor stabiliteit na een ramp: ‘Direct na de aardbeving waren de mensen boos, maar nu ontvangen ze hulp. Erdoğan heeft beloofd hun huizen te herbouwen. Mensen zijn bang dat dat niet gebeurt als ze een nieuwe president kiezen die hier geen ervaring mee heeft. Na de aardbeving in 2011 heeft Erdoğan ook huizen herbouwd. Dat telt zwaar.’
Ondanks de economische malaise in Turkije – de officiële inflatie steeg vorig jaar tot 85 procent – en de wijdverbreide repressie van de oppositie boekte Erdoğan toch weer electoraal succes. De akp verloor weliswaar stemmen bij de parlementsverkiezingen, maar behield door een alliantie toch de meerderheid. Het is nog te vroeg voor waterdichte verklaringen, maar dat Erdoğans aantrekkingskracht op een aanzienlijk deel van het Turkse electoraat niet is uitgewerkt, is duidelijk.
Experts wijzen naar Erdoğans smeercampagne aan het adres van Kılıçdaroğlu als een belangrijke reden voor de verrassende uitslag in de eerste ronde. Erdoğan zette Kılıçdaroğlu en zijn bondgenoten aan de lopende band weg als ‘terroristen’ en ‘pkk-aanhangers’, vanwege de steun van de Koerdische partij hdp aan de oppositie-alliantie. Dat vond weerklank bij veel kiezers.
Erdoğan hield zijn achterban tijdens de campagne voor dat de oppositie het land wil verdelen. Tijdens zijn verkiezingsbijeenkomsten werden campagnevideo’s van de oppositie vertoond die zo gemonteerd waren dat het leek alsof het leiderschap van de pkk deel van de campagne uitmaakte. De meeste mainstream media, voor het overgrote deel in handen van zakenvrienden van Erdoğan, presenteerden de beschuldigingen uitentreuren en zonder kritische noot.
In de 21 jaar dat de AKP Turkije regeert, heeft Erdoğans partij een enorme machtsbasis opgebouwd, waarbij ze de media, de rechterlijke macht en andere staatsinstituties aan haar wil heeft onderworpen. Staatsomroep trt, die volgens de grondwet onafhankelijke verslaggeving dient te waarborgen, is in de praktijk een propagandakanaal voor de regering. Terwijl Erdoğan kan vertrouwen op de werking van een goed geoliede staatsmachine, moet de oppositie het doen met een handjevol oppositiemedia en onafhankelijke mediaplatforms om hun boodschap voor het voetlicht te brengen.
Het verhaal van Erdoğan en de akp is door de scheve mediaverhoudingen en de dominantie van tv’s in Turkije alomtegenwoordig geworden. ‘De tv staat altijd aan’, zegt politicoloog Aysuda Kölemen in het programma Geniş Zaman. ‘En de programma’s herhalen precies wat de regering wil dat mensen horen.’ Sommige jongeren hebben hun hele jeugd nauwelijks een andere boodschap gehoord, aldus Kölemen. ‘Ze gaan naar school waar ze een door de akp ontworpen curriculum volgen. (…) En ze gaan naar de moskee, waar hetzelfde verhaal nog eens herhaald wordt.’
De akp en prominente aanhangers in de media zijn meesters in politieke communicatie geworden, legt Kölemen uit. Ze zijn erg gedisciplineerd in het verspreiden van hun boodschap, in tegenstelling tot de oppositie. ‘Ze gebruiken allemaal dezelfde woorden en uitdrukkingen op verschillende kanalen; op de radio, op sociale media en op televisie.’ Door de kracht van herhaling verwordt het discours tot waarheid voor akp-aanhangers. Het zorgt voor (dis)informatiebubbels waarin rechtse, conservatieve kiezers alleen hun eigen waarheid krijgen voorgeschoteld, aldus Kölemen.
Kılıçdaroğlu hoopt die bubbels door te prikken met zijn scherpe nationalistische draai, waarbij hij Erdoğan met eigen middelen probeert te bestrijden: ‘Ik zat nooit met terroristen aan tafel en zal ook nooit met ze aan tafel gaan zitten.’ Kılıçdaroğlu beschuldigde Erdoğan ervan het Turkse leger te hebben verraden en met terroristische groeperingen te hebben samengewerkt.
Die laatste beschuldiging is niet volledig ongegrond. Om steun van zeer religieuze kiezers aan te trekken ging de akp een alliantie aan met de islamistische Opnieuw Welvaartspartij (yrp) en een lijstverbinding met het radicaal-islamistische Hüda-Par. Het leverde beide partijen respectievelijk vijf en vier parlementszetels op. Voor velen in Turkije zijn met name de vier zetels voor Hüda-Par, de legale tak van het Koerdische Hezbollah, grote reden tot zorg. In de jaren negentig was de militante soennitische groep uit het zuidoosten van het land verantwoordelijk voor martelingen en moorden op honderden pkk-leden en hun aanhangers. Hüda-Par is tegen lhbti-rechten, wil overspel strafbaar stellen en vindt dat alleenstaande vrouwen door mannen moeten worden ‘beschermd’.
De campagne van de oppositie wil de misdaden van Hezbollah in herinnering roepen en via de nieuwe gekozen parlementariërs aan Erdoğan laten kleven. Het is, door de mediaverhoudingen en de genoemde bubbels, een uphill battle. Als onderdeel van de agressieve nationalistische campagne belastert de oppositie de huidige president ook omdat hij Abdullah Öcalan, de pkk-leider die een levenslange gevangenisstraf uitzit, in politieke processen betrokken heeft, onder meer bij de in 2015 afgebroken vredesbesprekingen met de pkk.
Deze nieuwe strategie is riskant en kan Koerdische kiezers, die in de eerste ronde in groten getale op Kılıçdaroğlu stemden, van hem afkeren. Volgens socioloog Hatem Ete verkeren veel Koerdische kiezers in een spagaat tussen hun wens om Erdoğan weg te stemmen en hun ongemak met Kılıçdaroğlu’s nationalistische discours. Door zich voornamelijk op de Turks-nationalistische kiezers van Sinan Oğan te richten zou Kılıçdaroğlu ook meer progressieve kiezers van zich kunnen vervreemden, zegt Ete tegen het onafhankelijke nieuwsplatform Medyascope.
‘Het blok dat op Kılıçdaroğlu heeft gestemd is zeer divers’, zegt hij. ‘Deze kiezers worden verenigd door de hoop op een alternatief voor Erdoğans politiek.’ In plaats van een nationalistische tunnelvisie kan de oppositie zich volgens hem beter concentreren op de bredere boodschap zoals verkondigd voor de eerste ronde. Ete stelt dat de belofte van Kılıçdaroğlu om het presidentiële systeem te vervangen door een parlementair systeem, om corruptie, autocratie en incompetentie van de regering te bestrijden, de voornaamste reden was voor een flink deel van de bevolking om op hem te stemmen.
Want ondanks alle factoren in zijn nadeel kreeg Kılıçdaroğlu ruim 25 miljoen stemmen. Bovendien moet bij alle analyses een voorzichtige voetnoot worden geplaatst. Volgens een recente publicatie van de Duitse denktank Stiftung Wissenschaft und Politik is omvangrijke verkiezingsfraude in Turkije ‘zeer onwaarschijnlijk’. De onderzoekers stellen dat de stembusgang over het algemeen vrij en transparant plaatsvindt en dat het moeilijk is om met stemmen te sjoemelen. Maar ngo’s die de verkiezingen monitoren wijzen erop dat dit sterk afhangt van een efficiënte en volledige waarneming van zo’n tweehonderdduizend stembussen in Turkije en in het buitenland. Bij de eerste ronde op 14 mei ontbrak het bij de oppositie juist daaraan.
‘Ik moest toezicht houden op vijf stembussen in één school, waarbij ik de hele dag tussen de klaslokalen heen en weer liep’, zegt Deniz, een vrijwilliger van de oppositie die tijdens de eerste ronde van de verkiezingen waarnemer was in een school in de conservatieve wijk Kasımpaşa in Istanbul. ‘Maar de akp had waarnemers en comitéleden bij iedere stembus.’ In theorie bestaat ieder stembuscomité uit leden van de vijf grootste politieke partijen. ‘Maar er zijn stembureaus waar helemaal geen deelnemers van de oppositie zijn’, aldus Deniz. Oppositiepartijen dienden claims in van onregelmatigheden bij duizenden stembussen.
De akp heeft ruim elf miljoen leden, allemaal potentiële vrijwilligers waarmee de partij stembureaus kan bemannen. ‘akp-waarnemers zijn goed voorbereid en gedisciplineerd’, zegt Özge, die als vrijwilliger namens een oppositiepartij in het stembuscomité in een ander deel van Istanbul zat. ‘Dat geldt niet altijd voor de oppositie. Soms komen mensen niet opdagen of vertrekken ze al voordat alle stemmen geteld zijn. Vaak kennen ze de procedures niet goed. Ongelooflijk.’
Het oppositieblok van Kılıçdaroğlu kon op felle kritiek van zijn kiezers rekenen omdat de waarnemersmissies zo slecht waren voorbereid – vooral omdat het publiekelijk het tegendeel had beweerd. Dat moet in de tweede ronde anders. Liefst tweehonderdduizend vrijwilligers hebben zich al aangemeld, zei Sibel Uçar van de oppositionele vrijwilligersorganisatie Türkiye Gönüllüleri in een interview met Medyascope. ‘Maar het gaat erom waar de aanmeldingen vandaan komen’, weet Uçar, die veel aanmeldingen binnenkreeg uit de grote steden Istanbul, Ankara en Izmir. Uit plattelandsregio’s, waar de akp vaak sterker vertegenwoordigd is, blijft het aantal aanmeldingen achter.
Een herverkiezing van Erdoğan lijkt in de tweede ronde het meest waarschijnlijke scenario. Mocht hij inderdaad gekozen worden, dan wacht Turkije meer van hetzelfde: economische neergang, repressie van oppositionele geluiden, vrouwen en minderheden zoals lhbti’ers. Een actor die misschien niet eens zo ontevreden met een herverkiezing van Erdoğan zou zijn, is de EU, die de handen vol heeft aan de oorlog in Oekraïne en ondanks het autoritaire leiderschap van de Turkse president toch zaken met hem weet te doen, zoals bij de omstreden vluchtelingendeal in 2016.
Hoopvolle stemmen beweren dat het feit dat Erdoğan in de eerste ronde geen absolute meerderheid behaalde, misschien toch een eerste stap naar verandering is. ‘Maar ons wacht hoe dan ook een zeer moeilijke tijd na 28 mei’, zegt vrijwilliger Deniz. ‘Dat betekent niet dat we zullen stoppen met vechten.’