Juni 2000 - porno kijken op de werkvloer
Een medewerker van KLM stuurt privé e-mails vanaf zijn werkplek met daarbij ‘afbeeldingen van pornografische aard’. Ook belt hij met 06-nummers vanaf het bedrijfsnetwerk. KLM wil de werknemer hiervoor ontslaan, maar de medewerker is van mening dat bij het onderzoek inbreuk is gemaakt op zijn privacy. Zijn bureau en computer zijn doorzocht en er is een als privé gelabelde diskette bekeken. Volgens de rechter is er sprake van ‘privétisering van de werkplek’, waarbij een werknemer ‘in zekere mate recht heeft op het onderhouden van persoonlijke contacten tijdens werktijd’, maar de werknemer had wel moeten weten dat pornografisch materiaal versturen via de bedrijfsserver niet mag.
Oktober 2001 - Intimidatie bij arbeidsongeschiktheid
Een bedrijf in de verkoop en service van bouwmachines, vertrouwt de ziekmelding van een medewerker niet. Hij trekt de afspraken na die de constructiebankwerker zou hebben bij het ziekenhuis. Ook probeert het bedrijf in contact te komen met de huisarts van de werknemer en laat uiteindelijk een medewerker posten bij diens praktijk. Daarnaast wordt de werknemer dagelijks, soms zelf meermalen, en ook in het weekend, thuis gebeld door de werkgever. De kantonrechter oordeelt dat het een werkgever niet past om op deze, intimiderende, wijze een werknemer tijdens arbeidsongeschiktheid te controleren. De handelwijze wordt aangemerkt als ‘onbetamelijk en een inbreuk op de privacy van werknemer’.
Oktober 2009 - Urinetesten gaat te ver
Vier werknemers van scheepvaartonderneming Vroon Offshore weigeren het nieuwe alcohol- en drugsbeleid van hun werkgever te ondertekenen en worden op non-actief gesteld. De werknemers zouden volgens dat beleid moeten meewerken aan een urinetest en de werkgever houdt zich het recht voor ten alle tijde de hutten van personeel te doorzoeken. Voor de werknemers is niet duidelijk wat er met de verzamelde informatie gaat gebeuren. De rechter stelt de werknemers in het gelijk. Hij oordeelt dat de werkgever het beleid eerst ter discussie had moeten voorleggen aan het personeel.
Januari 2010 - Vergeten mailbox af te sluiten
Een administratief medewerkster van een advocatenkantoor gaat aan het eind van de dag naar huis en vergeet daarbij haar computer af te sluiten. De werkgever ziet via haar openstaande privé e-mail dat zijn contact heeft gehad met een voormalig advocaat van het kantoor. In een bericht schrijft de werkneemster dat ze ‘uren uit een dossier zal knippen’ en de voormalige advocaat het document vervolgens zal doen toekomen, waarop de advocaat antwoordt dat dit ‘hartstikke illegaal’ is en de werkneemster reageert dat ze ‘wel vaker illegale dingen doet’ voor de advocaat. De kantonrechter vindt het ontslag op staande voet onterecht. De werkgever heeft namelijk niet kunnen aantonen dat de werkneemster daadwerkelijk heeft gedaan wat ze in haar email beweert. De vertrouwensbreuk is te wijten aan de werkgever, want er was geen reden om in de mailbox te kijken.
Oktober 2011 - In de mailbox bij ziekte
Tijdens ziekte van een ambtenaar van de gemeente Langedijk, wordt in haar mailbox gekeken en treft de werkgever daar ‘seksueel getint’ en ‘pornografisch’ materiaal aan. Ze had al eerder een waarschuwing gekregen dat ze teveel privé zou bellen en mailen tijdens werktijd. In eerste instantie vindt de rechter dat de werkgever haar mailbox niet had mogen openen. De uit de e-mails verkregen informatie dient als ‘verboden vrucht’ buiten beschouwing te blijven. Maar in hoger beroep wordt gesteld dat het bij langere afwezigheid van de werknemer voor de voortgang van het werk logisch en noodzakelijk is om haar werkmailadres na te gaan. De ‘bijvangst’ aan privémails is daarmee niet onrechtmatig.
Februari 2012 - Eerst de minst privacy-schendende onderzoeksmethode proberen
Een salesmanager van een groothandel in automaterialen uit Limburg is al bijna dertig jaar in dienst. De werkgever vertrouwt zijn declaraties niet en laat hem daarom drie maanden observeren door een recherchebureau. Dat gaat de rechter te ver. Een volgsysteem op de auto plaatsen had ook duidelijkheid kunnen bieden, aldus de rechter. Hij vindt het inschakelen van een recherchebureau ‘een onevenredige en ongepaste maatregel’. De werknemer had bovendien geen inzage gekregen in het rapport van het bureau. En tijdens het gesprek waarin ontslag op staande voet werd meegedeeld, stonden hem ‘geen middelen ten dienste’ om verzamelde gegevens op juistheid te verifiëren.