Terwijl we op cnn nauwkeurig de regen van katoesja’s op Haifa, de verwoestingen in Libanon en de wording van de humanitaire ramp in dit land kunnen volgen, worden in de internationale gemeenschap langzaam de voorbereidingen getroffen om de partijen tot een staakt-het-vuren te manen. Maandagmiddag. Minister Condoleezza Rice, in Beiroet aangekomen, laat zich onafgebroken glimlachend door het ontvangstcomité begroeten. De minister met Libanese collega’s aan de conferentietafel. Glimlachend. Daarna een reportage uit een ziekenhuis. Niet geschikt voor kinderen, waarschuwt de presentatrice. Een jongetje van een jaar of vijf, in bed. De camera zoomt in op zijn verschroeide gezicht. De huilende moeder roept Allah aan. Een half uur later. Mevrouw Rice verklaart glimlachend dat het ogenblik voor de wapenstilstand nog niet is gekomen. Dinsdag. Mevrouw Rice bij premier Olmert. Glimlacht. De twee staatslieden zijn het volkomen eens. Er moet een staakt-het-vuren komen. Maar nu nog niet.
Eerst moet Hezbollah ophouden met deze shit, zei president Bush vorige week in Sint-Petersburg. Intussen is het een internationaal publiek geheim: Washington vertraagt het initiatief tot vredesoverleg om Israël de gelegenheid te geven definitief met Hezbollah af te rekenen. Is dat een verstandige tactiek? Daar kom ik straks op. Het gaat nu eerst om de denkbeelden die er de grondslag van vormen.
Van de Amerikaanse neoconservatieven en hun Europese geestverwanten hebben we de afgelopen jaren minder en minder gehoord. Herinneren we ons dat Rice, toen nationale veiligheidsadviseur, en Paul Wolfowitz, onderminister van Buitenlandse Zaken, de oorlog in Irak verdedigden door de wereld te verzekeren dat dit land na de regime change in een wip tot een welvarende democratie zou worden omgetoverd, om daarna het hele Midden-Oosten tot voorbeeld te dienen. Het wilde niet lukken. Intussen ging Iran steeds minder doen wat Washington wilde en werd Syrië nog ongezeglijker terwijl Washington zich juist door de oorlog in Irak de mogelijkheid tot acties elders benomen had. De nieuwe oorlog betekent voor de neo’s de heropening van de oude droom. Hoe onwaarschijnlijk dit ons, laffe en met de knieën knikkende Europeanen, mag voorkomen, de neo’s zien in deze oorlog de volgende mogelijkheid tot verwezenlijking van hun ideaal: eerst het verslaan van Hezbollah, door Israël, en dan geleidelijk aan regime change in de landen van het kwaad, Iran en Syrië.
In het Westen zijn de deskundigen het er nog niet over eens of Hezbollah alleen een geestverwant van Teheran en Damascus is, dan wel een satelliet, een knecht die zich bereidwillig laat sturen. De neo’s weten zeker: het laatste. «Dit is onze oorlog», heet het artikel van William Kristol in de Weekly Standard, het huisorgaan van de neo’s. De drijvende kracht achter de aanval van Hezbollah is Iran. Amerika moet deze oorlog zien als deel van «de mondiale worsteling tegen het radicale islamisme». En Bush is volgens Kristol veel te slap. Hij had vorige week niet naar de G8 in Sint-Petersburg maar naar zijn vriend premier Olmert in Jeruzalem moeten gaan.
In de conservatieve National Review schrijft de denker Larry Kudlow dat «de vrije wereld Israël enorme dank verschuldigd is omdat het de vrijheid, veiligheid en democratie verdedigt tegen Irans terroristische huurlingen van Hezbollah en Hamas. Israël verdedigt niet alleen zichzelf. Het staat in de frontlinie van het Midden-Oosten waar het als democratische bondgenoot ook Amerika verdedigt.» En Newt Gingrich, die men zich nog als tegenstander van president Clinton en bedenker van het programma Contract with America herinnert, verklaarde in het programma Meet the Press dat we dit conflict moeten beschouwen als een vroeg stadium van de derde wereldoorlog.
Iedere democratie heeft in de uitersten van het politieke spectrum groepjes fanatici, ook wel de «lunatic fringe» genoemd. Daartoe horen de Amerikaanse neo’s niet. In de dertig jaar van hun bestaan zijn deze intellectuelen van rechts wel radicaal gebleven, maar tegelijkertijd verder naar het midden opgeschoven. Eenvoudig gezegd houden ze zich ervan overtuigd dat de hele wereld maakbaar is, en dit dankzij de Amerikaanse macht. In de praktijk resulteert dit in een zeer simpel wereldbeeld. Als je er maar hard genoeg op inramt, kun je ieder volk tot de democratie brengen.
De aanval van 11 september 2001 bood de neo’s de kans hun theorie in de praktijk te bewijzen. Globaal gezegd maakten de neo’s twee fundamentele vergissingen. De wereld buiten Amerika was niet bereid in de weldaad van hun politieke filosofie te delen, en de Amerikaanse macht en het inzicht waren niet toereikend om daarin met geweld verandering te brengen. Vandaar dat het in Afghanistan weer een groeiende chaos is, Irak een onoplosbaar probleem en het hele Midden-Oosten nu wordt gezien als mogelijk frontgebied voor de derde wereldoorlog. Door dit nieuwe conflict zien ze de neo’s verwezenlijking van de totale democratisering weer naderbij komen.
De vermindering van het wereldgevaar in het Midden-Oosten moet beginnen met een serieuze poging tot een voorlopige oplossing van het Palestijnse vraagstuk. Dat is de waarheid van ruim een halve eeuw. Iedere dag dat de oorlog langer duurt, worden de kansen op zo’n poging geringer. In plaats daarvan dreigt het deel van Libanon dat nu frontgebied is in het volgende Palestina te veranderen. Met medewerking van de Amerikaanse neo’s. Denk niet dat ik het effect van de katoesja’s onderschat, of Israël het recht op zelfverdediging wil ontzeggen. Maar de wortel van het probleem ligt in Palestina. Met hartelijke instemming van Washington doen we alsof die waarheid niet bestaat.