Beroeps-Europeanen

Ruim zestig procent van de dagbladartikelen waarin gepleit wordt voor een «ja» bij het grondwetreferendum komt uit de pen van «beroeps-Europeanen».

Dit blijkt uit een snelle, uiteraard statistisch niet verantwoorde inventarisatie van de opiniepagina’s en -katernen van NRC Handelsblad, de Volkskrant, Trouw en De Gelderlander. Onder de opinie makers die neigen naar een «nee» bevindt zich daarentegen niemand met directe politieke of financiële banden met de Euro pese Unie.

Bij de telling is alleen gekeken naar de tussen januari en half maart verschenen opiniestukken met de grondwet als hoofdonderwerp. Brieven, columns, hoofdcommentaren en uit buitenlandse kranten overgenomen artikelen zijn niet meegenomen. Overigens wordt lang niet in alle artikelen ronduit gepleit voor een «ja» of een «nee». Wel spreekt meestal een duidelijke voorkeur uit de stukken.

De onderlinge verschillen tussen de kranten zijn groot. De Volkskrant plaatste tot nu toe de meeste discussieartikelen over de grondwet. Ruim de helft van de voorstanders maakt deel uit van de «BV Europa». Volgens chef Forum-redactie Remco Meijer is dat toeval. Met name de kritische bijdragen van Ronald Plasterk hebben de nodige reacties van officiële zijde uitgelokt, vertelt hij.

Het percentage beroeps-Europeanen ligt nog veel hoger bij NRC Handelsblad, al is dat cijfer enigszins geflatteerd door het kleine aantal relevante artikelen. De enige niet-gebonden voorstanders van de grondwet die aan bod komen op de opiniepagina’s van de avondkrant zijn overgenomen uit buitenlandse media. Daar staat tegenover dat elders in de krant wel veel over Europa wordt bericht. Een soortgelijk beeld gaat op voor Trouw. Alleen in De Gelderlander verschenen geen artikelen van beroeps-Europeanen.

Tot de ijverige scribenten met warme gevoelens voor de grondwet behoren onder anderen staatssecretaris van Europese Zaken Atzo Nicolaï, GroenLinks-europarlementariërs Joost Lagendijk en Kathalijne Buitenweg, en een reeks voorlichters, functionarissen en ambtenaren.

Wat is er aan de hand? Chef opinie van NRC Handelsblad Marc Leijendekker vindt het logisch dat direct betrokkenen eerder hun mening geven, zeker in een vroeg stadium van de discussie. Als het debat de komende tijd écht gaat spelen zullen misschien ook voorstanders uit andere delen van de samenleving zich meer laten horen, denkt hij.

Het zou kunnen, al is bij de tegenstanders weinig te merken van deze schuchterheid. Een an dere verklaring kan zijn dat de weinig inspirerende compromistekst niet veel harten sneller doet kloppen. Geen enkele partij kan zich voor de volle honderd procent in de grondwet vinden, met als gevolg dat niemand bereid lijkt zijn of haar politieke handen hiervoor in het vuur te steken.

In plaats daarvan mag de in de afgelopen decennia ontstane groep ambtenaren en politici wier carrière direct staat of valt met het project Europa het klusje klaren. Het is koren op de molen van de tegenstanders van de huidige, als «technocratisch» aangeduide Europese Unie. Met het referendum op 1 juni hebben de voorstanders nog twee maanden de tijd om het tegendeel te bewijzen.

Koen Haegens

Vuurzuil in Wageningen

Of: hoe een monument voor de vrede zorgde voor een hoop onvrede.

WAGENINGEN –Op de zaterdagse markt staat voor een kraampje met biologisch-dynamische producten een groepje jongeren handtekeningen op te halen onder de actieleuze «Wageningen niet voor paal». Mensen stromen grif toe om hun protest kenbaar te maken tegen het voornemen van de gemeenteraad om op 5 mei «een vuurzuil» te onthullen op het pleintje voor hotel De Wereld. Op deze historische plek – in mei 1945 werd hier officieel de vrede getekend, het is sindsdien de plaats waar prins Bernhard jaarlijks de veteranen ontmoette – zal een monument verrijzen dat volgens de kunstenaar Hanshan Roebers neerkomt op een symbool van «eeuwigdurende vrede».

Een maquette laat zien wat hij daar creatief mee bedoelt: een metershoge obelisk van koper die onder invloed van daglicht op en neer schuift met aan de ronde top een permanente vlam. Hoewel over smaak niet te twisten valt, is het ronduit een monstrum, dat geen ruimte overlaat voor enige andere interpretatie dan: een kolossale dildo. De toevoeging van de vlam heeft veel weg van een permanent ejaculaat. Het monument is daarmee niet een symbool van capitulatie maar van copulatie geworden. Verplatting ten top, menen de Wageningers.

De grappen zijn niet van de lucht. De bijnaam luidt «De lul van Bernhard», en in de snackbar is inmiddels al een broodje frikadel als «de penis van Bernhard» te bestellen. In de lokale krant De Veluwepost staan vele ingezonden brieven, de ene nog bozer dan de andere. Kunstenaar Hanshan zegt, als een ware avant-gardist: «Als ik mijn ontwerpen voor het eerst presenteer, dan stuit het aanvankelijk op verzet. Dat komt omdat mensen de achterliggende ge dachte niet kennen.» Hij verwijst voor zijn obelisk naar begrippen als «tijd» en «licht». Het kunstwerk gaat «een ruimtelijke relatie» op het pleintje aan met het standbeeld, lang geleden aangeboden door de plaatselijke bevolking, van een blote man. In de volksmond ook wel «blote Jan» genoemd. Volgens directeur «mid delen» van de gemeente, de heer Slagter, die verantwoordelijk was voor de procedure van het monument, was een voorwaarde dat «het kunstwerk niet mocht concurreren met dit standbeeld». De ironie wil dat het bescheiden geslachtsdeel van blote Jan er nu juist een forse concurrent bij krijgt.

Dat begon april vorig jaar. Er werd een commissie in het leven geroepen om «na te denken over iets blijvends voor de zestigjarige bevrijdingsdag». Na het overlijden van prins Bernhard zei D66-burgemeester Alexander Pechtold in zijn nieuwjaarstoespraak dat «er een monument ter nagedachtenis van prins Bernhard zou komen». Vorige week vernam de bevolking via de kranten dat het besluit was gevallen. En passant werd vermeld dat het honderdduizend euro gaat kosten, op te hoesten door sponsors. Als dat niet lukt, zal gemeenschapsgeld worden aangesproken. Geen openbare aanbesteding en geen inspraak. Niemand gelooft dat de keuze eerlijk tot stand is gekomen. Maar volgens Slagter is «vanwege de korte termijn niet gekozen voor de tijdrovende procedure van inspraak».

Burgemeester Pechtold, zelf kunsthistoricus, moet de controverse nu oplossen. Als een van de beoogde opvolgers van vice-premier Thom de Graaf kan hij laten zien wat de waarde is van bestuurlijke vernieuwing. Zo’n vernieuwende burgemeester kan immers goed communiceren en luisteren naar de wensen van de burgers, zeker in Wageningen, waar onder de normaal vredige bevolking nu onvrede heerst.

Wat nu? Bij het sluiten van deze editie zouden b. en w. en de gemeenteraad zich over de kwes tie beraden. De vuurzuil zal wel doorgaan. Maar, zegt Slagter: «Het werk is technisch zo vervaardigd dat het altijd verplaatsbaar is.»

Margreet Fogteloo

Bier, seks of God

De right revolution eet haar eigen kinderen op.

WASHINGTON – Het is makkelijk en verleidelijk om overal analogieën in te zien met het tijdperk-McCarthy, de Republikeinse senator die in de jaren vijftig een heksenjacht ontketende op allerhande on-Amerikaanse, oftewel communistische elementen, in de film- en theaterwereld. Ook conservatief Amerika speelt graag met de vergelijking. Er zijn zelfs T-shirts in omloop met de tekst «Bring back the black list!» met daaronder foto’s van de activis tische acteurs George Clooney, Barbra Streisand, Bratt Pitt, Ben Affleck, Susan Sarandon, Sean Penn en Whoopi Goldberg.

Maar dat is een grap. Als je voorbij de al te makkelijke vergelijkingen kijkt, is juist te zien hoe klaarblijkelijk zelfverzekerde Re publikeinen de heksen vooral in eigen kring zien. Je ziet het vooral op universiteitsterreinen, overal in het land.

Neem de kwestie van de president van de «jonge Republikeinen» in Orange County in Californië. Deze student, Karl Brabenec, ambieerde het landelijke voorzitterschap van de Young Republicans. Daarvoor moest hij worden verkozen door de deelnemers aan de landelijke bijeenkomst van jongeren uit de «Grand Old Party». Hij had daarvoor posters laten verspreiden die «bier, sterke drank en seks» beloofden in een suite van het conventiegebouw. In de flyers die deelnemers moesten lokken, werd ook hoog opgegeven over «late night streaking». Bovendien werden vrouwelijke gasten aangemoedigd «zo min mogelijk kleren te dragen».

De teksten op de flyers passen uitstekend in de cultuur van politieke incorrectheid die sinds het begin van de jaren negentig zo kenmerkend is voor de rechtse tegenbeweging – denk aan het T-shirt tegen de «linkse» filmsterren. En in de vrijheid-blijheid-kringen van de Republikeinse partij (alleen de markt disciplineert, God is er voor liefde) wordt dit soort grappen nog altijd leuk gevonden. En zeker onschuldig. Maar tijden veranderen. Republikeinen voor wie «God and decency» niet louter woorden zijn om Democraten mee om de oren te slaan, winnen aan invloed. Tien jaar geleden zei de oude Republikein Clint Eastwood in een interview over zijn partij nog: «Hoe minder je rotzooit met mensen, hoe beter ze het hebben.»

Maar dat inzicht is inmiddels volslagen passé. De partij worstelt momenteel met de spanning tussen het verlangen incorrect te denken – in reactie op zeehondenknuffelaars, bomenpraters, ongewenste-intimiteitenklikkers, wereldgemeenschap-gelovigen, gelijke-kansen-politie et cetera – en het strenge, juist uiterst «correcte» en preutse denken van religieus rechts. Karls politieke car rière is in dat spanningsveld gestrand. Hij geldt nu als voorbeeld voor andere partijgenoten die de christelijke waarden niet altijd even nauw nemen. Want zelfs het negende gebod – gij zult niemand op valse gronden beschuldigen – blijk je in de politiek niet zomaar meer aan de laars te kunnen lappen. In een poging zijn politieke toekomst te redden, beschuldigde Karl zijn beste vrienden. Hij zou niets van de posters hebben geweten, omdat het hier om een «surprise party» zou gaan voor zijn 24ste verjaardag, georganiseerd door al te enthousiaste aanhangers. Het mocht niet baten. Al weken waren de details van het smadelijke politieke feestje te vinden op de website van de Young Republicans, met de instructie «to call Karl for further questions».

Pieter van Os

The ultimate good chap

God heeft zich een weg proberen te banen naar het Britse verkiezingsfront.

LONDEN– Hij zag zijn kans schoon toen de Conservatieve leider Michael Howard in Cosmopolitan voorstelde om het aantal abortussen terug te dringen. De anglicaanse kerk, bijgenaamd «de Conservatieve partij in gebed», was er snel bij om abortus tot verkiezingsonderwerp aan te bevelen. Vol spanning werd uitgekeken naar de reactie van Tony Blair, de eerste premier sinds William Gladstone die een bijbel naast zijn bed heeft liggen. De bestgelezen rubriek in het satirische magazine Private Eye is St Albion Parish News, waarin Tony «Trust me – I’m the Vicar!» Blair de natie toespreekt («Hullo!»), en witte voetjes haalt bij The Reverend Dubya of the Church of the Latter-Day morons, Bush. Maar Blair hield zich op de vlakte. In een Zuid-Londense kerk, waar hij als een apostel was neergestreken voor een traditioneel verkiezingsbezoek, sprak hij voornamelijk over religie op het persoonlijke vlak, niet het politieke. Alastair Campbells «I’m sorry, we don’t do God» is nog steeds geldig, hoe moeilijk het soms ook is voor de diverse kabinetsleden. God heeft namelijk niet alleen een vast plaatsje op de sofa in Downing Street – zoals blijkt uit Anthony Seldons Blair-biografie – maar is immers goed vertegenwoordigd binnen de regering. Toen Labour aan de macht kwam, was er zelfs sprake van om Robin Cook tot minister van Religie te benoemen. Gezien de problemen die de Schot op Buitenlandse Zaken heeft veroorzaakt tijdens de Irak-crisis moet het Blair spijten dat het hier nooit van gekomen is. Naast Blair – een devoot anglicaan die neigt naar het roomse geloof van zijn Cherie – bestaat de evangelische fractie van de regering onder anderen uit de presbyteriaan Gor don Brown en Ruth Kelly, de onderwijsminister die lid is van Opus Dei, een discreet katholiek genootschap dat bekendheid heeft verworven dankzij de Da Vinci Code. Op de backbenches bevinden zich onder anderen een vicar, een katholieke priester en een voormalige monnik. Het is een traditie dat God beter vertegenwoordigd is in het Lagerhuis dan in de rest van het groene en plezierige eiland waar zijn zoon, volgens William Blake, als jeugdig backpacker heeft rondgelopen. De anglicaanse staatskerk is dan ook niet opgericht door lutheraanse fanatici, maar door Henry VIII, opdat hij makkelijker kon scheiden. Gevraagd door Jeremy Paxman wat er nodig is om deel uit te maken van zijn bisdom begon de bisschop van Oxford zijn antwoord ooit met de veelzeggende woorden: «An intriguing question… Well it rather depends…» Een uit gesproken mening over een ethisch onderwerp als abortus zal Howard in een land vol kiezers voor wie God weinig meer is dan «the ultimate good chap», weinig stemmen opleveren, behalve die van Christian Voice, een groepering die in rap tempo radicaliseert. BBC-directeuren zijn al bedreigd na het uitzenden van het, deels blasfemische, Jerry Springer: The Opera, en een kankerstichting gaf na dreigementen een donatie van de maker van deze show terug. De groep heeft aangekondigd wat haar nieuwe doelwitten zullen zijn: abortusklinieken.

Patrick van IJzendoorn

Hans Wiebenga(1917-2005)

Op de keper beschouwd was Hans Wiebenga, die zondag op 88-jarige leeftijd is overleden, een slachtoffer van de jaren zestig. Dat is opmerkelijk omdat Wiebenga in die jaren een vooraanstaande rol speelde in een politieke stroming die juist de belichaming van die jaren wilde zijn: de Pacifistisch Socialistische Partij (PSP).

Van 1961 tot 1969 was Wiebenga (docent maatschappijleer en later conrector) vice-voorzitter respectievelijk voorzitter van de PSP. Tussen begin 1967 en eind 1972 zat hij ook in de Tweede Kamer, waarvan de laatste drie jaar als fractieleider. Het waren de jaren van de knikkers waarmee de Navo-taptoe werd verstoord, van provo en hét huwelijk waartegen PSP’ers en andere republikeinen zich keerden, van Vietnam, Nieuw Links en DS’70, van Maagdenhuisbezetting, Karl Marx Universiteit en «ludieke acties».

En toch kon Wiebenga zich niet staande houden in deze politieke en culturele stormen die over Nederland joegen. In eigen kring had Wiebenga last van de opkomende radicale vleugel die hem niet socialistisch genoeg vond. Wiebenga stond namelijk eerder in de pacifistische domineestraditie, die de PSP in de eerste tien jaar na haar oprichting in 1957 sterk had beïnvloed, dan in de neomarxistische die eind jaren zestig haar invloed deed gelden.

Wiebenga zou die lijn blijven koesteren, zeker toen begin jaren tachtig de voorgenomen plaatsing van kruisraketten in Nederland tot een ongekende golf van maatschappelijk engagement en de grootste demonstraties ooit leidde. Maar desalniettemin had hij tien jaar eerder het onderspit had gedolven in de partij die toch patent («Socialisme zonder atoombom») had op het verzet tegen kernwapens aller landen.

De opmaat daartoe was niet eens politiek. Bij de verkiezingen van 1971 trad de PSP, die vier zetels in de Tweede Kamer bezette, de kiezers conform de tijdgeest te ge moet met de beroemdste poster aller tijden: de blote vrouw met koe plus de tekst «Ontwapenend». Naarmate meer burgemeesters in navolging van Putten het affiche op de plaatselijke verkiezingsborden verboden, deed de cam pag ne staf kapitale zaken. De middelbare scholieren en jonge studenten die Vrouw met Koe niet in hun kamertje hadden hangen, waren bijna in de minderheid.

Maar de verkiezingen zelf liepen uit op een ramp. De PSP onder leiding van lijsttrekker Wiebenga leed de grootste nederlaag uit haar geschiedenis: de partij duikelde naar twee zetels.

Toen de kiezers, wegens de val van het kabinet-Biesheuvel, ruim een jaar later weer naar de stembus moesten, dacht de PSP de schade te kunnen herstellen door te verjongen. De partij koos Bram van der Lek tot lijsttrekker, waarna Hans Wiebenga zijn consequenties trok.

In de PSP werd dat kinder achtig gevonden. Maar het was wel een zuivere politieke stap van een man die juist niet voor de politiek was geboren.

Hubert Smeets