Persoonlijk functionerende politici

Kortgeleden werd bekend dat enkele ministeries «personal coaches» voor hun bewinds lieden inhuren. Op dit moment wordt alleen nog minister Zalm gecoacht in tien «gesprekken» dit jaar. Maar wie maakte er het meest intensief gebruik van zo’n coach? Annette Nijs. De ex-staatssecretaris voerde van medio 2002 tot begin juni 2004 wekelijks gemiddeld vier tot vijf uur lang een gesprek met haar coach, die ook als «communicatietrainer» optrad. Een halve werkdag. Rekening: 37.100 euro voor het ministerie van OCW en zesduizend voor Nijs zelf. De uitgave werd gedaan, zo staat te lezen in een antwoord van premier Balkenende op SP-kamervragen, «gelet op het belang dat werd gehecht aan deze trainingen ook van de kant van het departement».

Naast de vraag of bij Nijs niet beter gebruik was gemaakt van een «niet goed, geld terug»-aanbieding, is de vraag nu interessant wat «personal coaching» eigenlijk is. Welnu, «personal coaching» bestaat uit «gesprekken», zo leert ons het antwoord dat Balkenende gaf op kamervragen van de SP. Het gaat hier om «maatwerk», schrijft de premier. De coaches «vervullen hun opdracht in direct onderling contact met hun opdrachtgever». Het is «een specifieke vorm van opleiding en training, sterk op de individuele ondersteuning gericht». Maar wat voor vorm dan? En welke opleiding en training? De kamervraag luidde namelijk: «Kunt u specifieker en concreter aangeven welke vormen van personal coaching bij welke bewindspersonen plaatsvinden en hebben plaatsgevonden?»

De premier schrijft slechts nog dat het gaat om ondersteuning van de bewindspersoon bij het «persoonlijk functioneren in de functie».

Fatsoen moet je doen, net als antwoord geven wanneer je iets wordt gevraagd.

Hoe overleef ik een aanslag?

Het ging afgelopen maand enigszins rommelig toen de bevolking moest worden gewaarschuwd voor een terroristische dreiging. Niet iedereen wist waar hij of zij aan toe was. De Telegraaf meldde dat het ging om fase «geel met een vleugje oranje». Ook is nog niet helemaal duidelijk of de analyse van een verhoogde dreiging onverminderd van kracht is. Dat er iets moet gebeuren is duidelijk, al was het maar om te voorkomen dat straks volgens een krant fase «groen met paars en witte spikkeltjes erin» van kracht is.

De Engelse overheid heeft het initiatief genomen tot verspreiding van een boekje met adviezen. Misschien is het daarom raadzaam om niet te wachten op de Nederlandse overheid en zelf voorzorgsmaatregelen te nemen door over te gaan tot aanschaf van The Citi zen’s Guide to Stopping Suicide Attackers, onder titel Secrets of an Israeli Counterterrorist. Wie de lessen in het boek opvolgt, zal beter toegerust zijn voor de confrontatie met terrorisme en het kunnen opnemen voor zichzelf en zijn medeburgers, in plaats van «hulpeloos de wrede dood aanvaarden die iemand anders voor u heeft gepland».

Het spijt me

«Het spijt me dat ik je ooit heb ontmoet.» «Het spijt me dat jij het nodig hebt jezelf interessanter te maken door zeventig procent van je lichaam te laten tatoeëren.» «Het spijt me dat ik mezelf ben en niet de persoon die jij wil dat ik ben.»

Ziehier enkele hartenkreten zoals geuit op de Britse website www.The-Apologist.co.uk. Over de oprechtheid van de spijtbetuigers kan gediscussieerd worden, evenals over de vraag of de site het bewijs vormt dat Engelsen bij uitstek een door gêne en schaamte geplaagd volk zijn. Opmerkelijk is in ieder geval dat de site is ontstaan vanuit een roman. In Jay Rayners The Apologist besluit de hoofdpersoon zich te verexcuseren voor alles wat hij ooit fout heeft gedaan. Hij raakt zo bedreven in zijn rol dat hij wordt benoemd tot «Hoofd Spijtbetuiger» van de Verenigde Naties. De snaar die Rayner hiermee heeft aangeslagen, draagt verder dan zijn boek. De website, oorspronkelijk slechts bedoeld ter promotie van het boek, is een opsomming geworden van spijtbetuigingen, maar bezoekers spannen zich ook in om elkaar verder te helpen. De site telt inmiddels duizenden spijt betuigende bezoekers. Rayner is er zelf soms ook om hier en daar een hart onder de riem te steken. Niet als Hoofd Spijtbetuiger, wel als Apology master.

(De excuusmaker verschijnt in september bij Ambo Anthos)

Wat is lelijke kunst?

De vraag naar wat kunst is kan onder meer worden beantwoord door te kijken naar wat kennelijk kunst is. Om dit te ontdekken moet worden onderzocht wat algemeen voor goede kunst wordt versleten. Dit empirisch onderzoek zou vervolgens ook falsifieerbaar moeten zijn. Want wat is dan slechte kunst? Echt empirisch is haar onderzoek nog niet, maar Helen Round uit Australië heeft een verzameling slechte schilderijen aangelegd onder de naam The Museum of Particularly Bad Art en komt met enkele criteria voor slechte kunst. Echt slechte kunst kent een totale afwezigheid van technisch vermogen, ongebruikelijke, armoedige of smakeloze onderwerpkeuze en een vraagprijs van twee Australische dollar of minder.

Sander Pleij