Nederlandse verpleegsters in Spanje
Met grote interesse las ik het artikel van Seran de Leede en Hinke Piersma over deelnemende Nederlandse vrouwen aan de Spaanse Burgeroorlog (De Groene van 28 juli). De verscheurdheid en tragiek die deze verschrikkelijke oorlog al decennialang met zich meesleept zijn mijn inspiratiebronnen voor gesprekken, foto’s en reizen door Spanje.
In de context van het artikel memoreer ik graag mijn ontmoeting van twee maanden geleden met de oude dame Rosa in Baskenland. Zij kon als ooggetuige nog vertellen over ‘the forgotten bombings’ waarbij zij haar vader verloor. Guernica werd bekend, maar de eerste onschuldige Europese oorlogsslachtoffers door bommen uit de lucht vielen niet alleen daar maar ook in diverse andere dorpen. Vergeten omdat ze honderden slachtoffers maakten waaronder ook priesters, nonnen en aanhangers van Franco. Bommen uit Duitse en Italiaanse vliegtuigen die de nationalisten uit hun eigen belang bijstonden. Ondanks enkele berichten in de internationale pers kon het later worden doodgezwegen. Net als nu werd ook toen de waarheid het eerste slachtoffer bij een gewapend conflict.
Na de overwinning door Franco was Nederland een van de eerste landen die het nieuwe staatshoofd feliciteerden. De deelname van Nederlanders in deze gemene oorlog is altijd taboe gebleven en onze ‘ontvangst’ van de vele terugkerende jonge mannen verdient niet bepaald de schoonheidsprijs. Het verhaal over de Nederlandse jonge vrouwen maakt de geschiedschrijving weer wat completer. Ik kan slechts één omissie constateren: ik mis het goed gedocumenteerde boek uit 2011 van Yvonne Scholten, Fanny Schoonheyt, over een Nederlands meisje dat in de burgeroorlog aan republikeinse zijde strijdt.
Stephan Peters, Borne
Overconsumptie
Lezer Henk Kraaijenbrink stelt in zijn reactie (De Groene van 18 augustus) op het artikel van Jaap Tielbeke over The Population Bomb van Paul Ehrlich (De Groene van 11 augustus) dat ‘elke groei, in economie, in vervuiling, in watertekort, in vernietiging en uitputting van landbouwgrond, in temperatuurstijging, voor een groot deel is terug te voeren op de doorgaande behoeften van steeds grotere aantallen mensen’.
Dat buitenproportionele economische groei de kernoorzaak van mensopgewekte klimaatverandering is, daar is geen twijfel over mogelijk, maar een groeiende wereldbevolking heeft daar relatief weinig mee te maken omdat die bevolkingsgroei veelal zeer arme mensen betreft. Stephen Pacala, hoogleraar ecologie en hoofd van het Princeton Environmental Institute, berekende dat de rijkste zeven procent van de wereldbevolking verantwoordelijk is voor vijftig procent van de mondiale CO2-uitstoot, terwijl de armste vijftig procent slechts voor zeven procent van de uitstoot verantwoordelijk is. Het veel te hoge consumptiepeil in rijke ontwikkelde landen vormt de kern van het probleem en dit moet drastisch omlaag, opdat de consumptie van miljarden straatarme en dorstige/hongerige mensen überhaupt iets zal kunnen stijgen. Het westerse consumptiepeil kan echter onmogelijk universeel worden; daarvoor zouden we al over enkele decennia tussen de drie en vier aardes nodig hebben.
Binnen dertig jaar zal het debat rond overconsumptie (in plaats van ‘overbevolking’) in alle hevigheid losbarsten. Met name autorijden, de frequentie van vliegvakanties en de omvang van onze vlees-, vis-, zuivel- en chocoladeconsumptie zullen ter discussie worden gesteld. Het zal een moeizaam debat worden, de uitkomst staat niet bij voorbaat vast. Laat ons de uitspraak van Mahatma Gandhi ernstig nemen: ‘Er is genoeg voor de behoeften van iedereen, maar te weinig voor de begeerten van enkelen.’
Stephan Huijboom, Amsterdam
Pretpark Amsterdam
Een informatief onderzoeksverslag, de reportage van Floor Milikowski over ‘Amsterdam als koelkastmagneetje’ (De Groene van 28 juli). Het gaat niet goed met de binnenstad en een aantal redenen daarvoor komt helder naar voren. Enkele aspecten van overheidskant wil ik daar nog aan toevoegen.
Een groot deel van Amsterdam is toeristisch niet interessant; bewoners van die buitenwijken zijn echter wel als toerist in de binnenstad te vinden. Het gemeentebestuur wordt verkozen door alle Amsterdammers en neigt derhalve tot consumerend en financieel voordelig binnenstadsbeheer. Ook landelijke regels pakken niet onverdeeld gunstig uit. Zo ondersteunt de Monumentenwet eigenaren van historische panden met een aftrekregeling van de inkomstenbelasting, een regeling die mensen met een hoog inkomen goed helpt maar de weinig verdienenden in de kou laat staan. Die laatsten zien bovendien met de stijgende taxatiewaarde van hun huis de gemeentelijke onroerendgoedbelasting meestijgen. Ook bij overdracht van een pand stijgen schenkingsbelastingen van rijkswege mee; en bij overlijden eist de fiscus hogere successierechten. Geldzaken die Amsterdam armzalig en platvloers helpen maken.
Bert Boekschoten