Neelie Kroes en Lockheed
Het kan best, Kroes als commissaris?
Wie het over Lockheed heeft, raakt aan de rand van een vaderlands schandaal. Dit schandaal beroerde het koningshuis (prins Bernhard) en de onkreukbaarheid van wijlen premier Joop den Uyl en zijn minister Henk Vredeling van Defensie diep. Het leidde begin jaren zeventig tot een kort gesprek tussen de prins en deze verslaggever in het chique hotel Belvedère in Davos. «Het is zo eenvoudig. U zegt: het is niet waar en het staat straks in NRC Handelsblad en Newsweek Magazine.» De prins: «Dat kan ik niet zeggen, dat wil ik ook niet zeggen.» Het schandaal kostte hem zijn beschermheerschap van het World Econo mic Forum in Davos, zijn voorzitterschap van de Bilderberg-groep en het World Wildlife Fund.
Toen op donderdag 21 oktober de bijbel van s werelds zakenkranten, de Wall Street Journal, onthulde dat kandidaat eurocommissaris Neelie Kroes tegenover de nieuwe voorzitter Jose Manuel Barroso van de Europese Commissie heeft verzwegen dat zij zeven jaar geleden in Nederland als lobbyiste is opgetreden voor Lock heed Martin, gingen bij een aantal mensen in Den Haag de haren overeind staan. Alweer?
De krant meldde dat Lockheed nauwe banden onderhoudt met een aantal Italiaanse, Franse en Spaanse defensieondernemingen, die op dit ogenblik aan een onderzoek zijn onderworpen door het antitrust-commissariaat dat Kroes straks gaat leiden. Een van Lockheeds belangrijkste Italiaanse partners is Finmecanica SpA, dat door het commissariaat voor mededinging aan onderzoek is onderworpen wegens Italiaanse staatssubsidies voor onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten. Een van de dochterondernemingen van Finmecanica heeft zware contracten met Lockheed voor onder meer de ontwikkeling van de F-35 Joint Strike Fighter waarbij Lockheed de «lead contractor» is.
Deze situatie zou het begin zijn van een belangenconflict, waarvoor zij eerder deze maand nog onder vuur had gelegen in het Europees Parlement. Volgens de EU-regels moeten toekomstige commissarissen de posities melden die zij afgelopen tien jaar in ondernemingen, stichtingen of onderwijsinstellingen hebben gehad. Kroes heeft in haar officiële melding 25 bestuursfuncties alsmede twee «adviesfuncties» in Nederlandse ondernemingen genoemd. De acht bestuursfuncties, die zij langer dan tien jaar geleden vervulde, heeft zij conform de regels buiten beschouwing gelaten. Maar de lobbyfunctie voor Lockheed van zeven jaar geleden heeft ze ook niet gemeld.
De europarlementariërs hebben haar argument, dat zij bij een dreigend belangenconflict zon zaak aan een andere commissaris zou overhevelen, gekritiseerd. Volgens Max van den Berg (PvdA) is dit een «onwerkbare» situatie. Als zij deze functie had bekleed in de jaren dat haar strenge voorganger Mario Monti dit commissa riaat bezette, zou er in minstens 35 zaken een belangenconflict hebben gespeeld. Tweehonderd socialistische europarlementariërs wijzen de komst van Kroes af. «Die benoeming kan gewoonweg niet», aldus Van den Berg. Het staat vast dat Kroes het daarmee oneens is. Zij vindt altijd dat het «best kan». Zij heeft bovendien haar onroerend goed ( 1,6 miljoen) in een stichting onder gebracht.
Ook de liberale fractie in het europarlement is het onderling niet eens. Ze trekt zich er weinig van aan dat Kroes door de VVD naar voren is geschoven. Zelfs sommige europarlementariërs van VVD-huize zouden woensdag (een dag na sluiting van deze editie) tegen de voordracht voor de commissie willen stemmen.
Volgens de Wall Street Journal heeft Lockheed geweigerd te onthullen wat de lobbyactiviteiten van Kroes inhielden. Maar volgens goede bronnen van de krant moest ze Nederlandse politici interesseren voor Lantirn-navigatie en doelwitsystemen voor F16-jagers.
Nederland kocht in 1997 tien van deze systemen voor $31,6 miljoen. Van de prins hebben we geleerd dat Lockheed voor diensten goed betaalt.
FRISO ENDT
Van vignet tot kaart
Onopgemerkt is het niet gebleven, maar vergeleken bij alle commotie vooraf is de presentatie van de integratiekaart vorige week stilletjes verlopen.
Om het geheugen even op te frissen: de integratiekaart is uiteindelijk het meetinstrument geworden waar minister Rita Verdonk van Vreemdelingenzaken en Integratie om had gevraagd. Ze wil ermee de effecten van haar integratiebeleid meten.
Aanvankelijk was de Stichting Economisch Onderzoek (SEO) in Amsterdam met de ontwikkeling van zon meetinstrument aan de slag gegaan. Die kwam met de integratievignetten. Maar toen voormalig VVD-leider Hans Dijkstal die vignetten dit voorjaar met de jodenster vergeleek, ontstond een rel. Niet dat de SEO de Turkse slager om de hoek zon vignet wilde opspelden. De vignetten moesten gaan naar gefingeerde immigranten met al dan niet kennis van de Nederlandse taal, wel of geen werk, wonend in een wijk met voornamelijk Nederlanders of juist vooral buitenlanders, hun eerste kind krijgend als ze achttien zijn dan wel op de in Nederlandse kringen gangbaarder leeftijd van 26, enzovoorts.
De SEO had aan een doorsnee van de bevolking willen vragen wie van die gefingeerde buitenlanders ze het meest geïntegreerd vinden. Een groep gewone Nederlanders had zo kunnen bepalen wat anno 2004 als geïntegreerd wordt gezien. Na een aantal jaren was er interessant vergelijkingsmateriaal geweest. In 2014 denkt Nederland vast anders over integratie dan nu. Zeker als de groep die de vignetten had mogen beoordelen steeds een afspiegeling van de Nederlandse samen leving was geweest, dus met steeds meer allochtonen erin.
Maar na de vergelijking met de jodenster werd de SEO bedankt en ging de opdracht naar het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) van het ministerie van Justitie en het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Die ontwikkelde een meetmethode die tot voor kort nog de integratieladder heette.
Vorige week bleek de naam echter veranderd. Ook hier was de reden een gevoelig liggende connotatie: een ladder doet denken aan opklimmen en eraf duikelen.
Daarom heet precies hetzelfde meetinstrument nu heel neutraal de integratiekaart. De politiek wil blijkbaar niet te opzichtig etaleren dat je bij meten altijd uitkomt op meer of minder en dan mogelijk ook op beter of slechter.
De minister heeft zelf aangegeven waaraan de mate van integratie moet worden afgemeten. Niet dat ze met schokkend andere maatstaven is gekomen dan bij de vignetten zou zijn gebeurd. Ook zij kijkt niet naar die ene Afghaan of die andere Turk.
Nu de kaart er ligt, is de vraag of de minister er na zon eerste meting al iets mee kan. Om een voorbeeld te geven: uit de integratiekaart valt af te lezen dat buitenlandse kinderen uit een buurt waar vooral allochtonen wonen op school slechter presteren dan hun leeftijdsgenoten die in hun wijk ook Nederlandse kinderen tegenkomen. Zo blijkt ook de werkloosheid in een gesegregeerde wijk groter te zijn dan in een gemêleerde buurt.
Wie nu denkt dat spreiding over wijken en scholen automatisch het gewenste beleid is, gaat te snel. Het kan immers zijn dat in gesegregeerde wijken juist ouders wonen die minder intelligent zijn en dat werklozen uitgerekend naar die buurten trekken, zo schrijven de makers van de kaart. Oftewel, wat is oorzaak en wat gevolg? Die vraag is niet nieuw in het integratiedebat. Verdonk moet dan ook nog nadenken over wat de integratiekaart voor haar beleid betekent.
AUKJE VAN ROESSEL
Schipperen met schuld
Tijdens een pro-forma-gezins-parlement werd vorige week gesproken over de verdeling van huishouden, zorg en arbeid. Wie doet er wat?
Mannen achter de kinderwagen met een boodschappenmandje vol luiers zijn allang geen bezienswaardigheid meer. Met de beeldvorming over rollenpatronen is het langzamerhand beter gesteld dan vroeger, hoewel in de reclame mannen met babys nog vaak worden afgeschilderd als onhandig of juist sexy en sommige vaders erg irritant kunnen koketteren met hun «hippe» rol. Gaat het om de dagelijkse verdeling van huishouden en zorg taken, dan valt er nog veel te verbeteren.
Dat bleek andermaal tijdens het gezinsparlement Samen Delen, georganiseerd door de Nederlandse Gezinsraad (NGR) en het overheidsproject Mannen in de hoofdrol dat plaatsvond in het Amsterdamse stadhuis. Politici, ouders, beleidsmakers uit de kinderopvang en vertegenwoordigers van werkgevers- en werknemersorganisaties debatteerden over de inbreng van de vader bij de opvoeding en het huishouden, en de verantwoordelijkheid van werkgevers en overheid.
Het is een taai proces van onderhandelen. Veel ouders geven aan naar een gelijke taakverdeling te streven, maar in de praktijk zijn er valkuilen. Een huisman vertelt dat officiële instanties voor ouders en kinderen, zoals scholen en consultatiebureaus, uiteindelijk weinig «papavriendelijk» zijn. Er is babyzwemmen voor moeders en op veel scholen worden hulp taken nog steeds met de vrouwelijke term betiteld (overblijfmoeder, leesmoeder et cetera). «De drempel is voor mannen hoog om traditionele zorgtaken op zich te nemen.»
Uit onderzoek van de NGR blijkt dat mannen bij het huishouden een voorkeur hebben voor koken en boodschappen doen. Schoonmaken, wassen, strijken, met een ziek kind naar de dokter gaan, helpen bij huiswerk, kinderen in bad doen, al deze taken behoren bij de niet-werkende vrouw volledig tot haar domein. Bij tweeverdieners begint de verdeling echter aardig in evenwicht te raken, hoewel er wel continu over wordt gekibbeld. Vrouwen gaan overigens niet helemaal vrijuit, want ze kunnen vaak met moeite accepteren dat mannen de dingen op hún manier organiseren.
In Nederland is in tegenstelling tot andere Europese landen decennialang geen expliciet gezinsbeleid gevoerd, want het gezin werd gezien als de hoeksteen van de samenleving die door de overheid «beschermd» werd door het kostwinnersprincipe te ondersteunen. Mede hierdoor kwam de vrouwenemancipatie laat op gang. De inhaalslag van vrouwen op de arbeidsmarkt in de afgelopen vijftien jaar heeft vooral te maken met het uit de grond stampen van dagverblijven. Met de huidige regering valt te vrezen dat het tempo stagneert: de werkgever wordt met de nieuwe wet Kinderopvang niet verplicht tot eenderde bijdrage in de (peperdure) kosten. Mannen durven bovendien vaak niet bij hun werkgever te onderhandelen over opvang en aangepaste werktijden, ondanks allerlei wettelijke regelingen en de levensloopregeling waarmee gespaard kan worden voor zorgverlof.
Bij stemming in de zaal werd duidelijk dat de overheid tekortschiet. De formele kinderopvang wordt weliswaar deels gesubsidieerd, maar flexibele opvang zoals een au pair niet. Een alleenstaande moeder smeekte haast om het persoonsgebonden budget zelf te mogen invullen. «Voor mij is een au pair een uitkomst, omdat ik veel nachtdiensten heb. Maar ik kan de kosten niet declareren omdat het zwartwerken is.»
De ontoereikende voorzieningen drijft veel ouders tot wanhoop, waardoor uiteindelijk vrouwen het bijltje erbij neergooien: zonder kinderen werkt 46 procent van de vrouwen fulltime, na de komst van het eerste kind werkt nog maar zeven procent fulltime. Nederland is binnen Europa kampioen parttime werken. In de meeste landen is kinderopvang vele malen goedkoper, en hebben schoolgaande kinderen een continurooster vaak met warm eten tussen de middag en bestaat er goede en goedkope naschoolse opvang.
Er waren deze middag niet echt nieuwe geluiden te horen. Maar wel is het noodzakelijk om de druk op de ketel te houden. PvdA-kamerlid Ella Kalsbeek kon haar neutrale rol als voorzitter maar met moeite handhaven zodra het ging over de politiek van minister de Geus (Sociale Zaken). Beweerde hij niet dat het proces van de emancipatie van de vrouw inmiddels is voltooid? De zaal, grotendeels gevuld met vrouwen, was het daar unaniem mee oneens: het blijft schipperen vol schuldgevoelens.
MARGREET FOGTELOO
No/si Buttiglioni
Beoogd voorzitter Barroso van de Europese Commissie probeert zijn reputatie te redden.
Aan de vooravond van de stemming in het Europees Parlement over de aanstelling van zijn omstreden Europese Commissie heeft beoogd voorzitter Barroso nog gauw een inhoudsloze concessie gedaan. In een poging om de beledigende taal van de Italiaanse kandidaat-commissaris Rocco Buttiglioni over vrouwen en homos te neutraliseren en de weifelende liberalen in het parlement over de streep te trekken, liet Barroso op dinsdagochtend weten dat de strijd tegen discriminatie de komende vier jaar prioriteit krijgt en vaste vorm zal aannemen in een Europees bureau voor de grondrechten.
«Als dat doorgaat krijgen we er wéér een bureaucratische instelling bij», verzucht de Groningse hoogleraar Europees recht Laurence Gormley. «Zon bureau is volstrekt overbodig. We hebben toch al een Europese Conventie en een Europees Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg dat op dit terrein bij uitstek competent is? Buttiglionis onaanvaardbare opstelling is een politieke kwestie die om een politieke oplossing vraagt en die oplossing is heel simpel: Buttiglioni moet weg. Dat is werkelijk de enige geloofwaardige aanpak waarmee Barroso zijn reputatie nog kan redden.»
Het geknoei rond de benoeming van de nieuwe commissie nam afgelopen weekeinde surrealistische vormen aan toen genoemde Buttiglioni een compromisvoorstel onderuithaalde waarvoor Barroso zich nu juist had ingespannen om hem binnen de commissie te kunnen houden. Barrosos voorstel om het Europese antidiscriminatiebeleid voortaan te spreiden over vijf commissarissen «slaat nergens op», aldus de cholerische oer-Italiaan, die een kritiekloze aanbidding van paus Johannes Paulus II paart aan de slechte manieren van zijn president Berlusconi. Dat het virus ook al op Barroso is overgeslagen bleek enkele dagen eerder, toen de ooit als mild bekend staande Portugese ex-premier de eventuele tegenstemmers in het Euro parlement voor «extremisten» uitmaakte.
Een commissievoorzitter die in dergelijke termen spreekt over de enige Europese instelling die door de burgers is gekozen, verliest ipso facto het recht en de morele waardigheid om de Europese Unie te besturen. Het parlement heeft nu de kans om eindelijk duidelijk te maken wie de baas is in de Europese Unie, meent Gormley. Hij wil de Europese liberalen, die bij het ter perse gaan van deze krant nog geen definitief standpunt hebben bepaald, graag een boodschap meegeven: «Het gaat niet alleen om Buttiglioni. Eén onfrisse Italiaan in de commissie is misschien onvermijdelijk, maar er zitten meer twijfelachtige mensen bij, zoals bijvoorbeeld onze tante Neelie die geen enkele Europese bestuurservaring heeft en in een kwade reuk staat vanwege haar talloze commissariaten.
Het zou goed zijn als de commissie deze kwestie aangreep om de hele ploeg van Barroso weg te stemmen en de regeringen van de lidstaten te dwingen de samenstelling van de commissie helemaal opnieuw te bezien. Het zou voor het eerst zijn dat het parlement geen genoegen neemt met de hemeltergende koehandel waarmee commissarissen tot nog toe altijd hun positie veiligstelden. Per slot van rekening is de commissie-Santer in 1999 niet afgezet, maar uit eigen beweging afgetreden. Het wordt tijd dat het Europees Parlement een daad stelt.»
AART BROUWER
Wie zweeg, stemt niet toe
Sinds de 11de september moeten moslims in Nederland zich uitspreken: tegen terrorisme en voor de rechtsorde.
De vermeende terughoudendheid is verschillende Hollandse columnisten en opinieleiders een doorn in het oog geweest. Hoewel, soms leek het erop dat het gebrek aan collectief uitgedragen solidariteit ook wel eens goed uitkwam. Wie zwijgt stemt toe, nietwaar?
Sinds deze week vervalt dat laatste argument. Naar aanleiding van de ontvoering in Bagdad van Margaret Hassan, directeur van de humanitaire organisatie Care in Irak, hebben tientallen islamitische burgers en/of ver tegenwoordigers van moslim organisaties in Nederland zich dinsdag gezamenlijk uitgesproken. Hassan «is jarenlang intensief bezig geweest de noden van de plaatselijke bevolking op humanitair gebied te lenigen. Haar ontvoering is daarom onbegrijpelijk en niet te rechtvaardigen. In naam van de menselijke waardigheid en de Arabische-islamitische principes van humaniteit doen wij een dringend beroep op de mensen die haar ontvoerd hebben, om haar spoedig vrij te laten. Dit zal haar solidariteit en die van ons allen met het Iraakse volk alleen maar versterken!» aldus de verklaring.
Deze was getekend door onder anderen: Ahmed Aboutaleb (wethouder in Amsterdam), Naima Azough (Tweede-Kamerlid GroenLinks), Rasit Bal (directeur Islamitische Scholen Besturen Organisatie), Mesut Disli (fractievoorzitter D66 in Kralingen-Crooswijk), Haci Karacaer (Milli Görüs Nederland), Fouad Laroui (milieuwetenschapper en schrijver), Ahmed Marcouch (Unie Marokkaanse Moskeeën in Amsterdam en Omstreken), Mohamed Sini (voorzitter Stichting Islam en Burgerschap) en Rasit Yildirim (voorzitter Studenten Unie Nederland).
Of deze collectieve hartenkreet de bevrijding van Margaret Hassan in Irak dichterbij zal brengen, is de grote vraag. Maar in Nederland mag nu wel een klein vraagje worden gesteld. Begint het ergens op te lijken of moet het toch een onsje meer zijn? Voor antwoord verwijzen wij naar de opiniepaginas van de leidende dag- en weekbladen.
HUBERT SMEETS