Op zoek naar hét alibi
Na Damascus was het de beurt aan Beiroet. Na Damascus ging het ook in Beiroet goed fout.
BEIROET Het begon nogal tragikomisch. Een woedende menigte was zondag in Beiroet op zoek naar een ambassade die er niet was. De Denen hebben slechts een consulaat in Beiroet, en dat werd een eerste maal ook nog eens straal voorbij gelopen. Pas nadat het slecht voorbereide Libanese leger de meute halverwege de christelijke wijk Achrafieh tot staan had gebracht, werd op de weg terug naar het centrum van de stad eindelijk het consulaat ge signaleerd. Met behulp van de gekaapte brandweerwagen was men zo binnen. Het consulaat zat echter goed op slot. En dus werd de rest van het gebouw maar in de hens gestoken en ook het gebouw om de hoek, waar zich het Congolese consulaat bevond.
Minder «grappig», afgezien van de immense materiële schade die werd aangericht, was het feit dat binnen de kortste keren in de wat armere christelijke wijken van Beiroet tal van andere boze jongemannen met kruisen en vlaggen klaarstonden om de straat op te gaan. Gelukkig waren leger en politie hier wel op voorbereid.
Aan de orde is nu even niet of de vrijheid van meningsuiting grenzen kent of dat moslims meer gevoel voor humor zouden moeten hebben. Interessanter is de vraag: hoe kon een tevoren aan gekondigde demonstratie van zon vijftienduizend zielen zo uit de hand lopen?
Omdat een honderdtal Syriërs en Palestijnen werd gearresteerd, vermoeden veel Libanezen dat de demonstratie werd gekaapt door een handvol soennitische extremisten en agenten. Het is een reële mogelijkheid. Sinds de gedwongen militaire terugtrekking vorig jaar april doet Damascus er alles aan om Libanon de voet dwars te zetten. Dat is echter niet het hele verhaal. De provocateur is immers machteloos zonder de massa. Het meest beangstigende van de gebeurtenissen van vorige week is het feit dat het merendeel van de menigte die een spoor van vernielingen achter zich liet, bestond uit gefrustreerde Libanese mannen van 15 tot 25 jaar oud. De meesten droegen geen lange baarden en korans, maar spijkerbroeken en sportschoenen. Zij zijn de have-nots uit de betonnen onderbuik van Zuid-Beiroet. Ze hadden geen cartoons nodig om te rellen. Elke aanleiding zou hebben voldaan. En aanleidingen zijn er in het polariserende Beiroet volop.
PETER SPEETJENS
Niet spotten met G*d
Satire in het Midden-Oosten gaat ver. Maar met profeten of religie wordt niet gespot.
JERUZALEM Een column in een Israëlische krant kopte laatst dat de Arabische en Israëlische pers een pervers genoegen hebben om elkaar uit te maken voor nazi. De historische connecties van Arabische landen met de nazis worden in de Israëlische pers regel matig aangehaald. Andersom wordt de Israëlische onderdrukking van de Palestijnen vaak vergeleken met het nazi-regime. Arabische cartoonisten verweven de davidster met een swastika. Palestijnen tekenen soms een hakenkruis in de Israëlische vlag op bankbiljetten. Arafat werd ooit afgebeeld met een vredesduif die een bomgordel droeg. Satire in het Midden-Oosten gaat ver. Maar met elkaars profeten of religie wordt niet gespot. De mensen wonen daarvoor te dicht op elkaar en zijn te religieus.
Een jood en een Arabier in Israël geven hun mening over de Deense spotprentenaffaire. Danny Lupu vindt net als veel Israëliërs de moslims hypocriet. «De Arabische kranten bespotten joden met hun neuzen, schilderen ze af als bloeddorstige nazis en ontkennen de holocaust. Wat rechtvaardigt hun woede-explosie?»
Jozef Shufani is een Arabische Israëliër. Hij heeft Palestijnse wortels en een Israëlisch paspoort. Jozef is christen. Achttien jaar woonde en studeerde hij in Duitsland. Hij kent beide culturen die nu zijn gebotst goed. Veel respect had hij altijd voor Europa. Een plaats waar Palestijnen graag zouden wonen. Sinds de spotprentenaffaire ligt dat anders. Hij stoort zich aan de tactloze drammerigheid van Europese kranten. Seculiere journalisten hebben volgens hem totaal geen kennis van de islam en de samenlevingen in het Midden-Oosten. Een hoofdredacteur moet volgens hem weten dat afbeelding, laat staan bespotting, van Mohammed bij moslims not done is. «Waarom Mohammed af beelden als het om Osama gaat?»
Israëlische joden begrijpen wel waarom de moslims zijn gekwetst, hoe weinig ze ook met hen op hebben. Als joden aan hun allerheiligste refereren, doen ze dat door G*d te schrijven. Maar God of profeet beeld je niet af. In Israël zou een dergelijke spotprent nooit worden gepubliceerd. «Volledige vrijheid van pers is niet wenselijk. Er zijn altijd mensen die daardoor worden gekwetst.»
De Deense cartoons heeft Danny Lupu net als veel Israëliërs niet gezien. Maar bij het lezen van een beschrijving betitelt hij ze als «smakeloos».
«Het is naïef van de Europeanen om geschokt te reageren op de vlagverbrandingen, de rellen en de brand in Deense ambassades. Na Salman Rushdie en de moord op Van Gogh zouden ze beter moeten weten», vindt Jozef Shufani. Provocatie van «primitieve volken» onder het mom van westerse waarden is zinloos, aldus Shufani. De spotprenten waren een trigger voor een reactie op Afghanistan, Irak en de vernederingen in Abu Ghraib en Guantánamo Bay.
In het Midden-Oosten bestrijden joden en moslims elkaar met tanks en bomgordels. Religie is hier nog steeds heilig.
BART VOS
Melk en wijn
In februari 2003 namen patriottische Amerikanen zich plechtig voor geen Franse wijn meer te drinken. Twee Stanford-economen toonden het economische effect ervan aan.
WASHINGTON Politicoloog Benjamin Barber legde kort na de aanslagen van 11 september nog eens uit wat hij bedoelde met de titel van zijn boek Jihad vs McWorld uit 1995 (De Groene Amsterdammer, 15 december 2001). In zijn kleine kantoor kamer niet ver van ground zero gebruikte hij het beeld van een dagkrant. «Op de eerste paginas valt de wereld uit elkaar. Je ziet daarin dagelijks jihadstrijders optrekken, je ziet balkanisering en de gevolgen van de haat jegens alles wat doorgaat voor globalisering en Amerikanisering. Maar op de economiepaginas, even verderop, komt die wereld telkens weer bij elkaar. Daar wordt de wereld met de dag kleiner, en juist dat roept weer al die woede op.»
Barbers these was duidelijk. In de politiek gaat het deze en komende jaren om identiteit en de verdediging van eigen gewaande mores en idealen. Multinationals gaat het juist om de grenzeloosheid, om de universele trekken van een mens die overal mobieltjes en televisies wil aanschaffen. Volgens Barber waren de terroristische aanslagen van 11 september te beschouwen als een wanhopige, machteloze reactie op de voortdenderende globalisering.
In de dagen dat hij het interview gaf, hadden enkele opgewonden Pakistanen opgeroepen tot een boycot van cola, de drinkbare olie uit Amerika. Met lokale limonades in de hand poseerden ze voor westerse fotografen, wier fotos op de politieke krantenpaginas belandden. Voor de omzet van Pepsico en Coca-Cola was de boycot van verwaarloosbaar belang.
Meer dan twee jaar later, in februari 2003, werd tot een soortgelijke boycot opgeroepen. Door nationalisme gedreven Amerikanen besloten geen Franse wijn meer te kopen uit protest tegen Frankrijks houding in de aanloop naar de oorlog in Irak. Een beeld van een blonde dame in een korte witte broek die een fles Chardonnay leeggiet in een rivier ging de ganse wereld over. De bekende presentator Bill OReilly van de regeringsgezinde nieuwszender Fox besteedde in maar liefst 24 afleveringen van zijn programma The OReilly Factor aandacht aan de boycot, die hij, natuurlijk, van harte steunde.
De boycot illustreerde de dramatische verandering in de Ame rikaanse houding jegens de strijdmakker uit de acht tiende-eeuwse onafhankelijkheidsoorlog. Opiniepeilingen van onder zoeks bureau Gallup lieten zien dat in het jaar 2000 vijftig procent van de Amerikanen Frankrijk als een bondgenoot zag, terwijl vier procent het land destijds als «onvriendelijk» beoordeelde. In april 2003, drie jaar later, zag daarentegen slechts 18 procent van de Amerikanen een bond ge noot in Frankrijk en kwa li fi ceerde 31 procent van hen het land als «onvriendelijk».
Symboolpolitiek, dachten re dac teuren wereldwijd over de Franse wijnboycot en ze brachten het onderwerp als politiek divertissement.
Maar deze week bleek de scheiding politiek en economie niet alleen troebel in het Midden-Oosten. In een veertig paginas tellend artikel met de titel Consumer Boycotts: The Impact of the Iraq War on French Wine Sales laten de Stanford-economen Larry Chavis en Phillip Leslie zien dat de import van Franse wijn met maar liefst zestien procent daalde over een periode van zes maanden, te be ginnen op het moment dat FOX-televisie tot de boycot opriep. Dat betekent een inkomsten derving van 112 miljoen dollar. «Uit ons onderzoek trekken we de conclusie», schrijven de auteurs, «dat het zakenleven inderdaad bezorgd moet zijn over een provocatie die tot een boycot van zijn producten kan leiden.»
Multinationals doen er verstandig aan ook de politieke krantenpaginas goed te volgen. De spotprenten niet te vergeten.
PIETER VAN OS
Opa uit de Muppet show
Oud-partijleider Joschka Fischer maakt het de Duitse Groenen lastig.
BERLIJN De Groenen zouden zich zo graag willen emanciperen van hun voormalige voorman Joschka Fischer. Na het afscheid van de roodgroene regering popelde het leidersduo Fritz Kuhn en Renate Künast om een nieuwe weg in te slaan. «Frisch und frech» beloofde de kersverse oppositiepartij te zullen zijn. Maar de werkelijkheid blijkt anders.
Ook al zei Joschka in een legendarisch afscheidsinterview niet te willen eindigen «zoals de opa uit de Muppetshow die vanaf de tribune altijd ongewild commentaar levert», hij blijft volop in de schijnwerpers.
Om zijn politieke afscheid kleur bij te zetten liet Fischer zich op een zonnige zondagmorgen met een groen emmertje in zijn hand fotograferen, terwijl hij quasi non chalant de bloemetjes waterde op het balkon van zijn penthouse in de oude joodse wijk van Oost-Berlijn. Eveneens liet de meervoudig gescheiden man weten meer tijd aan zijn privé-leven met een dertig jaar jongere Perzische vriendin te willen besteden. Bild maakte zelfs bekend dat het tweetal naar Amerika zou emigreren. Daar klopte niet veel van, maar Fischer had van Harvard University wel een aanbod als gastprofessor gekregen. In plaats van te zwijgen en zich te laven aan zijn rol als elder statesman reageerde hij met juridische stappen. Boulevardbladen die schreven dat de oud-minister van Buitenlandse Zaken de Heimat zou verlaten zouden een proces aan hun broek krijgen.
Fischer genoot tot vorig jaar van zijn rol als de aardbol rondvliegende staatsman. Voor binnenlandse perikelen had hij nauwelijks tijd meer. Ook van kritische vragen had hij zijn buik vol. Tegenwoordig moet Fischer echter antwoorden. Ich habe es nicht gewusst, zegt hij steeds over de ontvoering van een drietal Duitsers door de CIA. Ook landingen van CIA-vliegtuigen op het territorium van de Bondsrepubliek en bezoekjes van Duitse rechercheurs aan buitenlandse gevangenissen zouden niet aan s lands hoogste diplomaat zijn gemeld.
Daarom heeft Fischer een broertje dood aan de onderzoekscommissie die hem na de visum affaire een tweede keer kan bezoedelen. Hij dwong de Groenen zijn zwabberende koers te volgen. Eerst waren ze fel voor een onderzoekscommissie, zeker toen publiek werd dat Amerika tijdens de oorlog in Irak door twee achtergebleven Duitse geheime agenten werd geholpen. Toen in de fractie van de Grünen/Bündnis 90 steeds meer stemmen op gingen om het eigen nest niet te bevuilen, trok de partij haar eis opeens in. Eventjes geen Vergangenheitsbewältigung.
Zo lijdt het imago van de partij nog meer schade. Want de CDU wil nu ook andere stokpaardjes van de Groenen terugdraaien. Atoomcentrales blijven langer open, de ecologische belasting wordt afgeschaft en de biologische landbouw krijgt geen voorkeurs behandeling meer. Tegelijkertijd heeft het tandem Kuhn en Künast voor de Groenen nog geen nieuwe koers gevonden. De notoire flap uit Jürgen Trittin noch de altijd fulminante Claudia Roth noch Hans-Christian Ströbele met zijn uppercuts uit de linkse hoek kan Joschka doen vergeten. Het aura van de patriarch blijft lastig aanwezig.
ROB SAVELBERG
Jagger onder censuur
Mick Jagger, 62, vader van zeven en opa van één, staat met zijn wiegende heupen en getuite lippen al vijf decennia op podia verleidelijk te doen.
AMSTERDAM Er werd gek opgekeken toen zijn optreden tijdens de Amerikaanse Superbowl gecensureerd werd door televisiestation ABC. In de VS is de Superbowl, de finale van het football-seizoen, jaarlijks een van de best bekeken televisie-uitzendingen. De uitzendrechten voor reclamespotjes kosten miljoenen dollars. Dus wordt er alles aan gedaan om te zorgen dat de kijker niet wegzapt. Vorig jaar vielen de kijkcijfers tegen (Paul McCartney trad op). De producenten dachten dit jaar met The Rolling Stones wel te scoren. Het afgelopen jaar trokken ze een recordaantal toeschouwers tijdens hun Noord-Amerikaanse tour.
Het probleem is echter dat de Amerikaanse mediacommissie er bovenop zit om te voorkomen dat er onzedelijke dingen gebeuren. Zodoende sneuvelden er twee songteksten van de Stones, omdat ze «seksueel te expliciet» zouden zijn. In de regel «You make a grown man cry/ you make a dead man come» uit het nummer Start Me Up (1981) werd het laatste woord weg geknipt. Idem gebeurde met Rough Justice (2005) waarin Jagger zong «Once upon a time I was your little rooster/ Am I just one of your cocks?».
De oorzaak voor de hele heisa stamt uit 2004, toen Justin Timberlake een duet zong met Janet Jackson. Terwijl de twee popsterren aan het dansen waren vond er het geweldige eufemisme is van haar management een «wardrobe malfunction» plaats die Janets gepiercete rechtertepel onthulde. Niet van mening dat het om een ongelukje ging legde de FCC, een federale toezichthouder op Amerikaanse televisie, het station dat de show uitzond, CBS, een boete op van 550.000 dollar. Het incident heeft invloed gehad. Alles wat live is voor een groot publiek optredens, maar ook speeches en prijsuitreikingen wordt sindsdien met vijf seconden vertraging uitgezonden. In deze vijf seconden had het netwerk tijd om Jaggers nummers family-proof te maken.
Voor de Stones zelf was het overigens slechts een van meerdere incidenten rond hun Superbowl-optreden. Eerst lieten Stevie Wonder en Aretha Franklin weten zich gepasseerd te voelen voor het belangrijkste optreden. Daarna werd ontdekt dat de producenten geen publiek op het veld wilden dat ouder dan 45 was, vanwege gezondheidsredenen, aldus de verklaring. Pas na aandringen van de Stones werd deze leeftijds barrière opgeheven.
Ron Wood, de jongste Stone, is zelf 58. Met de vergrijzing in het oog is het goed te weten dat je op die leeftijd nog shockerend kunt zijn.
JOOST DE VRIES
Betty Friedan
(1921- 2006)
Vrouwen zijn onzichtbare mensen, poneerde Betty Friedan in 1969. De Amerikaanse grond legster van het moderne feminisme overleed zaterdag op 85-jarige leeftijd.
AMSTERDAM In 2005 zijn meer vrouwen gaan werken. Deze week meldde het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) dat in de afgelopen vier jaar het aantal vrouwen op de arbeidsmarkt is toegenomen van 3 naar 3,2 miljoen. De groei is met name afkomstig van alleenstaande moeders. Maar liefst ruim veertigduizend vrouwen hebben hun patroon van thuiszitten en financiële afhankelijkheid van derden weten te doorbreken.
De Amerikaanse feministe Betty Friedan zal dit als muziek in de oren klinken. Zij zette begin jaren zestig de bijl in de Amerikaanse samenleving door «de mythe van de gelukkige huisvrouw» door te prikken. Zij ervoer haar bestaan als thuiszittende moeder van drie kinderen als een isolement. Wat zij toen op de agenda zette, was voor haar generatie pijnlijk herkenbaar. In 1969 zei ze in een rede voering tijdens een vrouwen congres in Chicago: «Vrouwen zelfs wanneer ze in dit land bijna te zichtbaar zijn als seksobject, als Lolitas of als manverslindende, kannibalistische monsters zijn onzichtbare mensen. Zo de neger een onzichtbare man is, zo zijn vrouwen de onzichtbare mensen in het Amerika van nu.»
Op dat moment was ze al wereldberoemd door de publicatie van haar boek The Feminine Mystique uit 1964. Het sloeg in Amerika in als een bom (eerste druk 1,3 miljoen exemplaren) en gold als een bijbel voor de tweede feministische golf die halverwege de jaren zestig over de westerse samenleving spoelde. Het schort ging weg of anders de man. De vrouw ontwaakte en veroverde de werkvloer. Later zei Friedan dat ze van tevoren absoluut niet kon bevroeden dat ze met haar pen een sociale revolutie zou ontketenen.
In haar boek schreef ze dat er een discrepantie bestaat tussen de buitenkant en de binnenkant van de vrouw. Achter het beeld van de gelukkige huisvrouw en moeder ging veelal een vrouw schuil die een geïsoleerd bestaan van leegte, eenzaamheid en somberheid leidde. Het ergste was volgens haar dat dit bestaan in de masculiene samenleving nauwelijks status kreeg en dat de identiteit van de getrouwde vrouw ontleend werd aan die van haar echtgenoot en diens maatschappelijke positie.
Haar boek besloot ze te schrijven uit pure frustratie. Friedan (geboren in 1921 als Goldstein), die naast haar «thuisbaan» ook werkte als journaliste, werd door haar baas ontslagen toen zij binnen een kort tijdsbestek voor de tweede keer zwangerschapsverlof aanvroeg. Haar eigen ervaring vulde ze aan met vergelijkbare verhalen van andere vrouwen die hun leven ervoeren als een suburban house wife met een innerlijk venster dat uitkeek op niets anders dan elkaar: vrouwen in gebloemde jurken met stofzuigers en kinderwagens maar zonder status.
Twintig jaar later schreef ze opnieuw een controversieel boek. Dit keer schopte ze tegen de schenen van haar eigen (radicaal) feministische achterban. In The Second Stage stelde ze dat na het gelijkschakelen van man en vrouw op de arbeidsmarkt het de hoogste tijd werd om het thuis ook leefbaar te maken. Door de dubbele- baanformule (werk én kinderen) diende de vrouwenbeweging zich in te zetten voor arbeidstijd ver korting, kinderopvang en ouderschapsverlof. Volgens haar was de echte seksuele revolutie uiteindelijk dat mannen ook zouden veranderen. Het was haar er niet om te doen het moederschap omlaag te halen. Alleen verdiende het «beroep» van moeder-zijn maatschappelijke waardering.
Friedan zal na haar dood niet onzichtbaar worden. Hoe actueel ze blijft, blijkt uit de bestseller van Heleen van Royen waarvan de titel direct ontleend lijkt aan haar standpunt over de mythe van «de gelukkige huisvrouw».
Voor moslimvrouwen is het nu 1964.
MARGREET FOGTELOO